Iedereen die kan wandelen, kan ook sneeuwschoenwandelen. Eigenlijk is sneeuwschoenwandelen gewoon wandelen in de bergen. Maar dan op sneeuwschoenen en bergen vol sneeuw.
Een wintersport voor iedereen, van jong tot oud. Skiën of snowboarden kost tijd om te leren. Het kost een tijdje voor je de techniek onder de knie krijgen. Op sneeuwschoenen loop je eigenlijk zo weg. Is het dan niet zwaar? Dat hangt er vanaf wat voor tocht je uitkiest. Je kunt de tochten zo makkelijk of moeilijk maken als je zelf wilt. Met een goede voorbereiding maak je een mooie tocht die goed bij jou past en waarbij je kan genieten van het witte landschap om je heen.
Je hebt natuurlijk een paar sneeuwschoenen nodig. Sneeuwschoenen zorgen voor drijfvermogen. Zoals een surfboard drijft op het water, zo drijft een sneeuwschoen op de sneeuw. Door de sneeuwschoen zak je niet bij elke pas diep weg in de sneeuw. Lopend op sneeuwschoenen maak je je eigen spoor door de maagdelijke sneeuw. Je kiest je eigen route en maakt je eigen pad. Het voelt of jij de eerste bent die hier is geweest. Het geknisper en gekraak van de sneeuw dat je hoort bij elke stap is het enige geluid dat je hoort. Op sneeuwschoenen laat je namelijk de drukte van de skigebieden snel achter je. Weg van de piste waan je je alleen op de wereld. Je hebt de hele witte wereld voor jezelf. Nou ja, de kans is groot dat je sporen ziet van de dieren in het bos. Misschien spot je wel een gems.
Indianen en jagers bedachten de sneeuwschoen om in de winter op pad te kunnen. Hun sneeuwschoenen bestonden uit simpele essentakken. Die werden tot een frame gebogen. Daartussen werd huid gespannen. Dit zorgde voor een platform onder de voeten. Hierdoor zakten ze niet weg, maar bleven ‘drijven’ op zachte sneeuw. Moderne sneeuwschoenen zijn eigenlijk niet zoveel anders. Nu worden de meeste sneeuwschoenen gemaakt van kunststof en metaal. Het idee is hetzelfde. De sneeuwschoen heeft een groter oppervlak dan de zool van je wandelschoen. Je voet zit alleen aan de voorkant vast aan je sneeuwschoen. Door de achterkant loszit kun je min of meer normaal lopen.
Wil je graag meer weten over sneeuwschoenwandelen? Lees hier alles over sneeuwschoenwandelen.
Met sneeuwschoenwandelen ben je de hele dag buiten op pad. Het wandelen op sneeuw is zwaarder en ook de omstandigheden in de winter zijn zwaarder dan bij een zomerse bergwandeling. Ook heb je kennis nodig van sneeuw. Net als bij bergwandelen in de zomer ben je zelf verantwoordelijk voor je doen en laten in de bergen. Je bent zelfredzaam, waarbij je de juiste spullen bij je hebt en de tocht goed voorbereid. Het helpt natuurlijk ook als je blij wordt van sneeuw, frisse luchten en uitzichten die je tegemoet stralen.
De vraag of je zelf op pad gaat of onder begeleiding is afhankelijk van je kennis van de sneeuw en het soort tochten dat je wilt maken. In de zomer volg je de paden en kun je makkelijker zelfstandig de risico’s inschatten. In de winter is het ingewikkelder. Er zijn winter(wandel)paden, maar daarbuiten volg je je eigen pad. De omstandigheden zijn in de winter uitdagender. Wil je graag weg van de gebaande paden en de drukte dan is het noodzakelijk om kennis te hebben van oriëntatie, het weer en natuurlijk over sneeuw en lawines. Zonder kennis van sneeuw en lawines kun je niet zelfstandig op pad. Heb je dat niet dan kun je hierin cursussen volgen. Of je gaat mee op een georganiseerde tocht.
Altijd al een keertje willen sneeuwschoenwandelen? Bergsportreizen, de reisorganisatie van de NKBV, organiseert prachtige sneeuwschoentochten. Neem snel een kijkje!
Met sneeuwschoenen op pad kan elke winter. Ook als er weinig sneeuw ligt kun je een fantastische tocht maken en genieten van het winterse landschap. En ligt er op een stukje van de tocht geen sneeuw, dan ga je gewoon op je bergschoenen verder. Het uitzicht en de bergwereld om je heen blijven even mooi. Je hoeft daardoor niet nagelbijtend de sneeuwhoogte in de gaten te houden. Je kunt ook bij minder sneeuw gewoon een mooie tocht maken.
Als je begint met sneeuwschoenwandelen is het misschien moeilijk in te schatten wat je kan. Ga ervan uit dat de tochten die je maakt korter zijn dan je zomertochten. Het lopen door de sneeuw is wennen en voelt zwaarder dan wandelen in de zomer. Ook qua moeilijkheid van de tocht kun je beter lager inzetten, dan te hoog. Begin bijvoorbeeld met dagtochten door glooiend of vlak terrein, zonder technische problemen. De zwaarte en moeilijkheid is vaak afhankelijk van het type sneeuw en de weersomstandigheden. Dezelfde tocht kan enorm zwaar of moeilijk zijn met diepvriestemperaturen of slecht zicht. Ook heeft het weer invloed op de sneeuw. Het loopt heel anders op vochtige en zware sneeuw die opgewarmd is in de zon dan over een stijfbevroren witte plaat.
Bij sneeuwschoenwandelen denk je misschien snel aan kou. Toch heb je het tijdens het wandelen snel warm. Doordat je de hele tijd beweegt warmt je lichaam op. Voor je het weet zweet je enorm. Tijdens het lopen heb je dus minder snel last van de kou. Als je stilstaat of het weer is extremer dan kun je het wel snel koud krijgen. De extremen zijn groter dan in de zomer. Het is dus belangrijk om gewapend te zijn tegen de kou. In je rugzak heb je altijd wat extra spullen. Maar net zo belangrijk is de warmte. Zeker in het voorjaar kan het erg warm worden. De sneeuw reflecteert dan ook nog eens alle zon. Zonnebrand en zonnebril zijn dan ook belangrijk.