Zes dagen pittig hiken door het Zuid-Zwitserse kanton Ticino, wie tekent daar nou niet voor? Wij wel! Zeven man/vrouw sterk melden we ons voor de Ticino-Trail, een tocht van dik 50 kilometer en ruim vierduizend hoogtemeters. Lichte rugzakken mee, stokken erbij en klaar zijn we. Overnachten doen we in vijf hutten dus de slaapzakken blijven thuis.
Tekst: Rien Jans - Beeld: Chris König
‘Saluti’ proosten we met een biertje dat we hebben verdiend, als we neerstrijken op het hoogste terras dat we deze week tegenkomen op onze trip. Op 2568 meter is het met je rug naar de capanna Cristallina en de zon in je gezicht goed toeven, medio augustus. Maar als om een uurtje of vijf de zon achter de Cima di Lago verdwijnt, keldert de temperatuur en verdwijnt iedereen naar binnen. Ook in het zuiden van Zwitserland wordt het dan ronduit koud op dit soort hoogtes. De eerste resten van sneeuwveldjes hebben we vlak bij de hut dan ook al achter de rug. We troosten ons met de gedachte dat we de komende nachten in minder hooggelegen hutten slapen, waar we merken dat de temperaturen aanzienlijk minder dalen.
Als je op de kaart van Zwitserland kijkt, zie je dat Ticino de punt is waarmee Zwitserland een flink stuk Italië in prikt. Chiasso, in het zuidelijkste puntje van het kanton, ligt pal tegen Como aan, maar ook op een luttele 50 kilometer van Milaan. Geen wonder dat de voertaal in heel Ticino dan ook Italiaans is. Je ziet op de kaart ook dat door het belangrijkste dal, Valle Leventina, de rivier de Ticino stroomt, op weg naar het Lago Maggiore. En je merkt dat het door al dat Italiaans het best moeilijk is om te blijven bedenken dat je niet in Italië maar in Zwitserland bent.
‘s Ochtends dalen we een klein stukje over het pad waarover we gekomen waren maar buigen al snel rechtsaf, omhoog naar de Passo del Narèt en zien daar onder ons het gelijknamige stuwmeer liggen in de diepe Sambuco-vallei. Het pad wordt een supersmal geitenpaadje en daaraan zou je niet aflezen dat hier niet alleen onze route, maar ook de Via Alta Vallemaggia en de Via Alta Idra voorbijkomen. Ook het aantal wandelaars dat we tegenkomen verraadt niet dat we eigenlijk op een snelweg voor wandelaars lopen, want we komen niemand tegen, alleen wat boeren die hun klingelende koeien uitlaten op de alp. We passeren elke dag wel een of meerdere bergmeertjes, te beginnen met het kleine Lago di Prato. Ze zijn allemaal even helder en even koud, maar dat is een uitdaging. Jonas kent de Iceman-methode en zes dagen later kennen we die bijna allemaal: eerst veel hyperventileren, dan maximaal afkoelen en kijken hoe lang je het volhoudt.
De NKBV is er om jou alles te laten halen uit je bergwandelactiviteiten. We helpen je alvast goed voor te bereiden voor je komende bergwandelingen.
Voor de onbeheerde capanna Garzonera hebben we ons eigen eten meegebracht en koken er ons eigen potje, maar zo te zien wordt de hut wel regelmatig bevoorraad. Nadien doen we nog de capanna Leìt aan, de capanna Campo Tencia en de capanna Alpe Sponda, die net als de capanna Cristallina allemaal wel zijn bemensd. Het leuke is dat ze allemaal behoorlijk verschillen in karakter, waardoor het uitkiezen van je favoriete hut best moeilijk wordt en bovendien onzinnig is, maar ja, je hebt nu eenmaal de hele dag ruimte in je hoofd om over zulke dingen na te denken. De drie hutten waar toppen bij in de buurt zijn (Cristallina, Leìt en Campo Tencia) zijn steevast drukker, hoewel we in geen enkele hut nadrukkelijk veel rotsklimmers ontdekken, wel veel stoere gezinnen met kleine kinderen. De toppen rondom de hutten zijn maximaal drieduizend meter, terwijl onze trail zich aardig in een bandbreedte tussen de 2000 en 2500 meter houdt. Het hoogste punt van de route is de passo Ghiacciaione op 2716 meter. Daarom mag je dag vijf van deze trail de topdag van deze trail noemen, of de koninginnenrit. De dag ervoor is een verkapte rustdag, met minder dan vijf kilometer ultrakort. Het is een beetje raar, zo’n korte dag tussendoor als je juist bent gewend aan de hele dag wandelen, en het werkt ook behoorlijk ontregelend. Maar stiekem is het effect van zo’n dag heel prettig: ’t is weer eens wat anders. En zoals gezegd: zwemmen is elke dag een optie.
Op de laatste dag daal je af naar de bewoonde wereld. Twaalfhonderd meter naar beneden is dan geen probleem want je bent lekker ingelopen. Toch de stokken erbij, want een geplaveid pad op het laatste deel naar Chironico is soms glibberig en uiteindelijk wordt 1200 meter remmen voor je quadriceps toch een verzoeking. Gelukkig passeer je onderweg het wonderschone gehucht A Cara, een autoloos, picture perfect plekje waar de tijd stilstaat en je even in verwondering kunt genieten van de rust, voordat je terugkeert naar het dagelijks leven in Valle Leventina.
lees artikel uit Hoogtelijn La dolce vita Route in Tochtenwiki
Zwitserland wil voor 2050 klimaatneutraal zijn en daarbij past Swisstainable reizen, de Zwitserse variant van duurzaam (sustainable) reizen. Swisstainable staat voor bewustzijn van de tijdgeest, voor genieten en voor diepgang. De Zwitsers zijn trots op hun duurzame leefwijze en nemen hun bezoekers daarin graag mee. Zwitserland maakt het gebruik van duurzame energie, lokale producten en bewust reizen per openbaar vervoer daarom duidelijk zichtbaar voor iedereen.
Zes dagen hiken over het eerste deel van de Via Alta Idra. Deze huttentocht volgt de kam en biedt een prachtig zicht op de alpen in Ticino.