De bergsport heeft geen scheidsrechters maar wel spelregels. Hoe zit dat?
Hoe kun je bergsportprestaties met elkaar vergelijken die heel verschillend zijn? In het verleden leidde de jaarlijkse Piolet d'Or verkiezing, voor 'beste' bergsportprestatie van het jaar, daarom steevast tot veel discussie. Wat ook speelt is dat iemand die een grensverleggende prestatie heeft verricht tot voor kort alleen op zijn of haar woord moest worden geloofd. Mag je inmiddels verlangen dat er bewijs is in de vorm van video, of GPS-logs?
In het verleden gold de basale stelregel in de bergsport dat men iemand op zijn/haar woord vertrouwde. Inmiddels is duidelijk dat niet iedereen het even nauw met de waarheid neemt. Was men op de top of de voortop? Stond het hele team op de top? Klom men met zuurstof of niet? Was men überhaupt wel op de berg? De beklimmingen, of claims daarvan, van Frederick Cook (claimde op Denali te hebben gestaan in 1906), Maestri (fictieve claim van eerstbeklimming Cerro Torre), Tomo Česen (Lhotse Zuidwand) en meer recentelijk Ueli Steck (Annapurna Zuidwand solo) zullen waarschijnlijk tot in de eeuwigheid voor discussie zorgen.
Wie grensverleggend bezig is in de sport maakt het zichzelf en anderen makkelijk door eerlijk melding te maken van de prestatie. Als een beklimming is vastgelegd op foto, film of GPS-track dan is daar achteraf geen discussie over mogelijk. En dus, wie naar buiten wil treden met zijn prestatie, doet er goed aan met bewijs terug te komen.
Bij een technische route kan het zijn dat de route belangrijker is dan de top. Op de normaalroute van een zeven- of achtduizender is dat in de regel niet zo. Het zijn projecten van enkele weken tot twee maanden als doel de top te halen er er gezond weer af te komen. Omdat er vaak media, sponsoring, records, en soms inkomen mee gemoeid is (en er niemand staat te kijken), leidt dat regelmatig tot liegen/overdrijven. Het laatste stuk is vaak het lastigste stuk, vaak niet eens technisch maar altijd het uitdagendst qua zuurstoftekort, extreme omstandigheden en volharding.
In de begindagen van de bergsport was het bereiken van de top het hoogste doel. Dit verschoof halverwege de jaren 70 naar de stijl waarin de top werd bereikt en inmiddels hechten we veel waarde aan technisch moeilijke beklimmingen van nieuwe of vernieuwende routes in goede stijl. Belegeringen van bergen in expeditiestijl, met volop ondersteuning van dragers en zuurstof, zijn sportief gezien geen prestatiesport meer. Die tijd ligt achter ons. Beklimmingen in kleine, self-contained alpiene stijl daarentegen wel. 'Light and fast' is het devies. Net als leave no trace.
De actueel geldende normen en waarden in de bergsport worden verwoord in een drietal door de UIAA en vele nationale klim- en bergsportverenigingen onderschreven verklaringen. Dit zijn:
The Kathmandu Declaration on Mountain Activities. "A short but important set of principles about the urgent need for the effective protection of the mountain environment and landscape. It was adopted in Kathmandu, Nepal by the UIAA General Assembly in 1982 and establishes the principles for conservation, access and mountain protection."
de UIAA Mountain Ethics Declaration. "The Mountain Ethic Declaration was amended and approved in Porto on 10 October, 2009. Mountaineers and climbers practice their sport in situations where there is a risk of accidents and where outside help may not be available. With this in mind, they engage in this activity at their own risk and are responsible for their own safety.
de Tyrol Declaration on Best Practice in Mountain Sports. "The Tyrol Declaration on Best Practice in Mountain Sports which calls on mountaineers to 'stretch your limits and aim for the top' contains a set of values and maxims to provide guidance on best practices for mountain sports." (08-09-2002)
De NKBV onderschrijft deze verklaringen en verlangt van degenen die een aanvraag doen voor expeditieondersteuning dat zij bij hun trip handelen in de geest van bovenstaande declaraties.
Moet de NKBV elke toppoging controleren? Nee, dat is natuurlijk niet realistisch. We geloven primair in de eerlijkheid en eigen verantwoordelijkheid van onze leden. Maar voor grensverleggende prestaties verlangt de CEAT/NKBV wel dat klimmers hun uiterste best doen om terug te komen met een bewijs van de geleverde prestatie, middels foto, film of gps. Eerlijkheid loont en de geschiedenis leert dat leugens of halve waarheden over beklimmingen uiteindelijk meestal aan het licht komen.
over (nieuwswaardige) expedities
Lees meer over stijl en ethiek in de bergsport bij onze collega's van The BMC.