MENU

Het 3 lagen + 1 systeem

Veiligheid in de bergen heeft voor een groot deel te maken met de juiste kleding. En als we het hebben over de juiste kleding, dan hebben we het vaak over het drielagensysteem, of eigenlijk het vierlagensysteem. Lees hoe dat zit.

De eerste laag

De onderlaag, vocht afvoeren

De eerste laag is de onderlaag; de laag die je direct op de huid draagt. Deze laag heeft primair de functie om vocht - zweet - van je af te voeren. Maar om het lagensysteem goed uit te leggen, moeten we eerst iets dieper ingaan op de werking van ons lichaam en met name de hamvraag: waarom zweten we?

Waarom zweten we?

Laten we voor het gemak uitgaan van een mooie warme zomerdag in de bergen. We lopen met een rugzak heerlijk richting de top van de Kleine Dachstein. We beginnen vroeg met het zonnetje nog net achter de bergen. Het is aangenaam fris. We lopen lekker; van inspanning is nog niet echt sprake. Tot het moment dat het wat zwaarder wordt en het zonnetje de omgeving begint te verwarmen. Langzaam voelen we het shirt tussen rug en rugzak vochtig worden en rond de slapen en voorhoofd wordt het klammig: we zweten.

Zweten doen we omdat onze lichaamstemperatuur te hoog wordt. Het lichaam reageert daar op door te gaan zweten. Zweet - water - heeft de natuurkundige eigenschap óf te verdampen óf te bevriezen. Dat laatste natuurlijk bij temperaturen onder nul, het eerste bij temperaturen daar boven. Waarbij gezegd moet worden dat hoe hoger de temperatuur is, des te meer verdamping er op treedt. Door het verdampen van zweet brengen we onze lichaamstemperatuur weer op orde. Mooi zo’n automatische thermostaat!

Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Verdampen heeft nog een bijkomend effect: het kost energie. In het geval van warm weer, een zacht windje en een lekker zonnetje zal deze energie grotendeels van buitenaf komen en ervaren we dit afkoelen doorgaans als prettig. Op koude dagen zweten we om precies dezelfde reden als op warme dagen. Echter bij lagere temperaturen zorgt zweet ervoor dat we verder afkoelen dan we eigenlijk willen, want het verdampen onttrekt nog meer warmte aan ons lichaam. Ons lichaam wil warm blijven, moet werken, gaat nog meer zweten en dus stoppen we nog meer energie in het verdampen van het zweet. Resultaat is een neerwaartse spiraal van het kwijtraken van energie en een oncomfortabel gevoel als gevolg. Deze energie kuan je beter in de wandeling zelf steken en om zelf warm te blijven. Of vice versa. En nu komen we terug waar het allemaal om begon: de onderlaag.

Merino wol versus synthetisch

Uit het bovenstaande mag duidelijk zijn dat de onderlaag dus erg belangrijk is. Nu kunnen we met die onderlaag twee kanten op: merino wol of kunstvezel. Beide hebben hun eigen voor- en nadelen. Laten we ze eens per materiaal bekijken.

Kunstvezels

De meeste onderkleding die is gemaakt van kunstvezels - vooral polyester en polypropyleen - zorgt ervoor dat vocht snel van het lichaam wordt weggevoerd. Dit betekent een droge laag direct op je huid en dat is warm - het isoleert - en comfortabel. Daarnaast hoeft je lichaam geen - ok, minder - energie te steken in het verdampen van dat vocht. Synthetische onderkleding kriebelt niet, maar heeft af en toe wel last van statische lading bij het aan- en uitrekken. Iets wat niet iedereen prettig vindt. Het echte nadeel van kunstvezels is dat ze de eigenschap hebben snel te gaan stinken. Stinken naar zweet wel te verstaan. Om dit te tegen te gaan - of te voorkomen - behandelen fabrikanten deze onderkleding met anti-geurmiddelen. Soms is dit puur chemisch en in andere gevallen worden zilver-ionen gebruikt. Zilver-ionen hebben de eigenschap dat ze geurtjes neutraliseren. Werkt het altijd? Nee, na een tijd gebruik zal synthetische kleding toch gaan ruiken.

Merino wol

Nou niet meteen afhaken, want de gedachte dat wol kriebelt is bij merino wol niet terecht. De haren van de wol van het merinoschaap missen een structuurtje dat wol van het gewone schaap wel heeft. Dit structuurtje zorgt ervoor dat wol kriebelt. Merino dus niet. Merinowol werkt anders dan synthetische materialen omdat het juist wel vocht opneemt. Het gekke is dat merinowol ondanks dit toch niet koud gaat aanvoelen. Daar waar synthetisch het echt meteen van je lichaam ‘trekt’, doet merinowol dit langzamer, waardoor de lichaamstemperatuur gelijkmatiger blijft.

Het grote voordeel van merinowol is dat het niet gaat stinken; zelfs niet als je het een week aan hebt. Het grote nadeel van 100% Merino wol is dat het nogal kwetsbaar kan zijn. Er willen vrij gemakkelijk gaatjes in komen en het gevoeliger is voor doornstruiken en dergelijke. Dit is ook de reden waarom we de laatste jaren steeds vaker een mix zien van merinowol en een synthetisch materiaal. Denk hierbij aan bijvoorbeeld 83% merinowol, 12% nylon en 5% lycra. Zeker bij sokken - een zwaar belast kledingstuk - zien we lagere percentage merino. En uiteraard gaat dit dan weer ten kosten van de pure merino eigenschappen. Pas ook op met het opbergen van merinowollen kleding, want motten zijn er dol op.

Merinowol of synthetisch? Een sluitend antwoord is daar dus niet op te geven. Afhankelijk van hoe de voor- en nadelen voor jou persoonlijk zijn, kies je voor het een of het ander. Of… een mix. Synthetisch in de warme zomermaanden en merinowol tijdens de koudere dagen. En dat geldt natuurlijk ook voor lang of korte en dikke of dunne onderkleding.

De tweede laag

De Tussenlaag, isoleren

De tussenlaag wordt ook wel de isolatielaag genoemd. Hij doet precies wat het woord al aangeeft: isoleren. Toch blijft het hier niet bij. Ook bij de tussenlaag is het van belang dat hij vochtregulerend werkt. In het geval van synthetische materialen - vooral polyester en fleece - zal de tussenlaag nauwelijks tot geen vocht opnemen en het alleen verder afvoeren naar buiten. In het geval van wol zal ook de tussenlaag deels vocht opnemen en het langzaam naar buiten afvoeren door te verdampen. Is het subtiele verschil met de rest van de tekst je opgevallen? We hebben het over wol en niet meer over merinowol. De reden hiervoor is eenvoudig. De tweede laag draag je niet per definitie op de blote huid en daarmee is het kriebelen van wol minder belangrijk. Hoewel… Met een T-shirt eronder speelt het natuurlijk nog steeds mee. Feit blijft: er worden aardig wat tussenlagen gemaakt van gewoon wol.

In de werking zit er dus niet zoveel verschil tussen de eerste en de tweede laag. Er zit wel een groot verschil in de dikte van de tussenlaag. In het geval van de onderlaag zal deze vaak dun worden gehouden en wordt er alleen voor dik gekozen als de temperatuur dik onder nul zakt. Met de tussenlaag kun je veel meer spelen. Een wat dikkere laag bij wat kouder weer en juist dunner bij warm weer. De mate van isolatie hangt af van het materiaal, de dikte en de luchtigheid van dat materiaal. Daarom is het ook slim om meerdere diktes voorhanden te hebben. Thuis of onderweg in je rugzak.

Fleece

We hebben het hierboven al even kort genoemd: fleece. Fleece is een begrip waar we niet omheen kunnen. Het is een weefsel dat is gemaakt van 100% polyester. Het heeft een beetje het zachte open gevoel van een lekkere wollen trui, maar het heeft een aantal heel grote voordelen t.o.v. wol. In de eerste plaats neemt fleece nauwelijks vocht op, waardoor het zweet snel afvoert naar buiten. Daarnaast heeft het een laag eigen gewicht, draagt het lekker (ook direct op de huid) en heeft het een klein pakvolume; toch belangrijk als je alles in een rugzak moet proppen.

De beste eigenschap van fleece is echter zijn open structuur en de mogelijkheid om stilstaande lucht vast te houden en daardoor dus goed te isoleren. Aangezien fleece makkelijk te verwerken is, wordt er van alles mee gemaakt. Niet alleen de bekende fleece truien maar het doet ook dienst als voering in handschoenen en er zijn nogal wat softshells (hierover verderop meer) met fleece aan de binnenzijde. Fleece op zich is niet winddicht en als je vanuit de luwte vol de wind in loopt, merk je van de isolerende eigenschappen weinig meer. Tenzij je snel een jas aantrekt of de fleece is voorzien van een winddichte laag.

Duurzame fleece

Tegenwoordig wordt nogal wat fleece kleding gemaakt van gerecyclede PET-flessen en daarom wordt fleece nogal eens duurzaam genoemd. Ondanks dit positieve effect is er de laatste jaren ook een kanttekening bij fleece gezet. Deze heeft alles te maken met de zorg die er is voor ons milieu. Fleece is namelijk een van de materialen waarbij hele kleine deeltjes makkelijk loskomen van de stof. Deze deeltjes - microplastics - komen vrij bij het dragen, maar nog meer bij het wassen, en zo komen deze deeltjes in ons oppervlaktewater terecht. En daar zijn ze schadelijk voor mens en dier, want het is niet afbreekbaar. Dit nadelige milieueffect heeft wol niet.

De derde laag

De buitenlaag, water- en winddicht én ademend

De derde laag waar we het over moeten hebben, is de buitenlaag; ook wel bekend onder de Engelse naam shell. Dat is ook de reden waarom we het vaak hebben over hardshells in plaats van het lekker Nederlandse woord regenjas. Deze buitenste laag is je eerste bescherming tegen alles wat Moeder Natuur naar je toe kan slingeren: wind, regen en sneeuw. Hij is dus 100% waterdicht en 100% winddicht.

Van groot belang is verder dat deze buitenste laag een ademende werking heeft. De reden zal duidelijk zijn. Als de onderlaag en de tussenlaag vocht van het lichaam afvoeren, dan kan dat alleen als het ook echt naar buiten kan worden afgevoerd. Stel, je draagt als buitenlaag een niet-ademende vuilniszak - oké, een ouderwets oliepak - dan kan het vocht nergens heen. Het gevolg hiervan is dat je alleen maar natter en oncomfortabeler wordt. Die buitenlaag - oftewel hardshell - moet dus ademend zijn. Maar wat is dat ademend nou precies? Een regenjas met longen?

Ademende werking verklaard

Een regenjas die waterdicht is en toch ademend… het klinkt bijna als een tegenstelling. Toch is het minder moeilijk dan het lijkt. Neem een boterhamzakje: deze is waterdicht en ademt niet. Vergelijkbaar met dat ouderwetse oliepak dus. Op een ding na: een boterhamzakje is flinterdun en licht. Prik nu in gedachte microscopisch kleine gaatjes in dit zakje. Dat is nou precies hoe je een ademend en waterdicht materiaal moet voorstellen. Dit materiaal heeft gaatjes die zo klein zijn dat waterdamp er wel doorheen kan, maar de veel grotere waterdruppels niet. Oftewel: zweet kan wel naar buiten, regen niet naar binnen.

Hardshell versus softshell

Een hardshell is dus winddicht, waterdicht en ademend en geschikt bij regen. En toch is hij lang niet altijd noodzakelijk. Bedenk zelf eens hoe vaak je nu eigenlijk in de regen wandelt. Daarnaast heeft ook de ademende werking van een regenjas zijn beperkingen. Dat is de reden waarom er ook nog zoiets bestaat als de softshell.

Een softshell is minder waterdicht dan een hardshell en heeft doorgaans een hoger ademend vermogen. Vooral bij erg zware inspanning in de bergen, waarbij af en toe een klein buitje kan vallen, is een softshell vaak de betere keuze. Maar net als een hardshell is een softshell 100% winddicht. Bij temperaturen onder nul is de neerslag die dan valt veelal sneeuw en dus is de waterdichtheid van de buitenlaag minder van belang. Dankzij een waterafstotende laag aan de buitenzijde van een softshell (en ook de hardshell) glijdt sneeuw zo van de softshell af. Een softshell heeft soms de functie van én tussenlaag én buitenlaag in een kledingstuk. Zeker de modellen die aan de binnenzijde een zachte fleecevoering hebben.

De vierde laag

De isolerende buitenlaag

De vierde laag is de isolerende laag aan de buitenzijde van je drielagensysteem. In de meeste gevallen hebben we het dan over een winddichte jas gevuld met dons of een isolerend synthetisch materiaal. Deze vierde laag zit doorgaans in je rugzak en komt pas als je pauze houdt tevoorschijn. Hij zorgt ervoor dat je niet afkoelt op dit soort momenten. Je kunt hem over de derde laag dragen, over de tweede, of zelfs er onder. Dit hangt van het moment, de omstandigheden en de tijd af.

Omdat hij vaak in je rugzak zal zitten, is het van belang dat hij weinig weegt en goed te comprimeren is, zodat hij weinig ruimte inneemt. Dons is wat dat betreft de ideale partner. Dons is erg goed klein op te bergen en komt weer terug in zijn oorspronkelijke vorm, zelfs als hij langere tijd is ingepakt. Daarnaast is er nog steeds geen synthetisch materiaal dat net zo goed isoleert als dons.

Dons

Waar je met dons wel rekening mee moet houden is vocht. Doorgaans zal je daar in het geval van neerslag bij temperaturen onder nul geen last van hebben. Toch is het van belang dat de buitenstof van een donsjas waterafstotend is, om te voorkomen dat smeltende sneeuw - of toch een klein buitje - het dons nat kan maken. Als dons nat wordt, gaat het klonteren en verliest het zijn isoleerde eigenschappen. Een natte donsjas laten drogen kost bovendien erg veel tijd.

Om dit allemaal tegen te gaan, behandelen fabrikanten dons met een waterafstotend middel, waardoor het water afafstotend (hydrofoob) wordt. En daar hebben we meteen het grote voordeel van synthetisch ‘dons’: het is veelal minder gevoelig voor vocht en als het vochtig wordt, behoudt het een deel van zin isolerende eigenschappen. Synthetisch of dons, bedenk dat een puff - een dun ‘dons’ jasje - ook in de zomer op hoogte erg prettig is om warm te blijven.

Iets wat je ook niet moet doen, is je erg inspannen met een donsjas aan. Omdat een donsjas snel te warm is, zal je meer gaan zweten dan nodig is. De onderlaag en de tussenlaag doen hun best om vocht af te voeren en dit komt dan uiteindelijk terecht in je donsjas. De gevolgen zijn ook hier dat het dons dan nat wordt en zijn isolerende werking verliest.

Tot slot

Afhankelijk van wat je gaat doen, waar je heen gaat en wanneer je gaat, heb je te maken met een twee- tot vierlagensysteem. Tijdens lekkere warmere dagen in de bergen kun je vaak toe met een onderlaag en een softshell die dienst doet als tussenlaag en buitenlaag. Wordt het weer natter, dan ben je aangewezen op het traditionele drielagensysteem. Tijdens de koudere maanden kun je deze uitbreiden met een synthetische ‘dons’ jas of een echte donsjas. Op hoogte kan een dunne donsjas ook in de zomer zijn diensten bewijzen. 2- 3- of 4-lagen… Het belangrijkste is dat je jezelf onderweg regelmatig afvraagt of je nog comfortabel bent en pas je laagjes aan waar nodig.

Les in Laagjes

Hoogtelijn redacteur Sieto van der Heide schreef een artikel over kledingeisen voor trailrunners, wandelaars en alpinisten.

Lees verder

Terug naar overzicht