Slapen op de berg klinkt super romantisch. Maar kies je voor een berghut of een bivak? Welke soorten hutten zijn er en welke past het beste bij jou? Hier vind je een overzicht van alle overnachtingsmogelijkheden hoog in de bergen.
Aan het einde van de dag dalen de dagjestoeristen af en blijven de échte bergliefhebbers boven achter. Je geniet nog na in het zonnetje, terwijl het dal al in de schaduw ligt. Maar hoe luxe of hoe primitief is die plek daar boven op de berg? Zit jij daar met een koud biertje in je hand en een bord Kaiserschmarrn of is het een kopje thee en een maaltijd uit een pakje. Kies je voor een berghotel of een bivak?
Over het algemeen kun je in een berghut met meerdere mensen overnachten. In de Alpen zijn deze hutten in het seizoen geopend en altijd bemand, buiten het seizoen zijn ze gesloten. Reserveren is, vooral in hoogzomer, dan ook zeker aan te raden. Daarbij is het seizoen afhankelijk van het berggebied, kijk dus voor je vertrekt goed of de hut wel of niet geopend is. De huttenwaard legt je uit waar je slaapt, kan je helpen met ideeën voor je tochten, en heeft vaak zelfs details over de condities of het weer op jouw tocht. 's Avonds eet je vaak met een groep aan grote tafels met een vast menu. Een lakenzak en kussensloop neem je zelf mee, dekens vind je in de hut. Vanwege Corona zijn de regels net een tikkeltje anders en moet je soms ook een dunne slaapzak meenemen. Veel berghutten in de Alpenlanden worden beheerd door de Alpenverenigingen. En in de meeste van deze hutten krijg je 50% korting met je NKBV-lidmaatschap, wat bij particuliere hutten niet het geval is.
Ook de berghut past zich aan de tijd aan. Vroeger vond je er slechts een stel houten meubels, een kachel en een buiten toilet. Je gaat er als het ware terug in de tijd. Maar tegenwoordig zijn er ook berghutten met meer luxe. Moderne hutten met grote ramen, zodat je optimaal van het prachtige uitzicht kunt genieten. Op de daken liggen zonnepanelen, is er vloerverwarming in de wc’s en zijn er fijne warme douches. De één is er dol op, de ander mist de ouderwetse romantiek. En hoe zit het dan met de slaapplekken? Die zijn vaak verdeeld over verschillende ruimtes. Afhankelijk van de hut vind je er slaapzalen (lagers) waarbij je met een grote groep naast elkaar ligt, maar vaak zijn er ook kleine slaapkamers of zelfs privékamers te reserveren.
De drukkere hutten vind je vooral op populaire routes. Hier slaap je vaak omdat je een specifieke route loopt. Andersom vind je in de wat stillere en onbekende gebieden hutten die knusser en persoonlijker zijn.
In de Alpen en in Noorwegen vind je ook de zelfbedieningshut of de Selbstversorgungshütte. Hutten waar geen huttenwaard aanwezig is. Je huurt zo'n hut als groep of gezin, maar in sommige kun je ook alleen een bed huren. Check van te voren goed welke faciliteiten een zelfbedieningshut heeft. Vaak zijn er een keuken, water, een kachel (en hout) en dekens aanwezig, maar het kan per hut nog wel eens verschillen. In de Alpen reserveer en betaal je over het algemeen vooraf en kun je vaak de sleutel van tevoren ergens ophalen. In Noorwegen heeft de DNT (den Norske Turistforening) veel van dit soort hutten. Je leent dan een sleutel die op verschillende hutten past. Soms is er zelfs een voorraadkast waardoor je geen eten mee hoeft te nemen. Reserveren hoeft over het algemeen niet en betalen doe je ter plekke door je gegevens van je creditcard in te vullen op een betaalformulier.
De NKBV is er om jou alles te laten halen uit je bergwandelactiviteiten. We helpen je alvast goed voor te bereiden voor je komende bergwandelingen.
Een bivakhut of bivacco zoals de Italianen ze noemen, is een klein schuilhutje dat hoog in de bergen ligt. Door de locatie is het uitzicht spectaculair. Niet bemand en vaak is er maar voor een paar mensen plek. Ze zijn altijd open, dus je kunt er in principe het hele jaar door overnachten. Dat is wel een primitieve bedoening, zeker in de winter. Eigenlijk heb je alleen een dak boven je hoofd. Je neemt dus zelf eten, een brander en eetgerei mee om te kunnen koken. In een bivak zijn een aantal slaapplaatsen, maar de matrassen hiervan zijn vaak oud en hard. Neem in ieder geval een (warme) slaapzak en voor de zekerheid een slaapmat mee. In Groot-Brittannië staat in de ruige berggebieden bothies waar je kunt slapen. Vaak zijn het oude stenen huisjes met een kachel waar je op de vloer slaapt. Ze staan op plekken waar de tochten anders extreem lang zijn. Na een lange (klim)route ben je dan allang blij dat er een veilige plek is om te schuilen.
In Scandinavië en Duitsland heb je ook nog de shelters en de grillhütte. Dit zijn geen afgesloten hutjes, maar meestal is één zijde open. De hutten zijn meer bedoeld om in te schuilen dan om in te slapen. Je slaapt in de buitenlucht. In Scandinavië mag je volgens het allemansrecht overal wildkamperen, in andere landen (waaronder Duitsland) zijn de regels strenger en kan dat niet overal. In deze hutten is het fijn pauzeren tijdens je tocht. Je zit droog, uit de wind en vaak is er plek om een kampvuur te maken. Als je hier blijft slapen heb je een kampeeruitrusting nodig, behalve een tent. Dus neem een slaapzak, slaapmat, eten en kookgerei mee. Een brander is niet nodig, want je kunt op het vuur koken.
Veel berghutten zijn in de winter dicht. Toch is er vaak een ruimte waar je kunt schuilen. Niet alle hutten hebben zo'n zogenaamd winterraum. Elk winterraum is anders en heeft ander voorzieningen, al zijn ze meestal zeer eenvoudig. Check dus van te voren goed of er een winterraum is en wat je er precies kunt vinden. In veel hutten zijn slaapplaatsen, kookgerei, een kachel met brandhout en stoelen aanwezig. Neem dus in ieder geval je slaapzak en eten mee.