Is deze route niet te moeilijk? Kom ik onderweg omstandigheden tegen die te heftig voor mij zijn? Iedereen die een wandeltocht heeft gepland, zal zichzelf wel eens deze vragen hebben gesteld. Wandelgidsen en markeringen van wandelroutes geven weliswaar een idee van de moeilijkheid van een route, maar een sluitend antwoord op je vraag krijg je niet. En dan gebruiken Alpenlanden en -regio’s ook nog eens verschillende moeilijkheidswaarderingen voor bergwandelpaden. Hoe bepaal je wat voor jou te doen is of niet?
We leggen je uit wat je kunt verwachten op de bergwandelpaden en bewegwijzerde wandelroutes in de Alpen.
Tip vooraf: ga in een voor jou nieuwe regio rustig van start en houd altijd rekening met de actuele routecondities en het weer.
Wat een moeilijke wandeling is, verschilt per persoon. Ga je voor het eerst naar de bergen? Dan is jouw ervaring compleet anders dan die van iemand die al jaren in de bergen wandelt. Een klim van 1000 hoogtemeters is voor ervaren bergsporters een ommetje, maar kan voor een beginnende wandelaar of iemand met een slechte conditie een uitputtingsslag worden. Check bij wandelbeschrijvingen daarom altijd waar de zwaarteaanduiding op is gebaseerd. Meestal is dit de uitkomst van technische moeilijkheden, lengte, het aantal hoogtemeters en de aard van het terrein. Het is dan aan jou om ook je eigen conditie, je ervaring en je acclimatisatieniveau mee te nemen in de inschatting. Houd tot slot ook rekening met het seizoen is en de mogelijke invloed van weersomstandigheden.
Wandelingen in de bergen bevatten soms zogenaamde 'geëxponeerde passages'. Wat wordt hiermee bedoeld? Het gaat bij dit soort passages om delen van het wandelpad die langs of boven een afgrond of grote diepte gaan. Geëxponeerde passages kunnen smalle paden of richels zijn, soms gezekerd met staalkabels, maar ook natte grashellingen of sneeuwvelden langs een afgrond. Je moet op dit soort passages een zekere tred en geen last van hoogtevrees hebben. Als je ervan houdt, kunnen zulke paden een indrukwekkende ervaring bieden. Maar als je hier niet op voorbereid bent, kun je verstijven van angst. Op bewegwijzerde wandelroutes worden zulke passages soms aangekondigd, maar niet altijd. Lees je dus goed in voordat je gaat wandelen in de bergen.
In de Alpenlanden zijn classificatiesystemen ontwikkeld om bergwandelpaden naar zwaarte in de delen. Bij bewegwijzerde wandelroutes wordt de moeilijkheidswaardering soms op de (wandel)bordjes aangegeven. Welke criteria hieraan ten grondslag liggen, is niet altijd inzichtelijk. Je zult dus nooit precies weten hoe het wandelpad eruit ziet. Bovendien hebben ook het seizoen, het weer en je eigen conditie en ervaring grote invloed op de moeilijkheid van de wandeling. Staar je daarom niet blind op de classificatie van paden.
In de Nederlandse literatuur worden bergwandelpaden van oudsher in vier categorieën ingedeeld:
Helaas is er in de Alpenlanden geen eenduidig systeem voor de moeilijkheidswaardering van wandelpaden. Moeilijkheidswaarderingen in Duitsland en Oostenrijk zijn weer anders dan in Italië of Zwitserland. In onderstaande tabel zie je van vier Alpenlanden hoe de moeilijkheid van wandelpaden geclassificeerd wordt. Let op dat er regionale of lokale verschillen kunnen zijn.
Omschrijving | Duitsland | Oostenrijk | Zwitserland | Italie |
Wandelingen | Talwege (niet gemarkeerd) | Wanderweg (Tirol: geen kleur, Vorarlberg: geel, andere deelstaten meestal blauw) | Wanderweg T1 (geel gemarkeerd) |
T – Turistico of ‘passegiata’ |
Bergwandelingen | Einfache Bergwege (blauw) | Mittelschwieriger Bergweg (rood) | Bergwanderweg T2 (wit-rood-wit gemarkeerd) |
E – Escursionistico |
Bergwandelingen voor ervaren mensen |
Mittelschwere Bergwege (rood) |
Schwieriger Bergweg (zwart) |
Bergwanderweg T3 (wit-rood-wit gemarkeerd) | E/EE – Escursionisti esperti |
Alpiene wandelingen | Schwere Bergwege (zwart) | Alpiene route (Symbol „Alpine ROUTE“) | Alpinwanderweg T4 –T6 wit-blauw-wit gemarkeerd) |
EE – Sentiero Alpinistico |
Alpiene (klim)routes | Diverse specifieke moeilijkheidswaardering(en). Let op dat alpiene bergwandelingen (T4-T6) moeilijker kunnen zijn dan eenvoudige alpiene routes. |
Tabel 1: overzicht van de gebruikte moeilijkheidswaarderingen voor bergwandelpaden per land.
De Duitse en Oostenrijkse Alpenverenigingen proberen al enkele jaren de door hen beheerde bergwandelpaden een uniforme moeilijkheidswaardering te geven. Op de nieuwe wegwijzers worden de bestemmingen voorzien van blauwe, rode en zwarte bolletjes die de moeilijkheid van het traject aangeven (zie afbeelding 2). Een kleurcodering die de meeste mensen al kennen van het skiën op de piste. Het werk gaat echter zeer langzaam want alleen al binnen Oostenrijk hebben de deelstaten Tirol, Salzburg en Vorarlberg afwijkende classificatiesystemen (afbeelding 3). De verwachting is dat het opnieuw markeren van de routes nog jaren kan duren. Het is dus altijd belangrijk dat je goed oplet waar je bent en wat de kleurcode ter plekke betekent.
Afbeelding 2: De kleur van de bolletjes correspondeert met de moeilijkheidswaardering. Bron: DAV.
Afbeelding 3: Een vergelijking van de moeilijkheden van bergwandelpaden in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland. Bron: DAV.
Tirol is voor Nederlanders een populaire wandelbestemming in Oostenrijk. Hun classificatie van bergwandelpaden is als volgt:
In de wandelrouteplanner van Tirol staat bij de route altijd aangegeven welke moeilijkheidsgraad deze heeft.
Zwitserland en de Zwitserse Alpenclub SAC hebben in het hele land een uniforme bergwandelschaal ingevoerd. De verwoording van de vereisten die elke schaal stelt is in 2023 aangepast. De schaal gaat van T1 (wandelen) tot T6 (alpiene bergwandeling. De moeilijkste passage van een tocht (onder gunstige omstandigheden) bepaalt daarbij de moeilijkheidsgraad van het traject.
T1: "Wandelpad": Goed gebaande paden. Eventuele geëxponeerde passages zijn goed gezekerd. Een fatale val is (bij gunstige omstandigheden) grotendeels uit te sluiten. Vereist geen specifieke alpiene vaardigheden. De oriëntatie is over het algemeen onproblematisch en eventueel zonder kaart mogelijk.
T2: "Bergwandelpad": Een doorgaand wandelpad door ten dele steil terrein waarbij de mogelijkheid op een fatale val niet uit valt te sluiten. Elementaire alpiene vaardigheden zoals tredzekerhied en oriëntatievermogen zijn vereist.
T3: "Bergwandelpad": Een niet altijd goed aangeduid pad door steil terrein met puinvelden en zogenaamd 'schrofen'-terrein waarbij een fatale val mogelij is. Geëxponeerde passages kunnen met touwen, staalkabels of kettingen beveiligd zijn. Soms is het nodig om de handen te gebruiken voor om het evenwicht te kunnen bewaren. Alpiene vaardigheden zoals tredzekerheid en oriënteringsvermogen zijn vereist.
T4: "Alpien bergwandelpad": Deels gemarkeerd pad, deels padloze route door ruig terrein met soms eenvoudige klimpassages (Ie graads), niet al te steile sneeuwvelden, steile grashellingen, meestal gemarkeerde gletsjerpassages, blokkenterrein en 'schrofen'. Geëxponeerde passages waarin fatale vallen mogelijk zijn over significante delen van het pad. Alpiene vaardigheden zoals om kunnen gaan met geëxponeerde valgevaarlijk passages, een goede tredzekerheid, goed oriënteringsvermogen en terreinbeoordelingsvermogen, basale kennis van alpiene uitrusting en techieken zijn vereist. Bij een weersomslag kan een terugtocht moeilijk zijn.
T5: "Alpien bergwandelpad": Vaak ongemarkeerde en padloze route door ruig terrein met soms eenvoudige klimpassages (Ie en IIe graads), met steile sneeuwvelden, steile grashellingen, meestal ongemarkeerde gletsjerpassages, serieus blokkenterrein en 'schrofen'. Geëxponeerde passages waarin fatale vallen mogelijk zijn over langere delen van het pad. Alpiene vaardigheden zoals het goed om kunnen gaan met geëxponeerde valgevaarlijk passages, een zeer goede tredzekerheid, zeer goed oriënteringsvermogen en terreinbeoordelingsvermogen, grondige kennis van alpiene uitrusdting en techieken zijn vereist. Bij een weersomslag kan een terugtocht erg moeilijk zijn.
T6: "Alpien bergwandelpad": Grotendeels ongemarkeerde en padloze route door ruig terrein met klimpassages (IIIe graads), met uiterst steile sneeuwvelden, uiterst steile grashellingen, meestal ongemarkeerde gletsjerpassages, tricky blokkenterrein en 'schrofen'. Zeer geëxponeerde passages waarin fatale vallen mogelijk zijn over langere delen van het pad. Alpiene vaardigheden zoals het zeer goed om kunnen gaan met geëxponeerde valgevaarlijk passages, een zeer goede tredzekerheid, zeer goed oriënteringsvermogen en terreinbeoordelingsvermogen, excellente kennis van alpiene uitrusdting en techieken zijn vereist. Bij een weersomslag kan een terugtocht uiterst moeilijk zijn.
Aan de T-schaal wordt soms nog een + of een - toegevoegd, zoals T2+ of T4-. Dat betekent dat de route zich respectievelijk bovenin of onderin de betreffende T-schaal bevindt.
Tip: de SAC-CAS heeft een overzicht van de Zwitserse moeilijkheidswaardering (PDF) waarin voorbeelden van tochten zijn opgenomen. In het online SAC Tourenportal zijn alle bergwandelingen van T1 tot T6 geclassificeerd.
Tip: Een zeer gedetailleerde, topografische kaart van Zwitserland vind je online op map.geo.admin.ch.
Klettersteigen vallen buiten het bereik van de bergwandelaar. Een klettersteig of via ferrata is een tocht langs een rotswand via ladders en staalkabels. Hiervoor heb je een speciale klettersteig-uitrusting nodig. Het is erg leuk om tijdens een bergsportvakantie eens onder leiding van een gids een spannende klettersteig te beklimmen. Ook voor kinderen kan het klimmen van een (voor hen geschikte) klettersteig een enorme belevenis zijn. De overgang van een met kabels beveiligde wandelroute naar een 'echte' klettersteig is niet altijd helemaal duidelijk, maar de meeste klettersteigen zijn in de Alpenlanden als zodanig gemarkeerd. Op bewegwijzerde wandelroutes zie je dan waar de start van een klettersteig is. Bekijk vooraf je de door jouw geplande tocht een klettersteig of klettersteig-passages bevat.
IJzeren kabels, staaldraad en voetsteunen die als nietjes uit de rots steken. Daar waar het wandelpad ophoudt, kun je vaak verder via een klettersteig. Gordel om, helm op, klettersteigset paraat en gaan.
In de meeste Alpenlanden zijn de paden en routes in de buurt van het dal goed gemarkeerd. Op kruisingen en startpunten van wandelroutes staan doorgaans wegwijzers met tijdsaanduidingen en als tussenmarkering worden verfstrepen op stenen en bomen langs het pad aangebracht.
In Oostenrijk, Zwitserland en Frankrijk worden hiervoor meestal rood-wit-rode verfstrepen gebruikt. In Zwitserland en Italië zijn dat soms ook gele of wit-blauw-witte strepen. In Zwitserland kun je ervan uitgaan dat een met rood-wit-rood gemarkeerd pad altijd bij een berghut of dorp uitkomt. Dat is handig om te weten in geval van nood, als je bijvoorbeeld verdwaald bent.
Afbeelding 3: De markering van een alpiene wandelroute in de Italiaanse Dolomieten.
In Italië hebben kleurmarkeringen op bomen vaak niets met de wandelpaden te maken, maar ze geven de grenzen van bospercelen aan. Verdwalen in een gebied met bosbouw kan de besten overkomen. De kleur van de verf zegt niet overal in Italië iets over de moeilijkheid van de route, dus houd daar rekening mee.
Wanneer je onderweg al een tijd geen markeringen of bewegwijzering meer hebt gezien, is het goed je ervan te controleren of je nog op het goede pad loopt. Een actuele, gedetailleerde wandelkaart, smartphone en GPS helpen je hierbij enorm. Houd er rekening mee dat de ligging van een op de kaart of in een gids ingetekende wandeling inmiddels gewijzigd kan zijn. Ga in geval van twijfel terug naar de laatste markering en probeer vanaf die plek de goede route weer op te pakken. Als het dan nog niet lukt, kan het verstandig zijn om je tocht af te breken. Veiligheid gaat voor alles: omkeren is echt geen schande.
Alles over bergwandelen plan je tocht
De European Union of Mountaineering Associations (EUMA) heeft samen met de European Ramblers Association (ERA) een handboek gemaakt waarin per land de werkwijze van het markeren van wandelpaden is opgenomen.