Hoe bind je in, de partnercheck en het zekeringsapparaat.
Sportklimmen is een mooie en veelzijdige sport. Een combinatie van kracht, techniek en uithoudingsvermogen bepaalt hoe goed je bent als klimmer. Iedereen kan klimmen, maar het is handig als je de basisprincipes voor het sportklimmen onder de knie hebt. Daarom geven we je tien tips voor sportklimmen.
Fouten bij het inbinden zijn vaak het gevolg van afleiding tijdens het vastmaken aan het touw of het vastmaken van het zekeringsapparaat. Hoewel het risico maar klein is, zijn de gevolgen groot. Concentreer je tijdens het inbinden en laat je niet afleiden door wat er allemaal om je heen gebeurt.
Na de Partnercheck moet de klimmer volledig op de zekeraar kunnen vertrouwen. Dit vraagt om continue oplettendheid door de zekeraar, een goede beheersing van het zekeringsapparaat en kennis over (het voorkomen van) veelgemaakte fouten bij het zekeren. Maak de klimmer pas los nadat deze veilig op de grond staat en je heeft laten weten dat je kunt stoppen met zekeren.
Wanneer je een zekeringsapparaat hebt, zorg er dan voor dat je weet hoe je deze moet bedienen. Bij tuberachtigen is het bijvoorbeeld belangrijk dat je het remtouw blijft vasthouden tijdens het overpakken. Bij halfautomaten kun je schrikken dat de remwerking wordt opgeheven wanneer je de hendel open trekt. Oefen daarom met valsituaties en raak vertrouwd met je zekeringsapparaat.
Als je klimmer nog onderin de route is, wees dan extra alert. Wanneer hij of zij laag bij de grond valt, is er een risico op vallen tot op de grond of op omstanders. Niet alleen bij voorklimmen, maar ook bij topropen. Zeker de eerste 5 meter daarom strak en oplettend. Bij het voorklimmen probeer je nog een stapje hoger te komen om je touw in te hangen, zodat je niet overstrekt staat. Omdat je onderin de route tot op de grond kunt vallen, is het slim om je lichaamshouding daarop aan te passen en met gebogen benen te landen.
Geef elkaar de ruimte en klim op een passende afstand van elkaar. Houd rekening met een pendelval als je naast elkaar klimt, en met routes die bovenin kruisen. Laat ook de klimmer rustig zakken na het klimmen. Dat is beter voor het touw (ivm smeltsporen) en ook voor de gemoedsrust van je klimmer en omstanders.
Door mee te lopen in de richting waarin je getrokken wordt, vang je een voorklimval dynamisch op. Een klimmer maakt dan een minder heftige val en heeft minder kans tegen de wand aan te klappen. Hierbij houd je rekening met zijwanden, dakjes en constructies (balustrades/spanten) waar de klimmer tegenaan kan vallen of pendelen.
Om een val goed te kunnen opvangen, is het belangrijk dat het gewichtsverschil tussen klimmer en zekeraar niet te groot is. Een verhoudingsgewijs lichte klimmer moet bij een voorklimval bewust dynamisch gezekerd worden. Een erg lichte zekeraar moet juist oppassen dat hij/zij niet tegen het eerste setje wordt getrokken. Gebruik bij erg grote gewichtsverschillen (zwaardere klimmer) een touwrem (Edelrid Ohm of Bauer Seilbremse) in combinatie met een halfautomaat.
Spreek als je voorklimt op een buitenmuur goed door wat gaat gebeuren als de klimmer bovenaan komt. De meeste wanden zijn ingericht met karabiners bovenaan en het inhangen van het touw is alles wat je moet doen. Soms moet de klimmer bovenaan ombouwen, dat wil zeggen het touw zelf door de haken halen. Roep NOOIT stand als je gaat ombouwen.
In het huisreglement van een klimhal staan regels die over de specifieke veiligheid binnen de hal gaan. Zorg dat je weet op welke situaties je alert moet zijn en weet wat je wel/niet mag in je hal.
Veel plezier met klimmen!