Wat is de beste manier om in te binden bij sportklimmen?
Hoe je moet inbinden bij het (sport)klimmen is niet ingewikkeld. Je legt een knoop in het touw, haalt het touw door de gordel, maakt de knoop af en klaar! Heel simpel allemaal en einde verhaal. Of niet?
Want waarom moet je in de ene klimhal diirect (met knoop) en in de andere klimhal indirect (met karabiner) inbinden? En welke knoop is eigenlijk beter; de achtknoop of de Bulin? En mag je eigenlijk wel aan de zekerlus inbinden? Misschien is het dus toch niet zo simpel als gedacht...?
Direct of indirect inbinden?
Allereerst het direct of indirect inbinden vraagstuk. Wie in meerdere klimhallen in Nederland klimt weet dat er bij het toprope klimmen twee verschillende manieren zijn waarop er wordt ingebonden:
1) direct inbinden: de klimhal schrijft voor dat de klimmer zich vastmaakt aan het touw d.m.v. een teruggestoken achtknoop (afbeelding 1 links).
2) indirect inbinden: de klimhal schrijft voor dat de klimmer zich vastmaakt met een karabiner aan een topropetouw met een voorgeknoopte knoop (afbeelding 1 rechts).
Er zijn diverse redenen waarom de ene klimhal voor direct inbinden en de andere klimhal voor indirect inbinden heeft gekozen. Wat spreekt voor de directe methode van inbinden is dat dit ook de standaard methode is om bij het voorklimmen en/of klimmen buiten in de rotsen in te binden. De methode is universeel en kan altijd gebruikt worden, of je voor- of naklimt, binnen of buiten, single-pitch of multi-pitch. De klimhallen die voor de indirecte methode hebben gekozen, hebben dit gedaan vanuit het oogpunt van snelheid, of ervaringen met klanten die hun achtknoop niet terugstaken. Verderop lees je meer over hoe je jezelf bij beide methodes vast maakt.
Afbeelding 1: Links direct inbinden, rechts indirect inbinden.
Er is veel discussie over of de ene methode beter, veiliger of fijner is. Over fijner kan en mag je twisten, dat is persoonlijk. De praktijk van 25 jaar indoor klimmen in Nederland heeft aangetoond dat beide methoden even veilig zijn. Met beide methoden worden door de klimmers fouten gemaakt.
Aandachtspunten
Gebruik bij het indirect inbinden altijd minimaal één 'beveiligde karabiner' van de categorie "allround inzetbaar". Vroeger werden dergelijke karabiners safebiner genoemd. In het artikel over Beveiligde karabiners' in het Kenniscentrum lees je er meer over. Wanneer je een dergelijke karabiner niet hebt kun je ook twee tegengesteld ingehangen schroefkarabiners gebruiken. Zie ook afbeelding 2.
Direct inbinden - aandachtspunten:
Indirect inbinden - aandachtspunten:
Doe voor je gaat klimmen ALTIJD samen met je zekeraar een partnercheck!
Afbeelding 3: een voorgeknoopte achtknoop heeft zich los gewerkt. Hierdoor is er een tweede touwlus ontstaan waar per ongeluk een karabiner in gehangen is. Als je nu in het touw gaat hangen schiet de lus los! Bron: DAV Sicherheitsforschung.
De inbindlus/zekerlus
Het tweede discussiepunt wat we hier behandelen is de vraag of je de zekerlus ook een inbindlus is. Bijna elke gordel heeft een zogenaamde inbindlus/zekerlus. Dat is de lus die door iedereen gebruikt wordt om het zekeringsapparaat met een karabiner aan te bevestigen. Maar mag je er ook aanbinbinden...?
Eerst een stukje geschiedenis. De eerste zitgordels kwamen eind jaren 60 op de markt (Troll Whillance harness). Voor die tijd bond men in aan een (zelfgeknoopte) band die om het middel was geslagen. In de eerste jaren hadden de zitgordels losse been- en heuplussen. Je bond je in door het klimtouw door beide lussen te halen. Troll (Troll Mark 5 harness) en Edelrid kwamen eind jaren 70 met gordels op de markt die een verbindende lus hadden. Deze lus was specifiek bedoeld om aan in te binden en om aan te zekeren. Dat zekeren aand e lus doen we nu nog steeds. Het inbinden aan de lus daarentegen is nooit aangeslagen. Anno nu halen we het touw nog steeds door beenlus en heuplus.
Hoewel de gebruiksaanwijzing het niet bij iedere gordel vermeld (of de fabrikant het zelfs expliciet niet toestaat), is de zekerlus/inbindlus bij moderne gordels voldoende sterk om aan in te binden. Sterker nog, de Europese normen voor de fabricage van klimgordels schrijven voor dat de zekerlus/inbindlus de sterkste lus van de gordel is. Bepaalde sommige fabrikanten maken daarom duidelijk in hun gebruiksaanwijzing dat er geen bezwaar kleeft aan het inbinden aan de inbindlus (zie afbeeldingen 4 en 5).
Maar wat weerhoud ons er, na bijna 40 jaar, nog steeds van om aan de belaylus in te binden? Enerzijds komt het omdat het ons nooit is aangeleerd. Anderzijds komt het omdat het fijner/veiliger voelt om via de heup+beenlus in te binden. De inbindknoop zit daardoor dichter op je lichaam, kan minder heen en weer bewegen, de knoop zit minder in de weg en je kan hoger opblokken.
De conclusie luidt dus als volgt: wat betreft de breeksterkte van de lussen kan je op beide manieren inbinden; door de heup+beenlus, of alleen door de zekerlus/inbindlus. Qua gevoel en gemak is het inbinden door heuplus+beenlus de fijnste manier. We moeten er natuurlijk wel bij vermelden dat je je aan de gebruiksaanwijzing van de fabrikant moet houden.
Afbeeldingen 4, 5, 6: Edelrid laat zien dat je op beide manieren kan/mag inbinden. De beide gordels van Edelrid en Simond hebben een zekerlus/inbindlus in signaalkleur om dat duidelijk te maken. Bron: Edelrid en Simond.
Inbindknoop: bulin of acht?
Tot slot het derde vraagstuk: welke knoop is beter geschikt om mee in te binden; de achtknoop of de bulin?
Iedereen die bij een cursus met klimmen begint krijg gelijk de teruggestoken achtknoop aangeleerd. De reden hiervoor is dat het een simpel te maken knoop is die ook goed te controleren is. Het nadeel van de knoop is dat deze na een flinke val niet makkelijk losgemaakt kan worden. Echt problematisch is dat echter alleen als je geen sterke vingers hebt... Het gemak waarmee de knoop op juistheid gecontroleerd kan worden is de reden dat de internationale klimfederatie IFSC heeft bepaald dat er bij wedstrijden alleen met de achtknoop mag worden ingebonden. Om zeker te zijn dat het uiteinde lang genoeg is én om discussie over de lengte te voorkomen moet je in staat zijn in het uiteinde nog een stopper/eind-knoop te kunnen leggen. In Nederland hanteren we bij NKBV-wedstrijden dezelfde regel.
De teruggestoken achtknoop – simpel en goed te controleren.
Er is nog een tweede knoop waar klimmers mee inbinden; de bulinknoop, in goed Nederlands ook wel paalsteek genoemd. De belangrijkste reden om deze knoop te gebruiken is dat de knoop na een val makkelijker los te maken is dan de achtknoop. De knoop kent echter twee nadelen. Ze kan, indien niet-afgebonden, erg makkelijk losraken. De bulin moet daarom altijd beveiligd worden door ‘m dubbel te leggen, of door ‘m af te binden. Daarnaast is de Bulin een lastiger in één oogopslag te controleren knoop dan de achtknoop.
​Een variant van de bulinknoop; de Yosemite Bowline. Bron: wikipedia.
Met beide knopen worden fouten gemaakt, foolproof zijn ze geen van beide. De meest gemaakte fout met inbindknopen gaat als volgt: men legt een achtknoop in het touw, haalt het uiteinde door de gordel en vergeet vervolgens de knoop af te maken. Lynn Hill (de 1e vrouw die 8b en 8b+ klom) is in het begin van haar sportklimcarrière op die manier 30 meter naar beneden gevallen in Buoux. Zij overleefde het door in een boom te landen!
Wanneer jij en je klimmaatje een zorgvuldige partnercheck doen, dan is het risico op een niet afgemaakte knoop een stuk geringer. Een fout gelegde achtknoop valt bij een partnercheck snel op. Een fout gelegde bulin is echter minder duidelijk.
Wanneer je de voor- en nadelen van beide knopen tegen elkaar wegstreept dan is de conclusie dat de bulin een prima knoop is, maar dat de achtknoop meer voordelen heeft. De achtknoop is eenvoudiger aan te leren en beter te controleren.
De conclusie
De conclusie van dit alles luidt dat het antwoord op alle drie de vragen luidt dat er meerdere manier zijn om iets te doen, dat die manieren in principe allemaal goed zijn, maar in sommige gevallen net iets beter of handiger.
Veel belangrijker dan over de daadwerkelijke methode van inbinden te zekeren is om wat je doet goed te doen en elkaar daarbij te controleren. Doe daarom altijd samen een Partnercheck en zeker vervolgens oplettend en blijf de klimmer in de gaten houden tot hij weer veilig op de grond staat. Check? Check!