Hoog of laag op de berg
Slaap je in een berghut, dan hoef je minder hoogtemeters te maken. Je bent namelijk al hoog op de berg. Dat spreekt natuurlijk aan. Midden in de natuur, weg van het alledaagse leven. Geen auto’s, geen drukte en soms heb je ook nog het geluk, dat het dal de hele dag in de mist hangt en je er in de hut boven zit. Maar de situatie hoger op de berg is vaak complexer. Doordat de wind harder waait, is het lawinegevaar vaak hoger. Het terrein is moeilijker te lezen, de routes zijn minder goed te vinden, de sneeuw kan dieper zijn. Er is veel dat een tocht hogerop de berg lastiger maakt. Vanuit het dal loop je vaak stukken door het bos of over velden. Lager op de berg is de situatie (in principe) minder complex.
Routekeuze en huttentocht
Het allergrootste verschil waar je mee te maken krijgt is de planning. Je kunt niet voorafgaand aan de tocht inschatten hoe de sneeuwsituatie zich ontwikkelt. Plan je een meerdaagse tocht, dan heb je je route van te voren al min of meer bedacht. Heb je slechte omstandigheden dan is de route misschien niet mogelijk. Je bent tijdens de tocht niet flexibel. Je kunt niet uitwijken lager op de berg of naar een ander dal, want je zit al op de hut. Plan dus altijd extra dagen voor je tocht. Dan is een dagje oponthoud geen probleem.
Overnachten in een berghut
Slapen in een berghut geeft, gek genoeg, rust. In het dal ben je snel geneigd om ‘s avonds nog het dorpje te bekijken, even een boodschap te halen of in de après skibar te hangen. Er is meer luxe en drukte. Op de berg is er niet veel te doen. Dat geeft rust. Een boek lezen, een spelletje doen of de tocht voorbereiden. Het lijkt daarmee makkelijker om je te vermaken, als je een dagje thuis blijft. Maar ook op de hut vermaak je je prima met je groep als je een dag binnen blijft.
Overleven in een berghut