Bliksemflitsen die de lucht doorklieven, donders die door de bergen echoën en donkere onweerswolken - en jij zit er middenin! Je rent de gletsjer af terwijl de hagelstenen op je helm tikken. Wat begon als een mooie dag is nu veranderd in een vervelende of zelfs gevaarlijke situatie. Onweer boezemt vrijwel alle bergsporters angst in. En terecht. Wat kun je het beste doen als je onverhoopt in de bergen in onweer terecht komt?
Dit is het tweede deel van een artikel over onweer. Lees in ‘Onweer in de bergen (deel 1)’ hoe je onweer tijdig kunt herkennen zodat je er niet door verrast wordt.
Een goede voorbereiding is het halve werk. Uiteraard is het beter om bij dreiging van onweer een kortere en eenvoudigere tour in de bergen te plannen. Maar het is ook belangrijk om na te denken over wat je kunt doen als je onverhoopt toch in onweer terechtkomt. Blijft de route dan nog begaanbaar?
Een aantal vragen die je jezelf bij de planning van je tocht moet stellen:
Bedenk ook alvast welke tekens je aan de hemel kunt verwachten. Onweerswolken kunnen er verschillend uitzien. Als er bijvoorbeeld warmteonweer wordt verwacht, moet je vooral letten op opbollende stapelwolken. Bij een koufront moet je juist de toename van hoge en middelbare bewolking goed in de gaten houden.
Tip: Wil je het weer in de bergen leren ‘lezen’? In de NKBV-brochure 'Het weer in de Alpen' wordt precies uitgelegd op welke tekens je moet letten. De brochure is op A5 formaat, heeft 34 pagina's en kost € 3,95. De brochure is te bestellen in de NKBV webshop.
Foto: Erich Kübler.
Blijf regelmatig naar de lucht kijken als je op pad bent. Zie je al opbollende stapelwolken? Zie je al buienwolken met een aambeeld? Ook kan het nuttig zijn op je smartphone de laatste beelden van de buienradar en eventueel satellietfoto's te bekijken. Het heeft onderweg geen zin meer om weerberichten te lezen of weermodellen te bekijken. Die worden slechts enkele malen per dag ververst, terwijl je tijdens je tocht in de bergen vooral het weer voor de komende uren wilt weten. Kijk bijvoorbeeld op de buienradars:
Wordt de lucht dreigend en verwacht je onweer in de bergen, is omkeren uiteraard de beste optie. Daarbij is de vuistregel: snelle veranderingen aan de hemel vereisen snel handelen!
Nu is het toch gebeurd: ondanks alle voorbereidingen en het constant in de gaten houden van de hemel is snel een heftig onweer komen opzetten. Zodra er minder dan 10 seconde tussen bliksem en donder zitten, bevind je je 'in het onweer'. Je loopt dan direct gevaar door het onweer. Er is bijvoorbeeld kans dat de bliksem in de buurt inslaat. Vanaf dat moment moet alles wat je doet ervoor zorgen dat je zo snel mogelijk weer in een veilige situatie komt. Bij voorkeur bevind je je zo snel mogelijk in een berghut met bliksemafleider of in het dal (auto/huis).
Soms hoor je verhalen dat mensen tintelingen of stroom door hun lichaam voelden of dat haren ineens rechtop gingen staan. Dit wordt meestal veroorzaakt door blikseminslagen in de buurt, waardoor er een groot oppervlak kortstondig onder stroom komt te staan. Deze stroomsterktes zijn over het algemeen niet dodelijk, in tegenstelling tot directe blikseminslagen. De aarde raakt onder een negatief geladen buienwolk vaak positief geladen. Als de tegenstelling tussen positieve en negatieve lading te groot wordt, ontstaat een bliksemontlading om de tegenstelling op te heffen. Dat het aardoppervlak geladen wordt, uit zich wel eens in zoemende pickels of haren die overeind gaan staan. Als je op een bergtop of hooggelegen punt staat, is er dan sprake van acuut inslaggevaar.
De top van de berg is de gevaarlijkste plek als je je in onweer bevindt. Je wint al aanzienlijk aan veiligheid door ongeveer tot 20 à 30 meter onder de top af te dalen. Verder afdalen is aan te raden als dat veilig kan. Als een verdere afdaling door geulen of puincouloirs volgt, wees dan beducht op steenslag als gevolg van de regen en harde wind. Het is in ieder geval raadzaam om altijd op een op kaart of gidsje beschreven route te blijven. Abseilen vanaf de graat de flank van de berg in, puur omdat je weg wilt zijn van de graat, kan je juist in een nog gevaarlijke situatie brengen. Ook het nemen van wandelpaadjes waarvan je niet weet waar die heen leiden is onverstandig, omdat je in valgevaarlijk terrein kunt komen.
De bliksemflitsen boezemen het meest angst in. Dat alpinisten of wandelaars getroffen worden door een directe blikseminslag, gebeurt echter zelden. Het overgrote deel van de ongelukken tijdens onweer in de bergen gebeurt door alle bijkomende gevaren, zoals steenslag en uitglijden op bijvoorbeeld natte of verijsde rotsen, gras of wandelpaden. Door de bewolking en de mist verdwalen mensen, waardoor ze ongemerkt in gevaarlijk terrein terechtkomen. Ook worden in paniek cruciale zekerfouten bij het klimmen gemaakt of wordt het zekeren geheel achterwege gelaten.
Het is dus vooral belangrijk om kalm te blijven als je overvallen wordt door onweer. Blijf veilig handelen en denk na voor je iets doet. De extra tijd die je hiervoor eventueel nodig hebt, is toch een winst in veiligheid. Als het bijvoorbeeld nodig is om te zekeren, doe je dat, ook al kost het extra tijd. Vaak is het nodig om meer en langere stukken af te zekeren bij onweer dan bij mooi weer, omdat rotsen bijvoorbeeld glad worden door regen, sneeuw of verijzing. Ook neemt de kans op steenslag toe tijdens onweer.
Toppen, prominente bomen en terreinovergangen zijn plekken waar de bliksem bij voorkeur inslaat. Gehurkt op je touw of rugzak zitten op enige afstand van een rotswand is het veiligst. Bron: Bergundsteigen.com.
Over het algemeen geldt bij onweer: blijf op de route. Bij een klettersteig (via ferrata) is dat anders. Als je op een klettersteig overvallen wordt door onweer, is het juist gevaarlijk om via de klettersteig af te dalen, ook als je laag op de berg bent. Een klettersteig is namelijk een soort grote metalen bliksemafleider die vaak bij de top van de berg begint en in het dal eindigt. Slaat de bliksem in op de bergtop, heb je kans dat de hele klettersteig onder stroom komt te staan. Zoek een plek op waar je veilig kunt staan, ontkoppel je van de klettersteig nadat je een extra zekeringspunt hebt gevonden in de rotsen of - als niets anders voorhanden is - met een schlinge rond een stevige, levende boom mits die niet het hoogste punt vormt. Zorg er altijd voor dat je gezekerd blijft! Het kan gaan waaien, rotsen en gras kunnen nat en glad worden door regen en nabije blikseminslagen kunnen schokgolven veroorzaken waardoor je je evenwicht misschien verliest. Vind je geen geschikt zekerpunt en is het terrein geëxponeerd? Dan is je enige optie om je toch aan de klettersteig te zekeren.Houd niet met je handen de klettersteig vast.
Ook op alpiene routes in geëxponeerd terrein moet je bij onweer voor een zelfzekering zorgen. Hierbij is het begrip ‘geëxponeerd terrein’ ruim op te vatten. Er zijn verhalen bekend van klimmers die door schokgolven van een nabije inslag pas enkele meters verder tot stilstand kwamen. Voer zekeringen bij voorkeur dubbel uit omdat karabiners door de stroomsterkte van een blikseminslag kapot kunnen gaan en touwen kunnen smelten. Zorg dat de karabiner van je zelfzekering zo ver mogelijk van je lichaam is verwijderdom zo brandwonden te voorkomen.
Het is een misverstand dat metalen voorwerpen de bliksem aantrekken. Een bliksemafleider is weliswaar van metaal, maar functioneert alleen goed als een bliksemafleider omdat de metalen staaf met de aarde verbonden is. In het algemeen geldt dat de metalen voorwerpen die we bij ons dragen te klein zijn om het punt van blikseminslag te beïnvloeden. Waarom moet je ze dan wegleggen? Dat is vooral om de gevolgschade van een blikseminslag te verminderen. De bliksem zoekt namelijk de weg van de minste weerstand. De huid zelf is normaal gesproken goed geleidend en daarom is de kans dat je een blikseminslag overleeft vrij groot. In metalen voorwerpen is de weerstand echter nog lager en dus zal de stroom zich daar concentreren. Daarbij kunnen hoge stroomsterktes optreden, die ernstige brandwonden kunnen veroorzaken. Dit kan zowel bij directe als ook nabije inslagen gebeuren. Om deze redenen hoeven metalen voorwerpen alleen dan bij onweer in de bergen weggelegd worden als ze niet voor (zelf)zekeringen nodig zijn en als verder afdalen geen optie is. Als je een pickel nodig hebt om veilig af te dalen, gebruik hem. Als je op een gletsjer een touw met metalen karabiners nodig hebt om je veilig voort te bewegen, doe dat.
Ongevallen bij onweer gebeuren vaak wanneer mensen overhaast proberen te vluchten of in paniek raken en daarbij onveilige dingen doen. Pas als je besluit dat afdalen te gevaarlijk is en je het onweer in de bergen moet uitzitten, doe je het volgende: leg je pickel, stokken, fotocamera, GPS en andere metalen voorwerpen die niet voor je zelfzekering noodzakelijk zijn op een afstand en ga gehurkt op de grond zitten met de voeten tegen elkaar. Ga nooit plat op de grond liggen en blijf weg van geïsoleerde hoge objecten (bijvoorbeeld masten van skiliften en kabelbanen en geïsoleerd staande bomen) of plotselinge terreinovergangen (de rand van een kloof). Steun je handen niet op een rotswand of boom, maar sla ze rond je benen; anders kan de stroom van de bliksem via je handen en voeten door het lichaam stromen. In principe is het weer veilig om verder te handelen zodra er een half uur verstreken is na de laatste bliksem en donder.
Tot slot nog een laatste tip: in september is de kans op warmteonweer een stuk kleiner dan in de zomer. De dagen worden weliswaar korter, maar je wint tijd doordat je niet zo vroeg terug hoeft te zijn. Dat maakt september meestal een goede maand voor lange rotstochten of lange alpiene sportklimroutes zonder sneeuw- en ijspassages.
Auteur: Nander Wever