Voor Expeditie Academie lid Jeffrey was twee jaar terug tijd iets nieuws te leren in de klimsport: big wall. Hij en zijn twee vrienden nemen je pitch voor pitch mee in het beklimmen van de 900 meter verticale wand 'The Nose' in Yosemite.
Twee jaar geleden begon bij mij de drang om iets nieuws te leren in de klimsport en daarom ben ik samen met mijn vriend Jeroen Verbeek gaan trainen om de technieken van het bigwall-klimmen onder de knie te krijgen.
Na de eerste pijnlijke investeringen in het nieuwe materiaal konden we “letterlijk” onze eerste stappen zetten in onze nieuw aangeschafte aid-ladders, en zo zetten we ook de eerste stappen in het bigwallen. En naarmate onze efficiëntie in het aid-klimmen steeg, groeiden ook onze ambities. Wat als we een beklimming van een serieuze bigwall zouden proberen? Zouden we The Nose in Yosemite aankunnen?
Met nog een half jaar voor de deur breiden we ons tweemans-team uit tot drie als we besluiten om ook met Sjors Verberg te klimmen. In Juli 2019 klimmen we zoveel mogelijk in drietal en proberen zoveel mogelijk verticale crackmeters af te leggen. In de zomer oefenen we de laatste zaken en bedenken de meest complexe scenario’s die zich op een bigwall kunnen voordoen. We eindigen de zomer met het boeken van onze vlucht: in Oktober 2019 gaan we een poging wagen op de granieten wanden van Yosemite.
**Onderstaand verhaal gaat over de beklimming van de Nose en ik neem je hierin mee de wand op! De cijfers geven aan waar je je bevindt op de wand op dat moment. Je kunt het cijfer terugvinden op de overzichtsfoto hieronder**
We staan perplex als we vanuit de “meadows” voor het eerst naar de granieten wand kijken die vanuit het niets omhoog rijst en pas na 1000 verticale meters lijkt te eindigen. Met de topo in de ene hand en de verrekijker in de andere proberen we de meest iconische lijn op deze granieten wand in kaart te brengen: the Nose! Één voor één ontdekken we de grote features op de wand: Sickle Ledge (1), El Cap Tower (4), Texas Flake (5), Boot Flake (6), Changing Corners (8) en “The Great Roof (8)”. Na een tijdje kunnen we deze features aan elkaar verbinden en wordt de route van the Nose zichtbaar! Helaas wordt daarmee ook gelijk de intense drukte zichtbaar en we tellen zo vluchtig maar liefst 26 andere klimmers in de route. Desalniettemin besluiten we de volgende dag gelijk voor een beklimming te gaan en we bereiden er ons op voor.
De voorbereidingsdag staat in het teken van touwen fixeren naar “sickle ledge (1)” op ongeveer 200 meter vanaf de grond. Om op “sickle ledge” te komen moeten we 4 lengtes klimmen en het blijkt al gauw dat het (vrij)klimmen hard is. Ikzelf trap af met de eerste lengte van the Nose en al snel lanceer ik elke stijl van klimmen die er maar te vinden is in deze lengte. Van “vrijklimmen” naar “french-free” en van “french-free” naar “aid klimmen” en van “aid klimmen” weer naar “vrijklimmen”. Na wat voor mij als eeuwigheid aanvoelt fixeer ik uiteindelijk de touwen op de eerste stand. Desondanks is de kop eraf en eind van de middag weten we “sickle ledge (1)” te bereiken!
Op dag 1 willen we de drukte vermijden en besluiten op “sickle ledge (1)” te slapen om zo vervolgens een vroege klimstart te maken in de ochtend. De topo doet zich echter eer aan want de genoemde “good bivy for two” heeft niemand van ons gevonden die nacht. Daarbij zien we tot onze grote verbazing dat de eerste andere touwgroepen al om drie uur s ’nachts over de gefixeerde touwen omhoog kwamen. Met de nachtrust die ons toch al niet gegund was besluiten we om te klimmen met hoofdlampen, waarbij Sjors dapper de eerste “tension traverse” het donker in slingert. Vervolgens weten we de “stoveleg cracks (2)” te bereiken wat een puur genot aan hand-jams is tot aan “Dolt Tower (3)”. Met nog meer dan genoeg tijd besluiten we door te klimmen en zonder veel moeite bereiken we “El Cap tower (4)”. Op ongeveer 500 meter van de grond zetten we ons kampement op.
Op dag 2 worden we heerlijk wakker en Sjors trapt af met een full-body workout in de ochtend door een 10 meter chimney te klimmen achter de welbekende “Texas Flake (5)”. Vervolgens klimmen we naar de bovenkant van “Boot Flake” (6). Hier laten we Sjors ongeveer 10 meter naar beneden zakken voor de welbekende “King Swing”. Jeroen en ik zijn bewapend met een camera in elke hand om de meest indrukwekkende zwaai op film vast te leggen (waarvan we al tig YouTube-filmpjes hebben gezien). We zien Sjors een keer naar links lopen, vervolgens weer naar rechts en vervolgens… niets meer. Teleurgesteld zien we later dat hij zichzelf als een ware wrijvingsklimmer over de granieten wand naar rechts beweegt en het volgende scheursysteem te pakken heeft: we hebben zijn actie uiteindelijk maar omgedoopt tot de “King Walk”.
Enkele lengtes verder en we wisselen van voorklimmer. Ik bind mezelf in op lead en kijk nog een keer omhoog. Boven me zie ik een scheur lopen die naar een gigantisch dak loopt: 4 meter overhang en zeker 6 meter naar rechts. Ik realiseer me maar al te goed dat de “Great Roof (7)” volgt. Deze lengte gaat voor stervelingen volledig artificieel. Plaatsing voor plaatsing, ladder voor ladder klim ik de lengte uit. De tussenzekeringplaatsingen zijn van categorie C1 en makkelijk te vinden. Met volledige exposure om me heen dwalen mijn gedachtes af naar de ijzersterke Lynn Hill, die dit toentertijd als eerste heeft vrijgeklommen. We eindigen het klimmen die dag met de waanzige “pancake flakes” en bereiken “CAMP VI (8)”. Op 800 meter hoogte genieten we van een fantastisch uitzicht.
Als we omhoog kijken zien we “changing corners (8)” al. We geven de beurt ditmaal aan Jeroen om af te trappen in de vernuftige laatste lengtes. In plaats van de bolt ladder omhoog te gebruiken, gaat deze aid-klimlegende voor de C2 variant en plaats hij onze eerste cam hook in de route. Daarna volgen wat body weight placements en weet Jeroen uiteindelijk nog één cam te plaatsen, waarbij hij zichzelf overtuigt met de woorden “trainstopper”. Met afsluitend nog wat sketchy zekeringen weet hij voor ons de standplaats te bereiken.
De grote held die een paar dagen geleden de eerste lengte van The Nose klom, sluit het sprookje nu ook af. Het is aan mij om de laatste lengte van the Nose te klimmen en met de welbekende bolt-ladder van Warren Harding (1958) te eindigen. Na vier dagen klimmen staan we op de top van El Capitan.
Hoewel we het snelheidsrecord op the Nose (1 uur, 58 minuten en 7 seconden!) op een haar na gemist hebben kijken we terug op een mooi en spectaculair avontuur dat niemand van ons snel gaat vergeten.
Woordenboek