Een bergwandeling is totaal iets anders dan een wandeling door de platte polder in Nederland. Als je een bergtour maakt, geldt dat veiligheid voor alles gaat. Kinderen kunnen over het algemeen risicovolle situaties minder goed inschatten en hebben minder kracht en uithoudingsvermogen dan een volwassene. Daarom is het belangrijk dat je hier al bij de voorbereiding en planning van een bergwandeling rekening houdt. Wees ook tijdens de wandeling alert op de veiligheid van je kinderen en van jezelf. Hiervoor geven we je graag een aantal tips.

Tip 1: Blijf binnen je grenzen

Onderneem met kinderen tochten en bergwandelingen die je zelf goed aankunt. Zo kun je tijdens de wandeling meer op de kinderen letten en ze helpen als dat nodig is.

Tip 2: Bespreek voor vertrek de veiligheidsregels

Vertel je kinderen voor vertrek de veiligheidsregels die je tijdens de wandeling hanteert en waarom dit zo belangrijk is. Spreek met ze af dat ze zich er tijdens de wandeling echt aan houden. Vooruit lopen in ongevaarlijk en overzichtelijk terrein is prima, maar spreek dan bijvoorbeeld af dat ze bij de volgende gemarkeerde steen altijd wachten.

Tip 3: Zo help je je (jonge) kind

Kinderen lopen van nature goed in oneffen terrein en zijn prima in flink klauteren. Als je achter je kind loopt wanneer je bergopwaarts gaat, help je het bij het nemen van grote stappen. Bergafwaarts neem je je kind bij de hand zodat je het opvangt als het uitglijdt. Bij klauterwerk ondersteun je je kind daar waar het nodig is.

Tip 4: Blijf op het pad

Het is zeker met kinderen verstandig om op de gemarkeerde routes te blijven en geen (ongemarkeerde) afstekers te nemen. Geef op je mobiel of GPS je startpunt aan en laat je GPS de route volgen die je loopt. Als je de weg kwijt bent, blijf dan bij elkaar en ga samen terug naar de plek waar de laatste routemarkering stond aangegeven. Doorlopen in de hoop dat je het pad wel weer ergens oppakt is te riskant.

Tip 5: Kies goed begaanbaar terrein

Stem bij het plannen van je wandeling de zwaarte van de wandeling af op hetkind dat het minst kan meekomen. Met een beetje uitdaging is niets mis maar zorg ervoor dat het voor iedereen leuk blijft. Moeilijkere passages doe je één voor één en je helpt elkaar. Terrein met (steenslag)risico’s en andere risicovolle passages kun je beter vermijden. Bekijk van tevoren op de kaart of er een alternatieve route is.

Tip 6. Regel je bereikbaarheid

Zorg ervoor dat je op pad gaat met een opgeladen mobiel waarin je het nummer van reddingsdienst hebt voorgeprogrammeerd. Het kan zijn dat je in de bergen onderweg geen bereik hebt. Dan geef je het noodsignaal met behulp van en fluitje of spiegeltje. Leer van te voren hoe je het noodsignaal geeft. Om te zorgen dat je altijd de juiste spullen bij je hebt zoals een EHBO set en een reddingsdeken, kun je de paklijst aanhouden.

Paklijst Alarmering

Tip 7: Houd rekening met het weer

Het weer in de bergen kan erg onberekenbaar zijn. Vertrok je ’s morgen nog met een stralend zonnetje, in de loop van de dag kun je zo maar verrast worden door onweer en regen. Kinderen hebben het sneller warm en koud dan volwassenen. Neem daarom verschillende kleding mee voor onderweg zoals een regenjack en – broek, een lekker warme fleecetrui en eventueel een muts en wanten.
Laat je voor je op pad gaat goed informeren over de actuele weersvoorspellingen. Dat kan via internet, bij het toeristenbureau of bij de huttenwaard. Neem bij twijfel geen risico. Als je meer wilt weten over het weer in de bergen, kun je bij Bergsportreizen een speciale workshop over dit onderwerp volgen.

Bergwandelen met kinderen