Bijna elke bergsporter heeft wel eens een blaar gehad. Soms een klein ongemak, soms het einde van een mooie wandeltocht. Beide wil je natuurlijk niet. Wat te doen bij blaren? Of nog belangrijker: hoe voorkom je een blaar tijdens het wandelen?
Blaren ontstaan doordat de bovenste laag van de huid losraakt van de onderliggende lagen en er vocht ophoopt in de vrijgekomen ruimte. Dat kan gebeuren door continue en intensieve wrijving, bijvoorbeeld door een te krappe schoen. Maar ook bevriezing van ledematen bij tochten op grote hoogte kan een oorzaak zijn. Simpel gezegd is een blaar een soort natuurlijke pleister: een waterig kussentje dat beschadigde huid de kans geeft om te herstellen. Blaren zijn er in verschillende vormen en afmetingen. Ze kunnen overal op de huid voorkomen, ook onder nagels en dik eelt.
Als je een blaar voelt opkomen, kun je een blarenpleister gebruiken om te voorkomen dat de blaar groter wordt. Zorg dus dat er blarenpleisters in je EHBO-set zitten. Bij langeafstandswandelingen of duursporten, is het onverstandig om een blarenpleister te gebruiken, omdat blaren moeilijker te behandelen zijn als die toch doorzetten.
Heb je al een blaar? Dan is het goed om te weten hoe je blaren kunt behandelen. Laat een gesloten blaar dicht. Het blaardak is de beste bescherming voor de kwetsbare onderliggende huid. Zo voorkom je infecties en de blaar geneest vanzelf als er geen verdere wrijving plaatsvindt. Als je erge last van de blaar hebt of als je denkt dat de blaar gaat scheuren, kun je blaren het beste doorprikken. Ga hier rustig voor zitten en zorg dat je schone handen hebt. Maak het blaargebied schoon met water of ontsmettingsmiddel voordat je de blaar doorprikt. Gebruik een steriele blaarprikker of naald uit de naaidoos, die je eerst met ontsmettingsalcohol schoonmaakt. Prik de blaar op twee plekken aan de basis door en druk de blaar met een gaasje voorzichtig leeg. Daarna dek je een blaar af: gebruik hiervoor een wondpleister of steriel niet-klevend kompres, dat je met bijvoorbeeld met leukoplast of sporttape vastzet. Laat het blaardak zitten na het doorprikken, want deze beschermt de onderliggende huid. Als de blaar al open is, kun je hem het best afdekken met een steriel verband of een pleister. Je kunt het verband na een dag vervangen.
In de meeste gevallen is dit voldoende om blaren te behandelen. Gaat de blaar ontsteken? Neem dan contact op met de huisarts.
In veel gevallen kun je blaren voorkomen. Als je veel wandelt, heb je altijd kans op een blaar, maar met deze tips wordt de kans wel een stuk kleiner:
Bij het Rode Kruis kun je meer lezen over (wrijvings)blaren. In het filmpje kun je zien hoe je stap voor stap een blaar kunt behandelen.
Het artikel 'Eigen schuld of niet? Blaren' verscheen in Hoogtelijn 2-2017