Een wintersport voor iedereen, van jong tot oud. Skiën of snowboarden kost tijd om te leren. Het kost een tijdje voor je de techniek onder de knie krijgen. Op sneeuwschoenen loop je eigenlijk zo weg. Is het dan niet zwaar? Dat hangt er vanaf wat voor tocht je uitkiest. Je kunt de tochten zo makkelijk of moeilijk maken als je zelf wilt. Met een goede voorbereiding maak je een mooie tocht die goed bij jou past en waarbij je kan genieten van het witte landschap om je heen.
Hoe begin je?
Je hebt natuurlijk een paar sneeuwschoenen nodig. Sneeuwschoenen zorgen voor drijfvermogen. Zoals een surfboard drijft op het water, zo drijft een sneeuwschoen op de sneeuw. Door de sneeuwschoen zak je niet bij elke pas diep weg in de sneeuw. Lopend op sneeuwschoenen maak je je eigen spoor door de maagdelijke sneeuw. Je kiest je eigen route en maakt je eigen pad. Het voelt of jij de eerste bent die hier is geweest. Het geknisper en gekraak van de sneeuw dat je hoort bij elke stap is het enige geluid dat je hoort. Op sneeuwschoenen laat je namelijk de drukte van de skigebieden snel achter je. Weg van de piste waan je je alleen op de wereld. Je hebt de hele witte wereld voor jezelf. Nou ja, de kans is groot dat je sporen ziet van de dieren in het bos. Misschien spot je wel een gems.
Wat is een sneeuwschoen?
Indianen en jagers bedachten de sneeuwschoen om in de winter op pad te kunnen. Hun sneeuwschoenen bestonden uit simpele essentakken. Die werden tot een frame gebogen. Daartussen werd huid gespannen. Dit zorgde voor een platform onder de voeten. Hierdoor zakten ze niet weg, maar bleven ‘drijven’ op zachte sneeuw. Moderne sneeuwschoenen zijn eigenlijk niet zoveel anders. Nu worden de meeste sneeuwschoenen gemaakt van kunststof en metaal. Het idee is hetzelfde. De sneeuwschoen heeft een groter oppervlak dan de zool van je wandelschoen. Je voet zit alleen aan de voorkant vast aan je sneeuwschoen. Door de achterkant loszit kun je min of meer normaal lopen.