MENU

Uitspraak van Hoge Raad over klimongeval A'dam

De strafrechtelijke verantwoordelijkheid van een zekeraar.

In het voorjaar van 2012 heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van een zekeraar bij een klimongeval in 2008 in een Amsterdamse klimhal. Uit de uitspraak volgt dat bij klimactiviteiten een hoge mate van zorgvuldigheid wordt verwacht.

Dodelijk klimongeval: de feiten

Een groepje van vier personen (A, B, C en D) was in 2008 gezamenlijk aan het klimmen in een klimhal. Twee van die klimmers (A en B) klommen wekelijks met elkaar. Daarnaast waren de vriendin van A (mevrouw C) aanwezig en een vierde klimmer (D). Op een gegeven moment zekert A zijn vaste klimpartner B. In de route naast hen klimt zijn vriendin (C) die wordt gezekerd door D. Als de vriendin (C) weer op de grond staat praat de man (A), die op dat moment zijn partner (B) nog zekert, met zijn vriendin (C) en haar zekeraar (D). Dan maakt A een fout: hij maakt het zekertouw van zijn klimpartner (B), die nog aan het klimmen is, los. Als A zijn fout bemerkt is het al te laat. B gaat in het touw hangen, dat niet langer gezekerd is, valt op de grond en komt door de opgelopen verwondingen te overlijden.

Vervolging, rechtbank en hof

Bij wetsovertredingen kan het Openbaar Ministerie (OM) een verdachte vervolgen. Dit is de zogenaamde strafrechtelijke vervolging. Of de verdachte schuld heeft aan wordt beoordeeld door de rechter. De rechter baseert zijn oordeel op de aanklacht (tenlastelegging), de bewijsmiddelen (zoals getuigenverklaringen en deskundigenberichten) en het verweer van de verdachte en zijn advocaat.

In eerste instantie oordeelt de rechtbank over de aanklacht. De rechtbank oordeelt over de feiten waaruit een bewezenverklaring wordt geconstrueerd. Vervolgens onderzoekt de rechtbank of het bewezenverklaarde een strafbaar feit oplevert, zoals omschreven in de wet.

Als het OM of de verdachte het niet eens zijn met het vonnis dan kan beroep worden ingesteld bij het hof. Ook deze instantie kijkt naar de feiten en hoort zo nodig nieuwe getuigen.

Als het OM of de verdachte het niet eens zijn met de uitspraak van het hof kan geklaagd worden bij de Hoge Raad. De Hoge Raad kijkt niet meer naar de feiten maar beoordeelt uitsluitend of de rechter de wet goed heeft toegepast op de feiten en het oordeel voldoende gemotiveerd heeft.

De aanklacht in deze zaak

Het Openbaar Ministerie verwijt zekeraar A dood door schuld. Schuld in de zin van de strafwet moet anders worden opgevat dan schuld in het normale spraakgebruik. Volgens vaste rechtspraak is hiervan pas sprake als de dader ‘grove of aanmerkelijke schuld’ kan worden verweten.

Het OM legt zekeraar A ten laste: “dat [verdachte], optrad als zekeraar van [slachtoffer]- roekeloos, in elk geval grovelijk, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of nalatig heeft gehandeld door: geen zicht te houden op [slachtoffer], zijnde zijn, verdachtes, klimmer en/of zich met andere zaken bezig te houden op het moment dat hij, verdachte, zijn klimmer, te weten voornoemde [slachtoffer], aan het zekeren was.

Verweer

De zekeraar verweert zich en stelt dat hij geen fout gemaakt heeft door niet continu zicht te houden op de klimmer. Door de spanning op het touw zou de zekeraar ook voelen of hij touw moet inhalen. Daarnaast heeft de zekeraar aan de ouders van het slachtoffer spijt betuigd en wil hij zich inzetten voor het bevorderen van een veiligere klimsport.

De advocaat van de zekeraar voert aan dat van schuld in strafrechtelijke zin geen sprake is omdat de zekeraar twee geautomatiseerde processen verward heeft. De advocaat wijst hierbij op onderzoek van professor Wagenaar die stelt dat het losmaken van het zekerapparaat na het klimmen van een route een geautomatiseerde handeling is (‘skill based behaviour’ of reflexmatig gedrag). Het risico bestaat, aldus Wagenaar, dat een ‘double capture slip’ optreedt waarbij twee processen verward worden. Wagenaar heeft de gevolgen van de double capture slip in de klimhal (met betrekking tot zekeren) beschreven in zijn boek ‘Psychologie in de rechtszaal’.

De diverse uitspraken

De rechtbank volgt deze verweren niet en verklaart (in 2009) de zekeraar schuldig maar legt de zekeraar geen straf op. De rechtbank acht verwijtbaar dat de zekeraar geen zicht heeft gehouden op het slachtoffer en zich niet heeft beperkt tot zijn taak als zekeraar maar ook heeft gepraat met de zekeraar naast hem en heeft gekeken naar de klimmer naast hem. De zekeraar kan zich niet met dit vonnis verenigen en vraagt het hof de zaak nogmaals te beoordelen.

Het hof oordeelt in 2010 dat van schuld in strafrechtelijke zin geen sprake is en spreekt de zekeraar vrij. Met dit oordeel is het OM het niet eens en vraagt de Hoge Raad het oordeel van het hof te heroverwegen.

De Hoge Raad oordeelt op 7 februari 2012 dat het hof het juiste criterium heeft aangelegd en dat geen sprake was van grove of aanmerkelijke schuld.

Belang van deze uitspraak

De uitspraak is voor individuele klimmers van belang. Geoordeeld is dat klimmer en zekeraar zich voorzichtiger en oplettender moeten gedragen dan wanneer het zou gaan om het verrichten van andere, minder gevaarlijke activiteiten. Dit is de norm waaraan het handelen van klimmers zal worden getoetst.

Door de uitspraak van het hof is een eerdere uitspraak van de rechtbank Maastricht met betrekking tot een soortgelijk ongeval van minder belang geworden. In die zaak oordeelde de rechter dat “verdachtes schuld met name is gelegen in de omstandigheid dat verdachte zich naar links heeft begeven, zodoende niet langer recht onder [slachtoffer] is gebleven”. Het hof heeft (terecht) geoordeeld dat het niet noodzakelijk is dat de zekeraar voortdurend naar de klimmer kijkt. Een ervaren zekeraar kan immers ook aan de spanning van het touw voelen of touw moet worden ingehaald. Evenmin is het (technisch gezien) noodzakelijk dat de zekeraar recht onder de klimmer staat. Voor effectieve communicatie met en zicht op de klimmer is het overigens wel wenselijk dat de zekeraar zo veel mogelijk zicht houdt op de klimmer.

De door de rechtbank Maastricht toegepaste strafmaat (voorwaardelijke hechtenis) is, in het licht van de latere uitspraak van de Hoge Raad over het begrip schuld, niet langer juist. Dit blijkt ook uit een andere uitspraak.

Veiliger

Mede naar aanleiding van dit ongeval de klimhallen, de Branchevereniging Klimsport en de NKBV hun contacten geintensiveerd en samen de Stichting Veiligheid Klimsport Nederland opgericht. Enekele maatregelen die hieruit zijn voorgekomen zijn: