In 1902 wordt de Nederlandsche Alpen-Vereeniging (NAV) opgericht. De NAV is een op het familieklimmen gerichte vereniging, die een ontmoetingsplaats biedt van en voor gelijk gestemden en geografisch vooral op Zwitserland georiënteerd is.
Van enige andere activiteit dan het organiseren van reünies in Nederland is aanvankelijk geen sprake. Ter gelegenheid van het vijftig jarig jubileum van de NAV werd in 1952 het predikaat Koninklijk aan haar verleend. Het georganiseerd en zelfstandig klimmen wordt rond de jaren twintig vooral gestimuleerd door de Studenten Alpen-Clubs. Dit zijn studentencorpsgebonden klimverenigingen, waarvan de eerste, de Delftse Studenten Alpen Club, in 1922 wordt opgericht. De Studenten Alpen Clubs staan dicht tegen de (K)NAV aan hoewel er geen formele verbinding bestaat. Tot de dag van vandaag zijn deze Clubs voor het Nederlandse klimmen van grote betekenis en leveren zij veel kaderleden, zowel op sporttechnisch als op bestuurlijk gebied. Door de toestroom van studenten wordt het oude, huiselijke maar tamelijk eenzijdige clubje dat de NAV toen in hoofdzaak nog was, geleidelijk opengebroken. Niet alleen zomertochten, maar ook winterklimtochten en skitoeren worden snel populair.
Wordt aanvankelijk uitsluitend met officiële berggidsen geklommen, in de jaren dertig vangt de discussie over het gidsloos klimmen aan, spoedig gevolgd door de eerste zelfstandige klimtochten. Het klimmen dichter bij huis begint in 1934 als de eerste Nederlanders klimmen in de rotsen bij Dinant in België.
De NAV groeit en al gauw beginnen plaatselijk ledenkernen, kringen genoemd, te ontstaan. De eerste geformaliseerde Kring was die in Amsterdam.
Na de oorlog wordt in 1949 onder patronage van de Nederlandse Reis-Vereniging de “Sektion Holland van de Oesterreichischer Alpenverein” opgericht. In het bestuur van de Sektion Holland zitten aanvankelijk ook vertegenwoordigers van de NAV. De Sektion Holland richt zich voornamelijk op Oostenrijk. In 1971 wordt de naam van de Sektion Holland gewijzigd in Nederlandse Bergsport Vereniging (NBV).
Langzamerhand ontwikkelen beide verenigingen zich tot volwassen sportverenigingen. De cursus- en tochtenprogramma’s voorzien in de behoefte van hun leden en het zelfstandig klimmen neemt een grote vlucht. De KNAV geeft in 1959 de aanzet tot het zelfstandig klimmen, door zogenaamde invitatiecursussen te gaan organiseren. Dit waren cursussen voor zeer getalenteerde klimmers die onder leiding van beroemde gidsen hun klimmersopleiding konden voltooien. Binnen de Sektion Holland is in die dagen vooral aandacht voor het organiseren van huttentochten.
Een onderscheid tussen beide kan wellicht worden gevonden in het feit dat men zich binnen de KNAV iets meer op de extreme kanten van de klimsport richt dan bij de Sektion Holland. Ook is de oriëntatie tot de jaren zeventig van de KNAV vooral op de West-Alpen en die van de Sektion Holland op Oostenrijk gericht. Maar gemiddeld ontstaan in de loop der tijd, twee tamelijk gelijksoortige verenigingen. In beide verenigingen is sprake van een constante toename in de omvang van het geboden programma aan cursussen en tochten. Deze richten zich langzaam op alle Alpenlanden en zelfs op buiten Europa gelegen klimgebieden.
Vanaf 1990 werken KNAV en NBV samen in federatief verband (Nederlandse Klim- en Bergsportbond, NKBB). De NKBB gaat een aantal van de, tot dan toe door iedere vereniging apart uitgevoerde taken, centraal regelen. Een voorbeeld daarvan is de gezamenlijke ontwikkeling van een nieuwe tak van sport, het sportklimmen op voornamelijk artificiële wanden. De KNAV en de NBV die dan twintig- respectievelijk dertigduizend leden tellen, ieder een professioneel bureau bezitten, een zeer groot en uitvoerig tochten- en opleidingsprogramma aanbieden, fuseerden op 1 januari 1998 tot een nationale vereniging.
De NKBV heeft in 2002 mogen vieren dat de vereniging 100 jaar bestaat. Dit eeuwfeest werd nog specialer doordat de Koningin het predikaat Koninklijk aan de NKBV heeft verleend. Op 1 juni 2002 is dit predikaat aan de NKBV uitgereikt. Er wordt door het bestuur gekozen om het predikaat Koninklijk voor haar naam te dragen. Ze zal voortaan de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging heten.
De NKBV heeft op dit moment ca 65.000 leden. Ondersteund door een bureau waar circa 25 FTE werken, biedt de NKBV tal van activiteiten en diensten aan op het gebied van informatievoorziening, opleidingen, bij- en nascholing, technische trainingen, specifieke verzekeringen, ledenkortingen en landelijke sportklimwedstrijden. Vanuit het landelijke bureau worden regionale onderverenigingen ondersteund die op hun beurt aan de locale leden een scala aan activiteiten bieden, waaronder conditietrainingen, opleidingen, lezingen, locale competities, en diverse klim- en wandel activiteiten. Daarnaast vervult de NKBV in landelijk opzicht een rol als kennis- en expertisecentrum en is zij in toenemende mate normstellend op het gebied van veiligheid.