MENU

5-daagse huttentocht door het noorden van Ticino

Met een groep onbekenden op huttentocht in het meest zuidelijke kanton van Zwitserland, Ticino. Wandelen door beschermde natuurgebieden, langs talrijke bergmeren en prachtige watervallen. Waar de hutten Capanna’s en Rifugio’s heten, het eten mediterraans smaakt en waar het beste van Zwitserland en Italië samenkomt.

Tekst: Nicole Pijpers. Foto's: Freek van der Weijden

Dag 1: Hoogtemeters maken

  • Lengte: 8,3 km
  • Duur: 3,5 uur
  • Stijgen: 810m
  • Dalen: 41m

Vanuit Airolo pakken we de trein en bus naar de Funicular Ritom in Piotta. Dit is de steilste kabelspoorweg ter wereld met een indrukwekkende hellingshoek van 87,8%! Ooit gebouwd om het materiaal voor de stuwdam te vervoeren, nu is het de ideale manier om snel en met een prachtig uitzicht op het dal onder je aan de start van deze tocht te komen. Onze tocht loopt de eerste 3 dagen door Val Poira, de Pioravallei. Een dal met maar liefst 28 bergmeren en een van de grootste alpen van Ticino en is ook nog eens een beschermd natuurgebied.

Ons doel vandaag is Capanna Cadlimo (2570m). Dat betekent dat we een indrukwekkende 810m moeten stijgen. We lopen linksom langs het stuwmeer ‘Lago Ritom’, om na 5 minuten linksaf het karrenpad omhoog te lopen. Waar we in de zon vertrokken, slaat het weer om en trekken we onze regenkleding aan. We moeten er allemaal even inkomen, ons ritme zoeken en ons afsluiten voor de regen. Ben heel blij met mijn nieuwe jas van Rab, deze blijkt perfect bestand tegen de nattigheid, ik blijf droog en warm. Gelukkig maakt het landschap alles goed. Achter elke bocht en heuvel ontdekken we weer een nieuw meer dat ondanks de regen in het landschap ligt te glinsteren.

Hoe hoger we komen hoe rotsachtiger het wordt. In de verte zien we geen gestructureerd pad meer, maar gelukkig geven de op de rotsen geschilderde wit-rood-witte vlaggetjes de route perfect aan. ‘Nog heel even en dan zien we de hut’, roept onze gids Peter enthousiast. Ik voel de blijdschap dat we er ‘bijna’ zijn, maar niet is minder waar. Zigzaggend loopt het pad verder om na een klein uurtje uiteindelijk de voordeur van de warme hut open te kunnen trekken en we onze natte spullen in het drooghok kunnen hangen.

Dag 2: Dalen, dalen, dalen

  • Lengte: 9,6 km
  • Duur: 3,15 uur
  • Stijgen: 21m
  • Dalen: 742 m

Na een rustige nacht in ons 10-persoons stapelbed, ontwaken we met ietwat stramme benen. Vanwege watertekort kunnen we niet douchen. De een frist zich op met een kattenwasje, de ander plonst dapper in het ijskoude water van het meertje naast de hut. Vandaag wandelen we dezelfde route terug naar Rifugio Ritom (1870m) aan het stuwmeer.

Toch jammer, maar wanneer je daalt ziet het landschap er heel anders uit. We worden getrakteerd door uitzichten waarin meerdere bergmeren onder elkaar in het landschap pronken. Het is droog en de zon schijnt, dus dat geeft het geheel een heel andere uitstraling dan de regenachtige dag van gisteren. Gids Peter kijkt onderweg of we halverwege linksaf kunnen slaan en via Capanna Cadagno naar Rifugio Ritom kunnen lopen om toch nog iets meer variatie in deze etappe te krijgen. Gelukkig werkt het weer mee en lopen we uiteindelijk via de andere kant langs een bulderende waterval door het bos langs het helderblauwe stuwmeer naar Rifugio Ritom.

Dag 3: Kilometers maken

  • Lengte: 14,7 km
  • Duur: 5,05 uur
  • Stijgen: 607m
  • Dalen: 700m

Na een stevig ontbijt pakken we onze lunchpakketjes in. Vandaag is de langste dag van deze week. Je zou kunnen zeggen dat we dag 1 en 2 in deze dag stoppen. Oftewel ca. 15 km voor de boeg, waarvan de helft stijgen en daarna bijna net zoveel hoogtemeters weer dalen. We volgen vandaag etappe 11 van de Alpine Passes Trail in de omgekeerde richting, waarbij wij overnachten in het Centro Pro Natura Lucomagno en pas de volgende dag onze tocht richting Capanna Bovarina voortzetten.

We zwaaien de allervriendelijkste huttenwaard Lucca uit en lopen rechtsom via het bospad langs Lago Ritom. Na ongeveer een half uurtje volgen we de gele pijlen rechtsaf omhoog die ons verder het bos in leiden. We snijden dus het lusje dat ons langs Capanna Cadagno zou brengen af. Na een korte klim door het bos omhoog zien we Capanna Cadagno en het naastgelegen meer links van ons liggen. We slaan rechtsaf en volgen de kronkelende weg door het groene landschap omhoog. Fluitsignalen verraden de aanwezigheid van bergmarmotten, waarvan we er eentje op een grote steen in de zon zien zitten. Ik vind dit stuk prima te doen. De stijging gaat geleidelijker dan de eerste dag en mijn benen voelen goed. Rond lunchtijd bereiken we de pas, Passo delle Columbe (2380m). De helft van de dag zit erop! We rusten even uit bij het meertje Lago dei Campanitt en als we nog even achterom kijken zien we in de verte de besneeuwde toppen van de 4000 meter hoge Lauteraarhorn schitteren. Dit is het moment om de Pioravallei achter ons te laten.

Met de wandelstokken in de aanslag beginnen we aan de afdaling, stijl en pittig. We zoeken ons een weg door diepe geulen, die door de regen ontstaan zijn. Geleidelijk loopt de afdaling over in het weidse plateau van Piano dei Canali waar we enthousiast worden begroet door een kudde muilezels. Hopend dat we iets lekkers op zak hebben zetten ze hier en daar een hapje in onze bagage. Na een aai over de kop lopen we verder richting Acquacalda, een ecologisch centrum, aan de zuidkant van de Lukmanierpas in de Valle di Blenio. Weer een beschermd gebied dat het Pro Natura Centre genoemd wordt. En we snappen meteen waarom, wanneer we door een betoverend bos van bergdennen, lariksen en verschillende moerasgebieden stappen. We zijn moe, voelen de kilometers in de benen, maar vinden in dit bos de kracht om nog even door te zetten. Nadat we de beek Brenno zijn overgestoken komen we na een lange dag eindelijk aan bij onze derde accommodatie, het Centro pro Natura Lucomagno (1750m).

Wandelstokken: ja of nee?

Wandelstokken: ja of nee?

Ik wandel niet altijd met wandelstokken, maar toch ben ik blij dat ik mijn Leki's meegenomen heb. Vanwege het hoge aantal meters stijgen en dalen kwamen ze heel goed van pas. Bij het stijgen bleken ze een enorme steun en zorgden ze voor ritme en balans. Bij het dalen, vooral op lastige stukken, geven ze je toch extra stabiliteit en ondersteuning op gladde en/of moeilijke ondergrond.

Tips & techniek

Dag 4: De zwarte pas

  • Lengte: 9,1 km
  • Duur: 3,5 uur
  • Stijgen: 685m
  • Dalen: 567m

Wanneer we in de ochtend onze rugzakken vastsnoeren, dirigeert een boer zijn koeien over het pad verder het dal in. De medewerkster van de accommodatie wordt emotioneel en zucht met tranen in haar ogen: ‘… de winter komt eraan’. Alsof het weer haar hoort waait een koude wind om onze oren. Met 5 graden op de thermometer trekken we onze donsjas aan en gaan we op pad.

Via de beek wandelen we naar een parkeerplaats van campers. We steken over en beginnen aan onze beklimming naar de Passo di Gana Negra. Het pad loopt stijl omhoog. Met de kilometers van gisteren nog in de benen, heb ik het zwaar. Na 100 meter verzuren mijn kuiten en moet ik vaker even op adem komen dan me lief is. Na ongeveer 2,5 uur bereiken we de pas. Negra betekent zwart en we snappen meteen waarom. Zwarte stenen rotsblokken van leisteen liggen verspreid in de groene weiden. Het doet bijna surrealistisch aan en de vergelijking met ‘The Game of Thrones, ‘Harry Potter’ en ‘Lord of the Rings’ wordt al snel gemaakt. In de verte, tussen de bergtoppen, zien we de indrukwekkende stuwdam van het Lago di Luzzone liggen. Via mooie paden, langs beekjes en een klein meer wandelen we richting Capanna Bovarina. Terwijl de wind aanwakkert en kleine sneeuwvlokjes door de lucht dwarrelen bereiken we de hut. Onder het genot van een warme chocomelk en de warme met hout gestookte kachel kijken we terug op weer een prachtige en afwisselende wandeldag.

Dag 5: Laatste kilometers

  • Lengte: 4,8 km
  • Duur: 1,5 uur
  • Stijgen: 0m
  • Dalen: 640m

Berichten van hevige sneeuwval in de Alpen hebben ons bereikt dus vol nieuwsgierigheid kijken we volgende ochtend uit het raam. Witte bergtoppen steken als suikerbergjes boven ons uit, lichte sneeuwvlokjes dwarrelen door de lucht, maar hier geen centimeters sneeuw waar we doorheen moeten ploegen. Aan de ene kant jammer, maar het zorgt er wel voor dat we snel en comfortabel onze tocht naar het dal kunnen inzetten. Nog even extra warm aankleden en we kunnen starten. Via het bos en dorpsweggetjes bereiken we na ca. 1,5 uur Campo Blenio. Ons einddoel van deze huttentocht. Hier nemen we de bus naar Bellinzona, waar we afscheid nemen van onze gids en wij de volgende dag richting Nederland vertrekken.

De route

Praktische informatie & tips

  • Deze tocht is geen pakketreis en boek je helemaal zelf.
  • De moeilijkheidsgraad is gemiddeld (T2), zorg wel voor een goede conditie.
  • De beste wandeltijd voor deze huttentocht is half juni tot en met september/oktober, wanneer de berghutten open zijn.
  • Reserveer de hutten tijdig, zeker als je in het weekend of het hoogseizoen wilt wandelen.
  • In alle hutten, behalve Centro pro Natura Lucomagno, krijg je als NKBV-lid tot 50% korting. Dus neem je digtale ledenpas mee!
  • Met de trein reis je comfortabel in 1 dag (ca. 11 uur) van Amsterdam naar Airolo.
  • Vanuit Airolo pak je de trein naar Poitta en neem je de bus om na 5 minuten aan de voet van de Funicular Ritom (CHF 15,- enkele reis p.p.) lift te staan.
  • Neem contant geld mee om in de hutten te betalen.
  • Houd er rekening mee dat er bij de aangegeven wandeltijden geen pauzes meegerekend zijn.
Ontdek Ticino

Ontdek Ticino

Kun je niet wachten om zelf de rotsen in Ticino te ontdekken? Kijk dan voor meer informatie, overnachten, activiteiten en evenementen op de website van de plaatselijke VVV.

gebiedsinformatie