Om je helemaal thuis te voelen in de hal en ervoor te zorgen dat de andere klimmers dat ook doen, volgt in dit artikel een introductie in de klim- en boulderhaletiquette.

Waar begin ik?

Als je voor het eerst in een klimhal komt, geeft het baliepersoneel je een korte introductie van de hal. Zo ben je gelijk op de hoogte van wat zich waar bevindt, hoe het kleurensysteem werkt (dit geldt alleen voor boulderhallen, zie ook het punt hieronder) en waar je je kunt omkleden. Daarnaast lichten de medewerkers van de klim- of boulderhal ook de huis- en veiligheidsregels toe. Hoewel je daar waarschijnlijk van op de hoogte bent als je al vaker in andere hallen bent geweest, is het toch verstandig om de regels goed in je op te nemen. Die kunnen per hal namelijk weer net anders zijn.

Kleuren en niveaus

In vrijwel elke klimhal in Nederland hangt onderaan de klimroute een kaartje met het bijbehorende niveau. Handig, want zo weet je gelijk welke routes geschikt zijn als warming-up en welke routes een goede uitdaging zijn. In boulderhallen ontbreken deze kaartjes over het algemeen; hier zijn de niveaus gemarkeerd met kleuren. Alle boulders van dezelfde kleur behoren tot hetzelfde niveau. Zo kunnen alle blauwe boulders bijvoorbeeld van het niveau 6a/6b zijn. Aangezien dit kleurensysteem doorgaans varieert per hal, is het slim om goed te kijken welke kleur in de hal met welk niveau overeenkomt. In een goed ingedeelde boulderhal kun je vanaf ieder punt in de hal een kleurenkaart zien hangen met daarop de niveaus.

Verantwoordelijkheid

Klimmen en boulderen zijn sporten waarbij veiligheid en alertheid van erg groot belang zijn. Iedere klimmer of boulderaar heeft zelf de verantwoordelijkheid om hierop te letten, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen. Wanneer je in een klimhal bijvoorbeeld iemand op een onveilige manier ziet zekeren, mag je daar zeker iets van zeggen. Voel je je niet comfortabel genoeg om iemand aan te spreken op (in jouw ogen) onveilig gedrag? Meld het dan bij de baliemedewerkers, dan kunnen die het verder oppakken.

(On)gevraagd advies

Naarmate je langer klimt of bouldert, zal je merken dat je steeds beter inzicht krijgt in de bewegingen op de wand. Op een gegeven moment voel je je geen ‘beginner’ meer en ben je zeker van je eigen klimmen. Vol enthousiasme wil je je inzichten overbrengen op andere klimmers, maak waak ervoor om te snel adviezen te geven. Niet elke klimmer heeft immers behoefte aan tips; een lastige pas zelf oplossen, kan immers ook veel voldoening geven. Heb je het idee dat een klimmer gebaat is bij je tips en inzichten, vraag dan altijd eerst of dat echt zo is. Een simpele vraag als ‘Wil je een tip?’ of ‘Zou je het leuk vinden als ik je help?’ voorkomt dat je – goedbedoeld – ongevraagd advies geeft.

Klimkleding: waar let je op?

Zoals eerder genoemd, is het belangrijk dat je in een klim- of boulderhal vooral jezelf kunt zijn. Kleding is hier een onderdeel van, dus het beste advies hiervoor is: draag kleding waarin je je prettig voelt. Vanwege de ruwe klimwanden is het wel aan te raden om kleding aan te doen die beschadigd mag raken – een gat in je klimshirt of -broek is niet ongebruikelijk. Wat betreft bovenkleding en broeken volstaan zowel wijde als losse kleren, het is maar net wat jij het fijnst vindt zitten. Houd wel rekening met de temperatuur in de hal. Het is vaak erg lastig om de grote ruimte waarin de klim- of boulderhal zich bevindt goed te koelen of juist te verwarmen. Kies in de warme zomermaanden vooral losse, luchtige kleding en eventueel een korte broek. In de winter is het aan te raden om in meerdere lagen te klimmen, zodat je het in elk geval warm hebt als je begint met klimmen, en eventueel na een tijdje een laag uit kunt trekken.