Pulleyletsel is één van de meest voorkomende klachten aan de vingers.
In dit artikel behandelen we één van de meest voorkomende klachten aan vingers: pulleyletsel. Er wordt (voor zover mogelijk) onderscheid gemaakt tussen wetenschappelijk bewezen behandelmethoden en niet bewezen methoden. De informatie op deze site is ook bedoeld voor (para)medici om kennis op te doen over sportspecifieke blessures en behandelmethoden.
Pulleyletsel of ringbandletsel is waarschijnlijk de meest bekende klimblessure. De pezen die de vingers buigen liggen aan de binnenzijde van de hand. De pulleys houden de buigpezen van de vinger tegen het bot van de vingerkootjes tijdens het buigen. (plaatje) Er zijn 5 rechte pulleys (A1-A5), en 3 gekruiste pulleys voor over de gewrichtjes (C1-C3) (figuur 1). We spreken van een pulley letsel wanneer een of meerdere pulley’s geheel of gedeeltelijk zijn gescheurd. De A2, A3 en A4 pulley van de ringvinger en de middelvinger zijn het meest vaak aangedaan. Dit komt omdat dit de sterkste en meest gebruikte vingers van de hand zijn en deze het zwaarste belast worden.
Figuur 1: Pulleys.
De klachten
Een volledige of gedeeltelijke scheur van één of meerdere pulleys ontstaat vaak bij een piekbelasting, bijvoorbeeld bij een dynamische beweging, heel hard knijpen op een greepje, of wegglijden van een voet. Vaak hoort de klimmer een knappend geluid. Dit wordt gevolgd door lokale pijn, zwelling van het onderste kootje en/of het middelste kootje, en een zwak gevoel in de vinger. Dit is meestal pijnlijk, maar dat hoeft niet.
Bij het geheel doorscheuren van meerdere pulleys kunnen de buigpezen van het bot af komen te staan op het moment dat je de vinger buigt en/of belast. Dit heet “bowstringing” (figuur 2).
Figuur 2: Bowstringing.
De zogenaamde “Crimping” ofwel “Arqué” greep (figuur 3 en 4) geeft meer de kans op het oplopen van pulley letsel omdat er bij deze greep veel belasting op de A2 pulley (onderste kootje) komt te staan. Gebruik deze greep dus enkel indien nodig en wissel veel af met andere grepen zoals de “open hand/ tendue” greep” (figuur 5).
Figuur 3: Arqué positie.
Figuren 4 en 5: Arqué en tendue posities.
Diagnose
Als je denkt dat je een pulleyletsel heb is het verstandig naar een specifieke sportklimfysio/arts te gaan met ervaring en kennis van handletsels. Deze zal middels een vraaggesprek en onderzoek kijken of het inderdaad om een pulleyletsel lijkt te gaan. Dan wordt vaak medische beeldvorming gebruikt om de ernst van het letsel (één of meerdere pulleys beschadigd, gedeeltelijke of een volledige scheur) in kaart te brengen. Bij de beoordeling hiervan kan er gebruik worden gemaakt van een echografie of een MRI scan. Het nadeel van een MRI scan is dat deze erg duur is en dat er geen dynamisch onderzoek mee gedaan kan worden. Het voordeel van echografie is dat het goedkoper is en kan veel sneller kan worden toegepast. De echografie kan in het ziekenhuis worden gemaakt maar ook bij bepaalde fysiotherapeuten. Belangrijk hierbij is dat de echografist ervaring en de juiste apparatuur heeft voor het beoordelen van pulleys.
Behandeling
Direct na het ontstaan van de pijn is het goed om te koelen, bijvoorbeeld onder de koude kraan of met ijs. Het is beter om vaak te koelen dan een maal lang. Voorkom in ieder geval gedurende 10-14 dagen kracht zetten met de hand en vooral met de vinger!
Afhankelijk van de ernst van het letsel kan is het nodig om 14 dagen tape of een rustspalkje (= pulleyring, zie figuur 6 en 7) voor de vinger te gebruiken. De aangeraden tape voor een pulley letsel is de zogenaamde H-tape (zie figuren 8 en 9). Hierbij wordt een strook tape aan beide kanten ingeknipt waarna de twee uiteinden vrij strak aangebracht worden vlak onder en vlak boven het middelste vinger gewricht. Bedenk wel dat tape nooit alle krachten op de pulley kan opvangen. Uit onderzoek is gebleken dat tape slechts ongeveer 13% van de krachten van de A2 pulley opvangt.
Bij minder ernstig letsel wordt aangeraden de hand onbelast te bewegen binnen de pijngrens en de arm hoog houden om het vocht (zwelling) beter af te voeren. Neem voldoende rust en eet en drink gezond zodat je herstel optimaal is. Andere sporten die de bloedcirculatie bevorderen zijn aan te raden, maar geef je lichaam de kans te herstellen. Heb je na een bepaalde activiteit meer pijn en/of zwelling, dan heb je te veel gedaan.
Figuren 6 en 7: voorbeeld rustspalkje/ pulley ring bij A2 pulley letsel
Figuren 8 en 9: H-tape techniek bij A2 en/of A4 pulley letsel
Als er meerdere pulleys door zijn en/of sprake is van “bowstringing” kan het nodig zijn om de pulleys met een operatie te herstellen, maar meestal kan er na de diagnose direct gestart worden met de revalidatie. Dit revalidatieprogramma is afhankelijk van de ernst van het letsel, en het volledig herstel zal tussen de 3-12 maanden liggen. Met een goede diagnose en revalidatie kan bijna iedereen weer klachtenvrij klimmen. De behandeling van pulleyletsel wordt op dit moment gebaseerd op de deskundigheid en ervaring van de behandelend therapeut. Daarom is het aan te raden advies te zoeken bij een fysiotherapeut of arts die ervaring heeft met het behandelen van pulleyletsels en bekend is met de klimsport.
Op het internet zijn veel adviezen, ‘behandelingen’ en tips te vinden die het herstel van pulleyletsel zouden bevorderen. Helaas is er geen wetenschappelijk onderzoek bekend waarbij verschillende methoden vergeleken worden. Hieronder geven we een overzicht van adviezen die op het internet gevonden kunnen worden. We hebben hierbij aangegeven wat de achterliggende gedachte is, en in hoeverre deze methode onderbouwd is. Let op dat het om algemene adviezen gaat.
Koelen: wisselbadjes/ijsbadjes of het koelen met een ijsklontje wordt geadviseerd omdat het de doorbloeding naar de aangedane vinger zou kunnen verbeteren. Hier is matig overtuigend bewijs voor, maar het werkt wel pijnstillend. Er wordt wel geadviseerd om na het koelen 30 min te wachten met belasten.
Ontstekingsremmers: (ibuprofen/diclofenac/naproxen) deze pijnstillers/ontstekingsremmers worden voorgeschreven bij chronische (langdurige) ontstekingen van pezen of gewrichten. Er is nooit een een positief effect van onstekingsremmers op het herstel van pulleyletsel aangetoond, maar ze werken wel pijnstillend. Echter je kunt er ook maagklachten en hoofdpijn van krijgen. Een goed alternatief is paracetamol, tot 4x per dag 1000mg.
Masseren: Er wordt gedacht dat het masseren van de aangedane vinger de doorbloeding naar de aangedane vinger zou kunnen stimuleren. Er is echter geen bewijs dat massage het herstel beïnvloedt, en wanneer er nog veel zwelling is (en dat kan wel 3 maanden duren) wordt het niet aangeraden. Wel zou het in een latere fase geadviseerd kunnen worden om overmatige littekenvorming tegen te gaan.
Rekken van de vingers: Ook hiervan is niet bewezen dat het herstel versneld, maar het kan een onderdeel zijn van een revalidatieprogramma.
Rust: in de acute fase (zwelling) is het verstandig de vinger niet te belasten (geen kracht zetten). Nadat de zwelling is afgenomen kun je, afhankelijk van de ernst van het letsel, vaak met enige aanpassing van je training, wel blijven klimmen. Een ervaren klimfysio/arts of handtherapeut kan advies geven over het hervatten en aanpassen van je training. Grofweg wordt er gezegd dat bij een verrekking van een pulley geen volledige rust nodig is, bij een gedeeltelijk of volledig gescheurd ringbandje wordt er, afhankelijk van de ernst wel eens een spalk gegeven, voor maximaal 14 dagen. Vooral een goede diagnose en goede begeleiding door een ervaren (para)medici is dus belangrijk.
Kneedputty/stressbal: kneedputty is een plastic kneedgum, die net als een stressbal gebruikt kan worden om in te knijpen. Omdat sportklimblessures vaker voor komen in de eerste routes, bij onvoldoende warming up, wordt er gedacht dat putty/stressballen als warming up gebruikt kunnen worden in de late fase van de hersteltraining. Het effect hiervan is niet bewezen. Belangrijk is dat in de eerste fase, direct na het letsel, de knijp-beweging nu juist de beweging is die je niet moet maken.
Tapen: tape kan ongeveer 13% van de belasting van je vinger overnemen, maar zal zeker bij piekbelasting niet helpen om een nieuwe scheur te voorkomen. Belangrijk is om na het herstel van de blessure het gebruik van de tape af te bouwen
Blessures aan de ringbandjes kun je niet altijd voorkomen. Om het risico te verkleinen is het is belangrijk voldoende rust te nemen en niet, of in ieder geval lichter, te trainen wanneer je ziek of erg moe bent.
Warming up: Net als bij iedere andere sport is het belangrijk om een goede warming up te doen. Dit houdt in dat je eerst een aantal makkelijke routes klimt voordat je zwaardere meer belastende routes gaat klimmen. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 100-120 grepen/klimbewegingen nodig zijn om een optimale doorbloeding van je vingers en pulleys te krijgen.
Techniek: Vingerblessures ontstaan vaak wanneer je te hard aan een greepje trekt of je voeten wegglijden. Hierbij komt er veel kracht op de pezen en banden te staan. Daarom zal een gecontroleerde klimstijl de kans op een pulleyletsel verkleinen. Wissel dus “statisch” en “dynamisch” klimmen af en gebruik alleen een dynamische klimtechniek als dat echt nodig is. Wissel ook het gebruik van verschillende klimgrepen voldoende af. Hierdoor voorkom je overbelasting op je pulleys en gewrichten en breidt je je klimmogelijkheden op verschillend terrein uit.
Tapen: Het preventief tapen van vingers nadat de blessure genezen is, helpt niet tegen nieuwe vingerblessures. Tape kan dan vooral als een “reminder” werken.
Heb je een opmerking over de inhoud van deze pagina, stuur dan een mail naar sport@nkbv.nl, voor persoonlijk advies, neem contact op met een in de klimsport gespecialiseerde fysiotherapeut.