Een telefoon werkt heel handig. Ik heb geen leesbril nodig en weet altijd precies waar ik ben. Het is gewoon navigatie voor dummy's. Toch heb ik ook altijd een topografische kaart bij me. Is dat nodig? Er zijn meerdere redenen waarom je naast je telefoon of GPS ook een kaart meeneemt.
Wat doe je eigenlijk met een kaart?
Je hebt om te beginnen de juiste kaart nodig. In de Alpen zijn van de meeste gebieden goede topografische kaarten met een schaal van 1:25.000 te vinden. Dit is een schaal die genoeg gedetailleerde informatie geeft als je gaat wandelen. Tegelijkertijd is de schaal klein genoeg, zodat je een groot gebied op de kaart ziet staan. Het is een weergave van de werkelijkheid, maar dan in het klein. Er staan hoogtelijnen op, kleuren, symbolen, water, bos, gruisvlaktes, maar ook markeringen voor rotswanden of gletsjers. Aan de hand van zo'n kaart kun je goed bepalen waar je op dat moment staat en hoe het landschap eruitziet.
Overzicht
Op je mobiel zie je altijd maar een klein stuk van de route die je loopt. Als je ver uitzoomt krijg je wel meer overzicht, maar op zo'n klein schermpje kun je dan de gegevens niet meer aflezen. Een kaart vouw je open en je overziet het hele gebied. Ideaal bij het plannen van een tocht. Ook tijdens het wandelen is de uitgevouwen kaart heel handig om te bepalen waar je bent. Bijvoorbeeld als je de route zoekt aan de hand van grote lijnen in het landschap: de bergtoppen, de ligging van het dal en hoogspanningsleidingen. Zo kun je de kaart goed leggen, in dezelfde richting zoals je de omgeving ook ziet.