MENU

Op zoek naar houvast: soorten klimgrepen en hoe je ze vastpakt

Als je begint met klimmen, klim of boulder je je weg omhoog via grote grepen. Naarmate je langer klimt en lastigere routes gaat proberen, zal je merken dat de grepen kleiner worden en je jezelf soms afvraagt: hoe moet ik deze greep eigenlijk vasthouden? Hier een overzicht van verschillende klimgrepen en de bijbehorende positionering van je handen, zodat jij een duidelijke houvast hebt.

Bak

Grote grepen waarin alle vingers behalve de duim passen én die eenvoudig te belasten zijn, worden bakken genoemd. Doordat deze grepen een rand hebben waarachter je je vingers haakt, kost het minder moeite om via deze grepen omhoog te klimmen.

Sloper

Een sloper is een aflopende of bolle greep zonder rand om je vingers achter te haken. Deze greep kan het beste worden belast met de platte hand en gestrekte vingers. Slopers bestaan in veel vormen, van redelijk vast te houden, tot extreem glad. Deze grepen beklim je niet door pure vingerkracht, maar eerder door een goede techniek. Slopers hebben meer grip wanneer je evenwichtspunt recht onder de sloper hangt, dan wanneer je de sloper op heuphoogte probeert vast te houden.

Randje of crimp

Randjes of crimps zijn kleine grepen die alleen met het bovenste vingerkootje worden belast. Ook deze grepen kunnen variëren in grootte, van een redelijk randje, tot randjes van enkele millimeters. Een goede grijptechniek is essentieel vanwege de beperkte oppervlakte om vast te houden en het bijkomende verhoogde risico op blessures.

Bij het vasthouden van een crimp worden twee technieken onderscheiden, waarbij de ‘open hand’ een sterke voorkeur heeft. In het geval van de open hand-techniek is de hand gestrekt en parallel aan de klimwand, en wordt de greep alleen met de bovenste vingerkootjes belast. Vergeet je pink niet! Bij de full crimp-techniek worden de vingers bijna even ver gebogen als bij een vuist en drukt de duim bovenop de wijsvinger. Aangezien deze methode, zeker voor beginnende klimmers, blessuregevoelig kan zijn, is de open hand-techniek aan te raden.

Ondergreep of undercling

Een ondergreep is een greep waarbij de kant om vast te houden zich niet aan de bovenkant, maar aan de onderkant van de greep bevindt. Deze greep wordt daarom met de hand andersom belast, dus niet met de handpalm richting de wand, maar met de handpalm omhoog gericht. Hoog staan met je voeten is vaak het geheim om grip te krijgen op deze greep.

Mono, bidoigt en grote gaten

Een mono is een gat waarin slechts één vinger of vingertop past. Idealiter pak je een mono met de sterkste vinger: de middelvinger. Als beginnende klimmer kun je dergelijke grepen beter vermijden tot je wat langer klimt en je pezen beter aan de belasting gewend zijn.

Bij een bidoigt, een greep waar twee vingers in passen, is het aan te raden om de ring- en middelvinger te gebruiken, omdat deze beide vingers samen sterker zijn dan de middel- en wijsvinger.

In grotere gaten kun je, afhankelijk van de grootte van je vingers, meer vingers kwijt. Soms moet je overpakken in een gat – kijk dan alvast van te voren hoe je de greep vast gaat pakken zodat er ruimte is voor al je vingers.

Knijpgreep of pinch

Zoals de naam doet vermoeden, wordt een knijpgreep of pinch belast door erin te knijpen. Een pinch kan smal zijn, waarbij de hand bijna is dichtgeknepen om de greep, of juist groot, waarbij de hand maar net om de hele greep past. Deze greeptechniek vergt net andere spieren dan voor een bak of crimp nodig zijn, en daarom kan het in het begin wat onwennig aanvoelen.

Tufa of Colonette

Hele grote lange grepen die je moet knijpen noem je tufa’s of colonettes. Ze zijn geïnspireerd op de lange druipsteenslingers die je vaak in kalksteenrots vindt. Je kan ze behalve knijpen of als zijgreep pakken soms ook met een knie belasten. Dat scheelt weer kracht in je armen.

Eronder, ernaast, erboven?

Na enige tijd oefenen, is het duidelijk wat de beste manier is om de verschillende grepen vast te houden en zal je merken dat dit steeds beter gaat. Je leert de grepen kennen. Een belangrijke laatste tip die voor alle soorten grepen geldt: let goed op je lichaamspositie. De ene greep is beter te belasten door er recht onder te hangen, terwijl de andere greep beter wordt als je iets hoger staat. Door te experimenteren, wordt dit steeds makkelijker en zal je merken dat je de klimgrepen als vanzelf op de juiste manier én met de juiste lichaamshouding vastpakt.

Van binnen naar buiten

Van binnen naar buiten

Nu weet je iets meer van veel voorkomende grepen in de hal. Deze grepen zijn vaak geïnspireerd op de grepen die moeder natuur in de rotsen heeft gevormd. Benieuwd hoe dit op de rots voelt?

Zet de stap naar buiten

3D spektakel

3D spektakel

Klimgrepen (en routes) hebben de afgelopen jaren een enorme transitie doorgemaakt, mede dankzij de wedstrijdsport. Er wordt volop geëxperimenteerd door routebouwers met 3D routes: grote grepen en spectaculaire sprongen. Wil jij een poging wagen met deze stijl van klimmen?

Doe mee aan een wedstrijd