MENU

Sterk voor de Spelen

Tim Reuser (25) is een van de beste klimmers van Nederland. Hij klimt al 11 jaar voor het Nederlands team en wint zowel boulder, als lead wedstrijden. Toch is klimmen niet het enige wat hij doet. Een interview met Nederlands Team klimmer Tim Reuser.

Door Floor Fortunati

Hij is al drie keer tijdelijk uit het Nederlands Team gegaan, onder andere om vorig jaar Cum Laude af te studeren aan de Willem de Koning Academie. “Als het in mijn leven past, ga ik er helemaal voor, zo niet, dan zet ik het trainen op een lager pitje.”

Het is even zoeken naar de ingang van het gebouw waar Tim woont. Vorig jaar heeft hij een appartement gekocht in een oud schoolgebouw in Schiedam, om het helemaal te verbouwen. Hij heeft alles zelf gedaan, behalve het stucwerk, dat nog nat op de muren zit. Af is het voorlopig nog niet. We staan in een witte kale ruimte en besluiten door het raam naar buiten te klimmen. In de schaduw, aan de rand van de Schie vertelt Tim over klimmen, werken, verbouwen en natuurlijk de Olympische Spelen van 2020.

Unieke kans

Toen een aantal jaar geleden bekend werd dat klimmen een Olympische Sport zou worden, stond Tim niet meteen te springen om mee te doen. “Ik was het niet zo eens met het hele concept van de Spelen. Het is zo commercieel en totaal niet duurzaam, van mij hoefde het niet.” Hij ging door met trainen, maar niet voor de Olympische Spelen. Tot februari dit jaar. “Het boulderen ging ineens heel lekker en toen bedacht ik me dat het toch wel een hele mooie en unieke kans is, die niet zomaar voorbij komt.”

De kans dat hij ook daadwerkelijk mee gaat doen aan de Spelen van 2020 acht hij zelf klein. “ Ik train nu een half jaar, terwijl andere klimmers zich al veel langer voorbereiden.” Vooral op lead en speedklimmen moet Tim volgens zichzelf harder trainen. “Speedklimmen ga ik niet winnen, maar ik moet wel zo snel mogelijk zijn. Ik zit nu op acht seconden, dat moet nog sneller. En lead, daar moet ik gewoon meer meters maken.”

Tim klimt speedrecord

Tim is eigenlijk van origine sportklimmer. Hij is begonnen met klimmen toen hij dertien was. “Een vriendje van me ging altijd klimmen op de dag dat ik eigenlijk met hem wilde spelen, dus toen ben ik een keer mee gegaan.” Hij werd vrij snel gespot door trainer Jeroen Bliek, die hem overhaalde om vaker te gaan klimmen. Binnen drie maanden klom hij drie keer per week. “Ik had een goede basis, omdat ik daarvoor veel aan atletiek en turnen deed en ik kon relatief snel beter worden, omdat er best moeilijke routes in de regio Rotterdam gebouwd werden. Na een jaar mocht ik al met het Nederlands Team meetrainen.

Toen boulderen populair werd, ging Tim ook steeds meer boulderen en daar is hij nu eigenlijk het beste in. “Leadklimmen en boulderen is echt een wereld van verschil. Boulderen vind ik makkelijker. Je hoeft niet heel sterk te zijn en kan soms wegkomen met een rare sprong. Lead is een heel ander verhaal. Het niveau van leadklimmers ligt momenteel zo hoog. Je moet echt heel fit en sterk zijn. Het draait om kracht en het vasthouden van kleine greepjes. Daarnaast is het heel mentaal, omdat je constant moet bepalen of je iets rustiger moet klimmen om kracht te sparen, of juist sneller om binnen de tijd te klimmen en als je valt, is het klaar. Val je bij boulderen, dan kan je het gewoon nog een keer proberen.”

Meters maken

“Tijdens wedstrijden dit jaar merkte ik dat ik nog niet helemaal op de top van mijn kunnen was. Zeker met leadklimmen. Ik doe nu eigenlijk geen krachttrainingen, maar wil echt meters maken. Mijn zwakste punt is dat ik niet zo lenig ben. Dat kan ik trainen door te rekken, maar als ik drie trainingen lenigheidsoefeningen doen, merk ik niets en als ik drie trainingen klim, merk ik meteen dat ik sterker word. Meestal probeer ik de lenige passen te vermijden.”

Tim traint vijf keer per week en dat zijn allemaal klimtrainingen. Hij zet nu even alles opzij voor de Olympische Spelen, wat ook betekent dat hij niet werkt. Hij is productdesigner en heeft een eigen bedrijf, website en klanten, die nu even geduld moeten hebben. Momenteel neemt hij geen nieuwe opdrachten aan. Professioneel klimmen in Nederland is geen vetpot. Tim’s klimspullen krijgt hij van zijn sponsors, maar daar is ook alles mee gezegd. “Ik heb sinds mei dit jaar wel een hele fijne regeling met bouldercentrum Delfts Bleau. Ze vroegen me of ze me nog ergens mee konden ondersteunen en eigenlijk bleek dat gewoon geld te zijn. Ik bouw al routes in Delfts Bleau, maar nu krijg ik er meer voor betaald en dat is echt heel fijn.”

“Het is lekker om me helemaal op het klimmen te storten, maar ik train alleen zoveel als het ook in mijn leven past. Vorig jaar ben ik een jaar uit het team gegaan om me te focussen op afstuderen en dat heeft me uiteindelijk ook in het klimmen veel gebracht. Op de kunstacademie moet je altijd kunnen onderbouwen waarom je iets doet. Je leert heel kritisch naar jezelf kijken en goed reflecteren. Dit zijn allemaal dingen die terugkomen tijdens klimmen. Waar ben ik, waar wil ik naartoe en waarom doe ik bepaalde dingen? Ik ben er veel persoonlijker door gaan trainen.”

Buiten

Vijf dagen per week trainen is voor Tim genoeg. Hij vindt het helemaal niet erg om af en toe niet te klimmen. Rust is ook belangrijk. “ Mijn vriendin klimt niet, als we samen op vakantie gaan, wordt dat een strandvakantie. Klimvakanties doe ik met andere klimmers. Lead vaak in Spanje met Nikki van Bergen, of boulderen met Michiel van Nieuwenhuijsen in Fontainebleau.” Buiten klimmen vindt Tim het leukste dat er is, vooral lead. “Veel klimmers gaan tegenwoordig niet meer naar buiten. Het hoeft natuurlijk ook niet meer, er zijn genoeg hallen om voor wedstrijden te trainen. Maar vroeger was buiten klimmen het doel en ik vind het soms jammer dat dat niet meer zo is.”

“Buiten zal ik denk ik altijd blijven klimmen, maar aan wedstrijden komt natuurlijk ooit een eind. Als ik te oud word, of me niet meer alleen met trainen wil bezig houden.” Of we Tim terug gaan zien op de Olympische Spelen hangt van een heleboel voorrondes en kwalificaties af. Hij gaat er helemaal voor, maar lukt het niet, dan vindt hij dat niet erg. “Als ik niet bij de top twintig van de wereld hoor, ben ik in ieder geval supersterk door al het trainen. Dan ga ik lekker naar buiten, kijken welke nieuwe moeilijke routes ik kan klimmen.”

Volg Tim, het Nederlands Team en de #roadtotokyo via #dutchclimbingteam op Facebook of Instagram.