Met barstende hoofdpijn en een storm buiten ons bivak, begint onze voorjaarsstage in Chamonix onverwacht stroef. Terwijl we acclimatiseren in de Torino-hut, wachten we op beter weer — en reflecteren op wat deze laatste training vóór onze expeditie naar India écht vraagt: flexibiliteit, doorzettingsvermogen en teamwork.
Tekst & beeld: Folke Drost
Met knallende koppijn kruip ik dieper weg onder mijn toren van fleece dekentjes. Uit een speaker in de hoek klinkt zachte reggaemuziek. Af en toe klinkt er gejuich van Jan of Alex, die via hun telefoons een potje schaak tegen elkaar spelen. Buiten raast een sneeuwstorm met windstoten tot 100 km/u.
We zijn net aangekomen in Chamonix en zitten nu met het hele team in het Torino winterraum om te acclimatiseren voor onze voorjaarsstage — de laatste voorbereiding voor onze expeditie naar India.
We zijn hier met zeven klimmers, twee coaches en een hoop gemis. Karlijn herstelt in Nederland van een knieblessure, en Laura zit thuis in het gips na een ski-ongeluk. Hun afwezigheid voelen we duidelijk.
Gewapend met duffels vol klimmateriaal, eten en een optimistische weersvoorspelling trokken we gisteren omhoog. We leken net een stel campinggasten — maar in plaats van wc-rollen dragen we ski’s, en in plaats van slippers onze trouwe Phantom Techs.
De wind blijft dagenlang harder waaien dan verwacht. Afgezien van een paar korte mixed routes op de Grand Flambeau en een mistige toerskitocht is het vooral wachten. “Op expeditie heb je ook niet altijd goed weer,” zegt coach Niek met een grijns. Zijn wijze woorden helpen maar weinig.
Na twee nachten op hoogte opent zich eindelijk een goed weervenster. We dalen af en besluiten ons geluk te beproeven aan de Franse kant. Met Maël, Jules, Joris en coach Bas richt ik mijn vizier op de imposante noordwand van de Aiguille du Midi — op de directe lijn van de Eugster Direct. Een route die je, als je snel genoeg klimt, dezelfde dag nog naar het liftgebouw op de top brengt.
Claartje, Jan, Alex en coach Niek kiezen voor de Frendo-pijler, een route die sommigen in de zomer al eens beklommen. In de winter verdubbelt echter de uitdaging: een nachtelijke bivak halverwege is noodzakelijk, rugzakken zijn zwaar gevuld met branders, slaapzakken en eten. De perfecte expeditietraining!
Voor zover wij weten is dit jaar nog geen van beide routes beklommen. Dat betekent veel onzekerheden: ligt er genoeg ijs in de steile lengtes? Is de sneeuw te zacht? Of juist alles kurkdroog? Met ijsbijlen in de handen en stijgijzers aan de voeten klim je een stuk sneller en simpeler door ijs en bevroren sneeuw.
Terwijl Team Frendo na uren ploeteren in heupdiepe sneeuw moest omdraaien, worstelden wij juist met rots die te droog was. Zowel Jules als ik waagden ons aan de vierde lengte, maar het kleine beetje ijs dat er nog was werd met elke angstige slag minder, laat staan dat het genoeg was voor een ijsboor voor de gewilde zekering. De twijfel sloop in. Was dit het moment om al het verstand overboord te gooien en zonder goede zekeringen en op je limiet door te klimmen? Nee — dat is niet waarom we hier zijn.
Net op het moment dat we overwegen om terug te keren, doet Maël nog één poging. Onze reddende engel. Toen hij via een prachtig staaltje artificieel klimmen — (hangend aan je zekering je volgende zekering plaatsen en je daaraan omhoog trekken, de tegenhanger van 'vrij klimmen') — helemaal buitenom klom, wisten we: dit gaat lukken.
Eugster - Links: Folke klimt over de randspleet.
De lift zouden we allang missen, maar gestaag klimmen we verder. Het liftgebouw torent boven ons uit als een fata morgana: dichtbij in beeld, maar in werkelijkheid nog uren klimmen van ons verwijderd. Om 23:00 uur staan we eindelijk boven. We lopen door het verlaten gebouw naar de enige verwarmde ruimte: de toiletten. Touwen als matras, vermoeidheid als deken — maar het gedeelde besef “we hebben het geflikt” maakt alles goed.
Eugster: Reddende engel Maël klimt buitenom.
Het goede weer hield aan, en na een nachtje bijslapen op de camping bivakkeerden Jan, coach Niek, Jules, Maël en ik opnieuw bij het middenstation op de Plan du Midi. Onze doel: de Rébuffat-Terray op de Pèlerins. Deze route bleek het compleet tegenovergestelde van de Eugster Direct.
Claartje en Alex hadden de route een dag eerder geklommen en lieten foto’s van geweldige condities zien. “Kijk dan, piepschuim!” riep Claartje enthousiast. Piepschuim-ijs: dat magische spul waarin je bij elke slag of trap moeiteloos je punt laat verdwijnen — de droom van elke mixed-klimmer.
Het contrast met de Eugster kon bijna niet groter zijn, wat klom dit heerlijk! Dit liet maar weer eens zien hoeveel effect de condities op het klimmen hebben. Zouden we zoiets ook in India kunnen vinden? Een mens mag dromen…
Foto links & rechts: Claartje en coach Niek in Rébuffat-Terray.
Week twee breekt aan en het wordt duidelijk dat het weer nog één grote tocht toelaat. We zijn geacclimatiseerd, ingeklommen en voelen ons sterk. De plannen worden met de dag ambitieuzer. We bespreken alle mogelijke plannen. Gelukkig houden de coaches ons met beide benen op de grond en houden we drie plannen over. Claartje en coach Bas plannen meerdere dagtochten rond de Tacul. Coach Niek, Jules, Alex en Maël mikken op de Aiguille Verte via de Bettembourg-Thivierge route. Jan en ik kiezen voor een traverse van de Les Droites via de Lagarde Direct. Technisch uitdagend, logistiek complex — precies waarvoor we hier zijn.
De eerste tegenslag treft Team Tacul. De lift naar de Midi sluit plots voor ongepland onderhoud. Een week lang. Plan D (of was het inmiddels Plan E?) wordt uitgerold: multipitchen in het zonnetje. Ook niet verkeerd natuurlijk.
De tweede tegenslag is voor Team Lagarde. Bij de lift worden Jan en ik resoluut tegengehouden: “Zonder ski’s? Geen toegang.” We hadden juist bewust sneeuwschoenen gekozen, deze zitten tijdens het klimmen een stuk minder in de weg dan ski’s en skischoenen. Het voelt als een test, niet van onze klimtechniek, maar van onze flexibiliteit. We rekenen snel, wegen twintig alternatieven af, maar niets lijkt ideaal. En dan zijn er nog de recente, zorgwekkende trip reports van andere mensen die de Lagarde hadden geklommen.
Hoeveel oranje stoplichten heb je nodig voordat je rood ziet? We besluiten terug te keren naar de camping. Die avond lezen we dat een team exact die dag uit de Lagarde Direct is geëvacueerd. Steenslag. De boodschap is helder, omdraaien is soms de enige juiste keuze.
Team Verte boekt wel succes. Na een dag vol stijgijzers, steil ijs en verzuurde kuiten bereiken ze de top. Uren later, koud en uitgeput, dalen ze af naar de kleine bivakhut waar ze de nacht ervoor ook sliepen. Opgelucht openen ze de deur, waarna ze tot hun schrik op elke vierkante centimeter van het hutje een slapende klimmer zien liggen. Tussen de chaos van matjes en slaapzakken (sommige ingepikt door fanatieke Fransen?) vinden ze hun plek terug. Geen luxe, wel voldoening. “Op expeditie heb je ook niet altijd een lekker opgemaakt bedje,” grijnst coach Niek. De enige reactie: een paar mutsen die nog iets verder over de oren worden getrokken.
Onze voorjaarsstage draaide om veel meer dan klimtechniek of lawinekunde. Het ging om vertrouwen, veerkracht, en leren wanneer je moet bijsturen. Soms is de zwaarste top niet de steilste, maar het besluit om veilig terug te keren — als team. Want de échte top? Die ligt thuis, als we allemaal weer veilig samen zijn.
To be continued in India…
De avonturen van expeditie academie worden ondersteund door Scarpa, Rab, buitensportvoeding.nl, Mountain Network en uiteraard de NKBV.