MENU

10 tips multipitch klimmen

Tips voor het veilig klimmen van routes met meerdere touwlengtes.

Bij multi-pitch rotsklimmen komen rotsklimmen, adventure klimmen en (soms) alpinisme samen. De onderstaande tips zijn een aanvulling op de tips voor bergbeklimmen, sportklimmen en klimmen op eigen zekeringen.

1. Zonder goede voorbereiding en planning niet op pad

Bestudeer vooraf kaarten (afdaling!), gidsjes en het internet voor actuele condities. Pas je plannen aan op de omstandigheden. Vergeet de afdaalroute niet... Een afdaling die voor een bergbewoner niet noemenswaardig lastig is kan voor een polderbewoner in vermoeide staat een groter avontuur zijn dan de klim.

Extra tip: maak thuis een dubbele kopie van de topo. Veel pagina’s routeinfo? Fotografeer alles, dan kun je het digitaal terugzoeken op smartphone of camera.

2. Standplaatsbouw volgens het boekje

Voor standaardsituaties zijn er een aantal handige methodes om je standplaats te maken .

Extra tip: de moderne manier van standplaatsbouw lees je hier en hier.

3. Neem voldoende materiaal mee, ook voor een veilige terugtocht

Ben je in staat weer af te dalen als je een tocht onverwacht niet door kunt komen? Met een voldoende lang dubbel touw of twintouw kun je vrijwel altijd weer afdalen over de route.

4. Lichtgewicht is verstandig, maar met mate

Bezuinig op gewicht maar niet op veiligheid... Beter een kilo minder op de buik of heupen, dan een kilo materiaal te weinig. Met net iets meer zekeringsmateriaal aan de gordel heb je altijd de juiste maat nut/cam bij de hand. Weegt iets meer, maar klimt veiliger en sneller. En als de nood aan de man komt ben je blij met de regenkleding, het extra eten en de EHBO-set.

Extra tip: meer over lichtgewicht op pad gaan lees je hier.

5. (Abseil)standen testen en verbeteren

Test (met overtuiging) voordat je je leven er aan toevertrouwd of de volgende abseilstand voldoende stevig is. Voer alle manoeuvres op de standplaats hangend uit om een schokbelasting op de stand bij een val te voorkomen. Versterk zo nodig de standplaatsen en vervang oude touwtjes door nieuwe in combinatie met een maillon of oude karabiner.  

6. Bouw vaste procedures in je abseilroutine in

Als je volgens een vaste procedure abseilt is de kans op fouten het kleinst. Dat is een stuk veiliger dan zo maar wat doen. Leg altijd goede knopen onderin je touw die niet los kunnen gaan als je het touw naar beneden gooit.

Als het hard waait (en het touw niet kunt uitwerpen OF er zijn mensen onder je waar je het touw niet op wilt gooien (steenslag!), dan kun je het best de eerste persoon laten zakken.

Extra tip: meer over abseilen lees je hier.

7. Gebruik een zelfblokkerend zekeringsapparaat

Check in een veilige omgeving (een korte route) hoe je abseilappraat werkt en of je prusik wel 'pakt' op het touw.Gebruik bij voorkeur een tuber met V-vormige remgroeven. Onvoldoende remwerking? Maak je abseilapparaat niet met één maar met twee (gelijkvormige) karabiners vast aan je gordel. Wikkel het abseiltouw om een been heen voor extra remwerking. Gebruik altijd een zelfzekering (Prusik, Machard, Klemmheist, etc.).

8. Snelheid, orde en regelmaat

Denk vooruit op standplaatsen en richt de stand zo in dat de naklimmer straks snel uit de voeten kan om de volgende lengte in te stappen. Een wissel kan makkelijk binnen één minuut. Alle touw- en materiaalmanagement moet bij lange en/of alpiene routes op efficiency zijn ingericht. Tijdens het zekeren van de naklimmer check je alvast het verloop van de route en deelt dat met je maatje tijdens de wissel - tijdswinst!

9. Leer zonder directe communicatie te communiceren

Als je elkaar niet kan horen en zien kun je toch prima weten wat de ander doet. Vooral als je op elkaar bent ingespeeld. Je weet van te voren vaak hoe lang de komende lengte is. Dan kun je inschatten dat de voorklimmer (uit het zicht) er bijna is, en kun je beginnen met je gereed te maken. Als de voorklimmer één streng in haalt en weer los laat weet de zekeraar wat er gaande is en kan hij/zij de stand afbreken tot wat minimaal vereist is. Spreek bijvoorbeeld af dat 10 seconden na het straktrekken van het touw de naklimmer kan komen. Die hoeft dan slechts 1 (100% solide) punt los te klippen en kan vertrekken. En tijdens het abseilen van #1 betekent een slap touw dat #2 kan vertrekken.   

10. Regelmatig eten en drinken

Ervaringsgewijs kan gesteld worden dat de meeste klimmers en alpinisten onvoldoende eten en drinken tijdens een lange tocht. Als je een hele (lange) dag in touw bent verbruik je veel energie en verlies je veel vocht. Uit een waterzak met (geïsoleerde) slang kun je tijdens het klimmen/zekeren telkens kleine slokjes (isotone dorstlesser) nemen. Als je ieder uur een snack neemt blijf je fit en geconcentreerd. Je kunt ook beter presteren en voorkomt dat je reserves moet aanspreken of zelfs helemaal zonder energie komt te zitten.