Nikki van Bergen presenteert empirisch onderzoek over talentontwikkeling in de klimsport.
Bij veel verschillende sporten is er onderzoek gedaan naar talentontwikkeling. Het ontbrak tot nu toe echter aan empirisch onderzoek over dit onderwerp in het sportklimmen. In het kader van haar studie Bewegingswetenschappen schreef Nederlands Team lid Nikki van Bergen een thesis over dit onderwerp. In de paper wordt een vertaling gemaakt van de kennis die is opgedaan in andere sporten, om tot een voorstel te komen voor talent ontwikkelingsrichtlijnen in het sportklimmen.
Vanuit de levensverhalen van topsporters over hun atletische ontwikkeling zijn twee verschillende ontwikkelingspaden te onderscheiden. Het eerste pad leidt tot snel succes op jonge leeftijd (adolescentie), het tweede pad leidt op langere termijn tot successen, op latere leeftijd. Beide ontwikkelingspaden spreken elkaar tegen in volume van domein-specifieke, doelbewuste oefening, specialisatie en variatie van training, dus hoe en hoeveel je op welke leeftijd moet trainen.
Het eerste ontwikkelingspad kan gekoppeld worden aan een vroeg-specialisatiemodel, het tweede aan een vroeg sampling model. Vroege sampling, op jonge leeftijd kennis maken met verschillende sporten, waaronder de sport waarin later gespecialiseerd wordt, heeft veel voordelen als het gaat om persoonlijke ontwikkeling, verlengde sportparticipatie en intrinsieke motivatie en regulatie.
Vroege specialisatie wordt aan de andere kant vaak geassocieerd met blessures door overbelasting en voortijdige uitval of burn-out. Alleen in sporten waar de piekprestaties plaats vinden vóór de sporters volwassen worden is de vroege specialisatie benadering gunstig.
Sportklimmen wordt beschouwd als een sport waarin op latere leeftijd wordt gepiekt. Daarom wordt aangeraden om het vroege sampling model te volgen. Dit kan gedaan worden door het Long Term Athlete Development (LTAD) model te volgen. Het LTAD beschrijft zes stadia die gebaseerd zijn op de fases van ontwikkeling waar iedere atleet doorheen zou moeten gaan. Voor iedere fase wordt beschreven waar de focus van het trainingsprogramma op zou moeten liggen. Het LTAD biedt handige richtlijnen voor talent ontwikkelingsprogramma’s in late specialisatie sporten. Tegelijkertijd is het model echter te generiek en zou een volledige vertaalslag gemaakt moeten worden naar het klimmen om er de maximale bijdrage uit te kunnen halen. Hiertoe wordt in het laatste deel van het paper een aanzet gedaan.
Lees hier het volledige paper van Nikki van Bergen.
Auteur: Nikki van Bergen
Laatste wijziging: 02-06-2015