Iedereen die kan wandelen kan sneeuwschoenwandelen. Het is weinig blessuregevoelig of technisch.
Veilig sneeuwschoenwandelen heeft minder te maken met het lopen zelf en meer met de route die je kiest en de omstandigheden die er op dat moment zijn. Wil je het jezelf makkelijk maken, kies dan voor routes die zijn geprepareerd. Liefst in gebieden met weinig hoogteverschillen. Het is uitdagender qua veiligheid als je hoger in de bergen komt en van de gebaande paden afgaat. Heb je nog geen ervaring of kennis in de sneeuw, dan ga je met een berggids of IML-er op pad. Bedenk hierbij dat skiën op pistes gebeurd, daarmee heb je nog geen ervaring opgedaan in off-piste sneeuw.
Hoe weet je of paden veilig zijn en waar vind je die? In de Alpen en het middengebergte liggen in de winter veel winterwandelpaden. Deze zijn geprepareerd en gemarkeerd. Dat betekent, dat er een machine overheen is gegaan, waardoor de sneeuw is aangestampt. Eigenlijk heb je op deze paden geen sneeuwschoenen nodig. Deze paden zijn ook gecontroleerd wat betreft de lawineveiligheid. Blijf echter wel goed op het pad. Winterwandelpaden zijn een mooi oefenterrein als je geen of weinig kennis hebt van sneeuw en lawines. Nadeel van deze routes is dat ze veelal in skigebieden of bij dorpen liggen.
Sneeuwschoenroutes vind je op een kaart en langs de route staan meestal paaltjes, zodat je je route makkelijk vindt. Vaak kom je onderweg langs een hut of café. Deze paden zijn niet gecontroleerd of geprepareerd. Hier loop je over een zijdezacht tapijt als er verse sneeuw is gevallen. Deze routes vragen om eigen kennis van sneeuw en lawines en het plannen van de tocht. De meeste sneeuwschoenroutes zijn beschreven in gidsjes of online, daar staat vaak ook informatie in over waar je rekening mee moet houden om de tocht veilig en succesvol te lopen.
Lawinegevaar en voorzorgsmaatregelen
Plan je een eigen veilige route? Zoek dan naar een plek waar weinig hoogteverschil en geen steile hellingen zijn. Zonder hoogteverschillen en zonder steile hellingen (hou ook rekening met de hellingen boven je) is er immers geen risico op lawines. Loop je wel door terrein met hoogteverschil, dan zoek je de minst steile stukken op: vlakke alpenweides, ruggen in het landschap of golvend terrein.
Wil je graag meer weten over sneeuwschoenwandelen? Lees hier alles over sneeuwschoenwandelen.
Sneeuwschoenen zorgen voor ‘drijfvermogen’ op de sneeuw. Daarmee heb je minder druk op het sneeuwdek ten opzichte van een wandelaar zonder sneeuwschoenen. Dit is vergelijkbaar met toerskiën. Een verschil met skies, is dat de sneeuwschoenen veel korter zijn. Daardoor loop je, als je in een groep loopt, al snel heel dicht op elkaar. Het gewicht op het sneeuwdek is daardoor een stuk groter. Dit is wellicht het grootste verschil met toerskiën.
Wil je wel ver weg van de pistes of drukte rond de dorpen? Dan vraagt dat meer kennis over sneeuw. Om dat te leren kun je cursussen volgen, bijvoorbeeld de cursus Lawinekunde of Piepertraining bij de NKBV. Je leert dan alles over de drie-eenheid (schep, pieps en sonde). Het is belangrijk dat je elk jaar oefent met je pieps. Plan bijvoorbeeld voorafgaand aan je tocht een oefening met de hele groep. Een andere mogelijkheid om uitdagender tochten te maken is om op pad te gaan met een professional in de bergen, dan zie je wat er allemaal bij komt kijken.
Een goede voorbereiding is belangrijk bij het sneeuwschoenwandelen. Zoek daarbij een tocht die past bij wat je kan als groep. Hebben jullie weinig ervaring? Kies dan voor makkelijke, korte tochten en bouw die in de loop der tijd rustig uit. In de bergen en dus ook met sneeuwschoenwandelen ben je zelfredzaam. Je bent met je groepje alleen op de berg. Neem dus altijd ehbo mee (met reddingsdeken) en een mobiel. Ook al is het bereik soms slecht, 112 kun je soms nog steeds bellen. Een thermosfles met een warme drank en iets te eten hoort hier ook bij, net als de juiste kleding en zonnebescherming. Ook laat je altijd iemand weten waar je naartoe gaat en welke route je loopt.
Altijd al een keertje willen sneeuwschoenwandelen? Bergsportreizen, de reisorganisatie van de NKBV, organiseert prachtige sneeuwschoentochten. Neem snel een kijkje!
Bij de European Avalanche Warning Servicis, de EAWS, vindt je informatie over lawineberichten in heel Europa. Op een kaart kun je het gebied aanklikken waar je bent en kom je bij de lokale lawinedienst. In de Alpen is de informatie in alle lawineberichten min of meer gelijk. Er staat een getal dat het lawineniveau aangeeft (1 t/m 5) en het specifieke lawinegevaar wordt benoemd. Verder worden de specifieke gebieden aangegeven en staat er een specifieke uitleg van de gevaren. Onderdeel van het lawinebericht is ook altijd het weerbericht. In Zwitserland zoek je op WhiteRisk, Oostenrijk (Tirol) op Avalanche.Report en in Frankrijk vind je meer informatie onder MeteoFrance.
Lokaal is het Lawinebericht ook te vinden bij het gidsenbureau, vaak bij de VVV. Zit je op een berghut, dan hangt er vaak ook in de hut een geprinte versie.
Als je van de paden afgaat bepaal je zelf de route. Dat vraagt kennis van oriëntatie. Houd er rekening mee dat als er verse sneeuw valt, het zicht minder goed is en soms helemaal verdwijnt. Een zogenaamde white-out ontstaat doordat het licht gefilterd wordt in de sneeuw. Je ziet daardoor geen reliëf meer en het is heel lastig om diepte of zelfs stijgen of dalen te onderscheiden. Het kan nodig zijn een sneeuwbal te rollen om te weten wat onder en boven is. Ook wordt het in de winter vroeg donker.