Veel alpiene tochten leiden ergens op de route langs een randspleet of een randkloof. In het voorjaar is het passeren daarvan meestal geen probleem, maar als de zomer vordert kunnen ze erg uitdagend of zelfs een onneembare barrière vormen. Dit artikel geeft uitleg over hoe je moet omgaan met randspleten en randkloven.
Laten we beginnen met een uitleg van de termen randspleet en randkloof; ze worden vaak door elkaar gebruikt. Het Duits gebruikt de benamingen Bergschrund (randspleet) en Randkluft (randkloof). In het Frans heet de randspleet een rimaye.
De Bergschrund of randspleet is de eerste of hoogste spleet van de gletsjer. Het is de overgang tussen het voedende sneeuw- of firnveld (firn is oude, ingeklonken, sneeuw) en de bewegende gletsjer. In de winter, als de gletsjer daadwerkelijk gevoed wordt door het firnveld, is de randspleet gevuld met sneeuw en voedt op die manier de gletsjer. In de zomer valt er nauwelijks nog sneeuw en daardoor stopt deze aanvoer van nieuwe sneeuw. Doordat de gletsjer langzaam naar beneden stroomt ontstaat er een barst tussen het firnveld en de gletsjer; dit is de randspleet of Bergschrund.
In de Alpen liggen veel firnvelden aan de bovenkant tegen een rotswand aan. Onder invloed van de zon warmt rots makkelijker op dan firn. Hierdoor smelt de firn die tegen de rots aan ligt weg en ontstaat er een metersdiepe spleet of kloof; dit is de randkloof of Randkluft.
In het voorjaar is de randspleet vaak al zichtbaar (naast de klimmer) maar nog prima te beklimmen. Foto, Bas Visscher.
Let op, bovenstaande uitleg is een versimpeling van de werkelijkheid. De natuur is vaak complexer en houdt zich niet aan bedachte concepten. Soms is er helemaal geen firnveld en wordt de gletsjer rechtstreeks door sneeuw vanaf een rotswand gevoed. Wat je kunt onthouden: de randspleet is een spleet met aan beide kanten ijs, firn of sneeuw en de randkloof is een spleet tussen de rots en het ijs, firn of sneeuw.
De randspleet is een dynamisch systeem dat in de zomer ontstaat en iedere winter weer dicht sneeuwt. Hoe breed de spleet aan het eind van de zomer wordt, is per seizoen verschillend. Er is wel een tendens dat randspleten in de zomer vaker te groot worden om simpelweg overheen te springen. De randspleet wordt dan een klimpassage met eigen technische uitdagingen. De bergkant van de spleet is vaak een stuk steiler en kan soms zelfs uit meerdere meters overhangende sneeuw bestaan. Om zo'n passage te klimmen heb je een volledige ijsklimuitrusting én ijsklim-skills nodig. Ook is het vaak niet duidelijk wat de beste oversteekplek is met voldoende stabiele sneeuw of firn. Een vast touw aanleggen is geen goed idee omdat je dit touw in het firnveld moet verankeren en dat levert zelden een langdurige en veilige verankering op. Helaas is omkeren vaak de enige optie. Het geluk is dat de randspleet in de winter weer dicht sneeuwt en het volgende voorjaar klim je er probleemloos overheen.
De Tour Ronde Noorwand heeft eind juni al behoorlijke randspleten aan zijn voet. Foto, Bas Visscher.
Bij de randkloof is dat een ander verhaal. De randkloof sneeuwt in de winter, net als de randspleet wel weer dicht. Ook dit nazomerse probleem lost zich dus vanzelf weer op. Het blijvende probleem is dat de firnvelden in de Alpen blijvend wegsmelten, net als de gletsjers. Gevolg; de bovenrand van het firnveld zakt naar beneden en dus ook de overgang tussen de firn (of sneeuw of ijs) en rots. Dit klinkt misschien niet als een groot probleem maar is dat vaak wel als er een klettersteig of klimroute in de rots is ingericht. De instap kan dan onbeklimbaar worden. De rots die onder het firn vrij komt is vaak een structuurloze plaat zonder spleetjes en daardoor niet af te zekeren met mobiele protectie. Bijkomend probleem is dat de toplaag vaak brokkelig is en daardoor nauwelijks beklimbaar. Er zijn inmiddels vele klimroutes in de Alpen waarvan de eerste touwlengte uit deze rots bestaat of er een alternatieve instap is ontstaan omdat de originele instap onbeklimbaar is geworden. Uiteraard kunnen er boorhaken bijgeplaatst worden maar dat moet iemand doen en soms daalt de firnrand zo snel dat er ieder seizoen een extra boorhaak ingeboord moet worden om de instap op de schrale rots klimbaar te houden.
Voor klettersteigs is dit probleem identiek en is het onderhoudswerk nog groter. De Höllentalroute op Duitslands hoogste berg, de Zugspitze (2962m) is een bekend voorbeeld. De instap naar de klettersteig ligt inmiddels 15 meter boven de randkloof. Er is recent een 10 meter lange staalkabel geïnstalleerd maar die lost niet alle problemen op.
Höllentalroute wordt lastiger door verzakte randkloofPetzl tech tips crossing a bergschrund
Wil je meer informatie over het plannen van alpiene tochten? Lees dan de blog van onze blogger Bas Visscher met een stappenplan voor het plannen van alpiene klimtochten en ons artikel over touwgebruik op de gletsjer.
Stappenplan voor alpiene tochtenplanning Touwgebruik op de gletsjer
Laatste revisie 8/8/2025 tln.
Scan de QR-code en sluit je aan bij de Zelfstandige Alpinisten Community! Doe mee aan lezingen en workshops die jou helpen in het zelfstandig alpineren – georganiseerd voor en door andere zelfstandige alpinisten.