Val di Zoldo is een dal in de Italiaanse Dolomieten uitgeroepen tot Bergsteigerdorf. Het ligt iets ten zuiden van het mondaine Cortina d’Ampezzo en is een oase van rust.
Waar je in Cortina tussen de chique hotels, flanerende Italianen in bontjassen en toeristen loopt, vind je in Val di Zoldo compleet het tegenovergestelde. Het is een rustige, afgelegen vallei tussen de Civetta, Monte Pelmo, Nationaal Park Dolomiti di Bellunesi en Longarone. Je proeft hier nog het oorspronkelijke bergleven, met stoere huizen tegen de bergen, dito mensen en koeien. De vallei is in de Alpenkonfentie als Bergsteigerdorf opgenomen. Een nog authentieke plek, waar het toerisme duurzaam wordt ontwikkeld en de rustieke, oorspronkelijke sfeer bewaard is gebleven. Wij geven je 8 redenen waarom je dit Bergsteigerdorf echt eens zou moeten bezoeken.
In het dal vind je kleine dorpen, boerderijen en lokale bewoners die net als alle Italianen graag praten over wat ze bij de pranzo (lunch) gaan eten. Er zijn vier dorpen: Zoppé di Cadore, Fornesighe, Forno di Zoldo en Cibiana di Cadore. Forno di Zoldo is het grootste dorp. Forno vormde de kern van de ijzerbewerking, waardoor je hier nog oude smederijen vndt en kunt bezoeken. Vanaf Zoppé (1426m) kijk je uit over de hellingen van de Pelmo. Een stoere berg met grote rotswanden. Fornesighe is een schattig dorpje en bestaat vooral uit kleine houten of stenen huisjes, zoals ze vroeger gebouwd werden. Verder liggen in het dal een paar molens, een oude (ijzer)mijn en de oude San Pellegrino mijn.
De dorpen worden omringd door de machtige en steile pieken van de Dolomieten. Een bijzondere plek die je niet mag missen is de Monte Rite. Hier vind je nog een oud fort dat vlak voor de Eerste Wereldoorlog is gebouwd, tegenwoordig de plek waar je de Messner Mountain Museum Dolomites kunt bezoeken. Dit is één van de 6 musea van deze wereldberoemde klimmer. In Monte Rite dompel je jezelf helemaal onder in de geschiedenis en de ontwikkeling van het rotsklimmen in de Dolomieten.
Wist je dat het Italiaanse ijs in de Dolomieten is ontstaan? Niet gek dus dat veel Italiaanse ijsboeren hier vandaan komen. Zij gebruikten het ijs uit de bergen om hun eigen ijs te koelen. Nadat houtkap en ijzerbewerking niet voldoende opleverde werd het maken van ijs een nieuwe inkomstenbron. Hier proef je dus het échte Italiaanse ijs, met aandacht en verse ingrediënten gemaakt. Er zijn genoeg gelateria’s om zelf te proeven hoe lekker het is.
Je kunt hier niet anders dan de omgeving verkennen. Daar vraagt het landschap gewoon om. In de directe omgeving vind je zo’n 20 berghutten en 10 bivaks, ideaal voor het maken van een mooie huttentocht. Zoek de rotswanden op om te klimmen of een van de vele klettersteigs (via ferrata’s) te ontdekken. In de groene valleien daartussen kun je wandelen, vissen, mountainbiken en paardrijden. Ook in de wintermaanden valt hier genoeg te beleven. Het dal maakt namelijk onderdeel uit van SkiCivetta, één van de gebieden van de Dolomiti Superski. Het ligt niet heel centraal in het skigebied, waardoor het er niet zo druk is. Mocht je liever niet op de ski’s willen staan dan kun je de omgeving nog tijdens het sneeuwschoenwandelen, langlaufen en biatlon ontdekken.
Terwijl alle hellingen in Cortina d’Ampezzo nog onder de sneeuw liggen kun je in Val di Zoldo al vroeg in het voorjaar wandelen. Vanaf ongeveer half mei is de sneeuw gesmolten en veranderen de hellingen langzaam in een bloemenzee. Of je nu kort, lang, licht of zwaar wilt wandelen, het kan hier allemaal. En de routes zijn goed gemarkeerd. Dat is in Italië niet altijd het geval.
De NKBV is er om jou alles te laten halen uit je bergwandelactiviteiten. We helpen je alvast goed voor te bereiden voor je komende bergwandelingen.
Een week lang wandelen rond de bergen van het Val di Zoldo? Dan is de Ring van Zoldo voor jou de ideale trektocht. Het is een route die dateert uit 1985, toen Paolo Bonetti en Paolo Lazzarin, bestaande paden met elkaar verbonden. Je loopt 6 etappes tussen de 2000 en 2300 meter hoogte, waarbij je in totaal zo’n 4000 hoogtemeters stijgt en daalt. Op twee stukken kom zelfs je een klettersteig tegen. Maar deze kun je ook omzeilen.
Klimmers kunnen hier hun hart ophalen! Val di Zoldo is echt een klim- en klettersteigparadijs. Bijna alle klettersteigen in de buurt liggen op de Civetta-Moiazza groep. Het zijn moeilijke lange beklimmingen, waar je zo de hele dag mee bezig bent. Geen gebied voor beginners. Als bergbeklimmer treed je hier als het ware in de voetsporen van de nationale klimheld Reinhold Messner. Je kunt hier de wanden en toppen van alle omliggende bergen, zoals de Pelmo en de Civetta beklimmen. De mogelijkheden zijn enorm. Er liggen ook twee ‘klettergarten’ in de buurt: de Sass de Càleda en de Ziolère.
Wanneer je alle wandelingen uitpluist kom je ongetwijfeld ook de bijzondere ‘Viaz’ tegen. Dit zijn jachtpaden, waarover gemsenjagers de bergen beklommen. De paden lopen over rotsbanden, door de wildernis en zijn steil. Je hebt dus wel genoeg ervaring nodig om hier te lopen, soms moet er zelfs worden geklommen. Zo is er bijvoorbeeld de Viàz Gonela, genoemd naar jager Ciacom Pra Baldi, el Gonela, die de sleutelpassage heeft ontdekt. De Viàz de l‘Oliana is genoemd naar Oliana Lazzaris, die dagelijks eten bracht via dit pad van Sóra l’ Sass de Mezzodi naar de houtskoolbranders op de Pala dei Lares Bassa.
Het predikaat ‘Bergsteigerdorf’ is een beschermd predikaat; alleen dorpen die aan een aantal strenge voorwaarden voldoen, mogen zich bergsteigerdorf noemen. Grootschalig toerisme, hoogbouw en enorme skigebieden zul je in een bergsteigerdorf dan ook niet vinden. Er wordt ingezet op kleinschalig toerisme en harmonie tussen mens en natuur, met een focus op duurzaamheid en intensief natuurbeheer. De meeste Bergsteigerdörfer vind je in Oostenrijk. Daarnaast liggen er ook een aantal in Duitsland, Zwitserland, Italië en Slovenië.
Hier vind je nog een aantal blogs over Bergsteigerdörfer: