MENU

Squamish - Blog Jorg Verhoeven

Een blog van Jorg Verhoeven die schrijft over Squamish: spleetklimmen in Noord-Amerika.

Europa schijnt een oneindige hoeveelheid rotsklimgebieden te hebben, in alle groten en maten, in alle rotstypes en in alle moeilijkheidsgraden. Kortom, een paradijs voor klimmers, wat je ook zoekt, je vindt het. Zelfs voor ons Nederlanders (ook voor die, die niet in het buitenland wonen) liggen de dichstbijzijnde klimgebieden binnen een radius van een paar uur rijden, en ook de Alpenlanden zijn nog goed bereikbaar.

Dit is niet altijd het geval voor Noord Amerika, waar klimgebieden soms wel een uur of twintig uit elkaar liggen, vooral in het oosten. Toch hebben Canada en de VS iets wat in Europa schaars is: spleetklimmen! Zowel in graniet, zandsteen of basalt, de spleten zijn er in elk formaat, en hebben voor een hele aparte tak in de klimsport gezorgd.

Mijn vrouw Katha en ik zijn dit jaar opnieuw op zoek gegaan naar Noord Amerika’s mooiste spleetklimgebieden, en zijn als eerste in Canada terecht gekomen.

Squamish is een klein dorpje aan de westkust, een uur rijden van Vancouver. De ligging aan het einde van een fjord is perfekt voor de houthak industrie, en zoals je je cliché Canada voorstelt, zijn de havens gevuld met drijvende boomstammen. Op het eerste zicht lijkt Squamish niet zo interessant voor buitensport als het verderop gelegene Whistler, één van ’s werelds bekendste ski en mountainbike gebieden. De vele granieten wanden zorgen er echter voor, dat Squamish tot een Mekka voor klimmers is geworden. Wanden die tussen de huizen in de stad staan, direkt vanuit het water beginnen, of diep in de ‘backcountry’ verstopt zijn.

De eerste keer in een nieuw klimgebied is voor ons vergelijkbaar met de Efteling voor kinderen. Je weet niet waar je moet beginnen, en rent rond door het bos van de ene naar de andere boulder en route. Wat Squamish bijzonder maakt, is dat zowel boulderen, sportklimmen, trad klimmen en zelfs meerdere touwlengtes mogelijk zijn, en dat allemaal in één gebied.

Ondanks dat we aardig wat boulderen en sportklimmen, zijn Katha en ik hier vooral voor het trad klimmen gekomen. Dat betekent dus dat deze routes geen boorhaken hebben, en dat ze zijn af te zekeren met friends en nuts. Dit geeft het klimmen een extra touch; het maakt het vaak spannender (de zekeringen zijn niet to goed als boorhaken, en je weet niet altijd of ze een val zullen stoppen), dus ben je intensiever met de klim bezig, wat een succesvolle klim nog mooier maakt.

De spleten zijn niet zo perfekt als bijvoorbeeld in Indian Creek (zandstenen wanden in Utah), maar schieten heen en weer door de spiegelgladde wanden. Dit maakt het ietwat vriendelijker voor de klimmers met minder ervaring in spleetklimmen (wij bijvoorbeeld), omdat er soms naast de spleet tredes en randjes zijn, vaak een grote opluchting na tien meter puur spleetklimmen. Het tapen van vingers en handen is meestal noodzaak om het wat minder pijnlijk te maken. Al met al stop je je vingers in een spleet, draai je ze naar de zijkant om te klemmen, en hang je je halve lichaamsgewicht eraan. Huid, knokkels en vingernagels zijn het hier vaak niet mee eens, en geven ’s avonds na een flinke klimdag een duidelijke waarschuwing...

Na drie weken mooi weer (wat voor Canada zoiets is als de lotto winnen) krijgen we dan toch het ware gezicht te zien van de eerste winterstormen. Onze gehuurde motorhome blijkt een goede keuze geweest te zijn, en we nemen een paar broodnodige dagen rust voor we verder reizen naar onze volgende stop: Yosemite!

 Volg Jorg op Facebook en Instagram. En lees over zijn prestaties in Jorg Verhoeven gestopt met wedstrijdklimmen door Hoogtelijn redacteur Ico Kloppenburg

Terug naar overzicht