Als je ervaring hebt met sneeuwschoenwandelen of off-piste skiën, dan is het natuurlijk een avontuur om zelfstandig op pad te gaan. In een groep met gelijkgestemden, met vergelijkbaar niveau of juist meer ervaring. Maar wanneer ben je hier klaar voor? En als je zelfstandig gaat, waar moet je allemaal op letten?
Nog geen enkele ervaring in de sneeuw? Lees dan eerst het artikel 'eerste stappen in de sneeuw: met een profi'.
Als je zelfstandig de sneeuw in gaat in lawinegevaarlijk alpien terrein, dan is het verstandig om dat de eerste keer met een professional zoals een berg-, ski- of wandelgids te doen. Die kan je de kneepjes van het vak leren. Wanneer je al prima kan skiën of sneeuwschoenwandelen maar nog onvoldoende kennis hebt van sneeuwcondities dan is een lawinecursus een aanrader. Daarin leer je goed inschatten welke processen er voor zorgen dat sneeuw de ene keer wel en de andere keer niet lawinegevaarlijk is.
Eén van de dingen die je leert in de lawine-cursussen is dat naast het inschatten van de sneeuwsituatie ook de groepsprocessen zoals groepsdruk of onuitgesproken verwachtingen heel belangrijk zijn. Ga je met een groep op pad, spreek dan eerst in Nederland af om goed door te spreken wat je verwacht van de tocht. Wees daarbij eerlijk over je eigen niveau en verwachtingen. Durf vooral ook te vragen wat anderen verwachten. Een open gesprek hierover kunnen hebben met elkaar als groep is belangrijk. Want als dat in Nederland, met een biertje of een kop koffie, boven de keukentafel niet lukt dan lukt dat zeker niet in een stresssituatie boven op een berg.
Als je een gebied hebt gevonden waar jullie heen willen, kun je je gaan voorbereiden. Je zoekt een accommodatie en iedereen maakt zijn spullen op orde. Ga vooral thuis ook al aan de slag met de concrete tochtenplanning. In sneeuwschoen-wandelgidsjes, in toerski-gidsjes, op winter-wandelkaarten en online is veel informatie te vinden over gebieden en specifieke tochten. In de lawinecursus heb je het 3x3 beoordelings- en besluitvormingskader leren kennen. Ga daar nu mee aan de slag. Ook kun je thuis al goed in de gaten houden hoe het sneeuwdek zich ontwikkeld op de plek waar jullie heen gaan.
Ben je eenmaal op de plek waar jullie gaan wandelen of toeren, neem dan de tijd om nogmaals goed met de groep bij elkaar te zitten. Ga voor of na het eten met een pot thee of een biertje bij elkaar zitten en maak hier iedere avond een gewoonte van. De eerste avond check je gezamenlijk of alles op orde is. Heeft iedereen het juiste materiaal, zijn de lawinecondities goed genoeg? Maar nog belangrijker: heeft iedereen er nog zin in? Zit je wel goed in je vel, ben je fit genoeg of zou je liever een dag wat anders gaan doen?
Daarna pak je de tochtenplanning erbij en ga je gezamenlijk kijken of die klopt op basis van de actuele sneeuwcondities. Het is verleidelijk om je dan geheel te focussen op het terrein en de omstandigheden. Maar vergeet de factor mens niet. Begin de eerste dag vooral met een inlooptocht. Niet te lang, niet te moeilijk. Breekt er bij iemand toch een riempje van een sneeuwschoen of is iemand iets vergeten, dan is er geen man over boord. Na een rustige inlooptocht heb je als groep een beter idee hoe iedereen ervoor staat. Elke avond evalueer je de dag. Wat ging er goed? Wat ging er niet goed en hoe kan dat beter?
Ver weg van de geprepareerde pistes klim je naar witte toppen, waarna door de verse poedersneeuw naar beneden suist. Zonder skiliften te gebruiken op avontuur in het besneeuwde berglandschap. Neem snel een kijkje!
Het liefst bouw je de tochten langzaam op. Na een makkelijke start volgt een iets langere tocht, tot je later in de week het hoogtepunt, de topper van de week kunt doen. In de winter beïnvloedt het weer vaak je planning en moet je andere keuzes maken. Op slecht weer dagen blijf je wellicht lager op de berg, in het bos. Terwijl bij goede omstandigheden die toptocht er wel in zit. Het helpt om aan het begin van de week al met een schuin oog naar de lange termijn weersverwachting te kijken. Soms weet je eigenlijk dan al, dat die ene tocht er niet inzit. Als je daar vroeg in de week eerlijk in bent, kun je meteen al alternatieven zoeken, zodat er geen topstress ontstaat.
Het belangrijkste en ook het moeilijkste is om als groep open te blijven praten. Als die ene tocht er niet inzit, terwijl dat toch het echte doel was, dan is het voor sommigen moeilijk om dat te accepteren. Terwijl een ander misschien wel opgelucht is. Binnen een groep heb je altijd verschillende karakters en ook altijd verschillen qua conditie. Maak je de keuzes op gevoel, op je emotie of op basis van de gegevens? Probeer dat te benutten en door te vragen bij elkaar wat iemand echt vindt. Je hoeft geen ellenlange praatsessies te houden, maar zorg dat iedereen durft te zeggen wat hij/zij denkt of voelt. Het is daartoe handig als iedereen in de groep over minimaal elementaire basiskennis over alpien terrein en lawinecondities heeft. Anders ga je blind achter iemand aan, omdat je het zelf echt niet weet.
In de lawinecursus komt het zeker aan bod: valkuilen! Vertrouwdheid, tunnelvisie, stoer gedrag, blindelings volgen, presteren onder sociale druk en poederstress zijn bekende fenomenen, die binnen een groep de beslissingen beïnvloeden. In de sneeuw is veiligheid een belangrijk thema. Maar los daarvan is de vakantie natuurlijk pas geslaagd, als je naast de mooie tocht en de uitdaging ook genoeg hebt kunnen genieten en gelachen met de groep.
In diverse voor bergsporters beschikbare tools en checklists wordt inmiddels aandacht besteed aan de human factor. Het bestaan van een checklist an sich is geen garantie voor het maken van een goede beslissing. Een checklist moet ook gebruikt worden. Anne van Galen en John van Giels introduceren daarvoor een methode. Lees via onderstaande button meer hierover;