MENU

Zwitsers Ticino

In Ticino wandel je in de bergen in de pracht van Zwitserland met Italiaanse sferen, het beste van beide landen.

Ticino is het enige Zwitserse kanton aan de zuidzijde van de Alpen. Het zeer Italiaans aanvoelende gebied is een zonnig bergwandelparadijs voor natuurliefhebbers en rustzoekers. Je vindt er geen imposante vierduizenders en machtige gletsjers, maar bergen zijn er in overvloed. Naast huizenhoge watervallen, oude dorpjes en heel veel prachtige natuur.

Palmbomen of toch liever de bergwereld?

Wat een contrast! Het ene moment nog zit je met een kop cappuccino en een Amaretti, Italiaans bitterkoekje, op een terras in het mondaine Locarno. Je kijkt uit over het rimpelloze Lago Maggiore, om je heen wuiven de palmbomen en toeristen flaneren over de brede promenade. Even later zit je in een oer-Zwitserse gele postbus die net als altijd stipt op tijd is en vergaap je je aan de indrukwekkende bergwereld van het brede en zonovergoten Valle Maggia. De bus slingert langs uitgestrekte kastanjebossen waar in de herfst de heerlijke marroni, tamme kastanjes, worden geraapt en gloeiend heet gepoft op straat worden aangeboden. Hier vind je ook uitgestrekte wijngaarden en in de lente wuiven er duizenden gekleurde bloemen op de groene velden.

Anders dan de rest van Zwitserland

Ticino is in veel opzichten anders dan de rest van Zwitserland. Je ziet het al aan de huizen die je onderweg passeert. Geen typisch Zwitserse chalets in een verder smetteloos dorp, maar stevige huizen van gneis en graniet en een dak van platte stenen. Hier zeg je ook buongiorno in plaats van grüess di en eet je gnocchi en polenta in plaats van kaasfondue en rösti. Je gevoel is juist, Ticino is meer Italië dan Zwitserland. Ooit hoorde het zuidelijkste kanton van Zwitserland bij Lombardije en veel van die invloed en sfeer is achtergebleven. Wat het ook heeft meegekregen van zuiderbuur Italië is het zalige weer. De zon schijnt hier vaker dan in de rest van Zwitserland. Voor bergwandelaars betekent dat een lang seizoen en dat ook nog op slechts 900 treinkilometers van Nederland ligt.

Boek deze wandelreis bij SNP

Boek deze wandelreis bij SNP

De NKBV werkt samen met SNP Natuurreizen. Deze wandelreis in Ticino, met overnachting, kun je gemakkelijk via SNP boeken.

Kijk op snp.nl

Kort, maar indrukwekkend

De postbus stopt na een prachtige rit in Bignasco. Een heerlijk bergdorp met een oude stenen boogbrug waarvan er veel in het Valle Maggia zijn. De huizen staan dicht op elkaar en centraal vind je altijd de Romaans-Lombardische kerk met de karakteristieke losstaande klokkentoren, de campanile. Veel kerkjes bezitten nog prachtige fresco’s; Ticino staat er bekend om. In Bignasco begint onze korte, maar indrukwekkende trektocht van drie dagen (wie vroeg arriveert of bijboekt, heeft de dag ervoor al een heerlijke inloopwandeling over oude muilezelpaden van 10 km kunnen maken).

We verlaten het mooie Valle Maggia en trekken het veel smallere en woestere Valle Bavona in. Dit is één van die typische noord-zuid dalen van Ticino met machtige, honderden meters hoge rotswanden waar zich watervallen en watervalletjes vanaf storten. In het opspattende water reflecteert het zonlicht dat zorgt voor een plaatselijke regenboog. Mocht je het aandurven, gooi dan gerust je rugzak af en spring onder het neerkletterende water. IJskoud, maar heerlijk; een mooier gelegen douche ga je niet vinden.

We wandelen aanvankelijk nog langs de breed stromende Bavona. Op een paar plekken verbinden hangbruggen de ene oever met de andere. Het dal is levendig met zwemmers en wandelaars, maar vaste bewoners zijn er niet meer. De twaalf dorpen in het Valle Bavona zijn alleen in de zomer bewoond. Dat was nog niet zo heel lang geleden echt anders. Er woonden veel boeren in het dal die op een bijzondere manier in hun levensonderhoud voorzagen. In het dal zijn in de ijstijd enorme, soms huizenhoge rotsblokken in de rivierbedding gevallen waardoor er nauwelijks plek was om gewassen te verbouwen. De boeren zochten daarom tussen, maar ook òp, de vlakste rotsblokken naar ruimte om tuintjes aan te leggen. De bovenkant van de rots bereikten ze via stenen trappen en muurtjes zorgden ervoor dat de aangebrachte grond niet wegspoelde van deze prati pensili, ‘hangende weiden’. De prachtige kerken en kapelletjes in het dal zijn overigens goed bewaard gebleven en soms nog te bezoeken.

Alles over bergwandelen

Alles over bergwandelen

De NKBV is er om jou alles te laten halen uit je bergwandelactiviteiten. We helpen je alvast goed voor te bereiden voor je komende bergwandelingen.

Bergwandelen

Slapen bij een stuwdam

We klauteren langs en deels over deze enorme blokken omhoog en bereiken uiteindelijk San Carlo. Hier nemen we een gondelbaan die ons ontspannen zwevend door de Tessiner bergen meevoert naar Alpe Robiei, in totaal bijna 1000 hoogtemeters. We slapen in Albergo-Ristorante Robiei, een opvallend hotel dat in de jaren 60 het verblijf vormde van de bouwers van de stuwdam van het Lago Robiei. Misschien kunnen we de sleutel van de toegangsdeur van de stuwdam bemachtigen waardoor we er niet alleen overheen lopen, maar er ook in kunnen. Een geweldige ervaring waarbij je ook meer te weten komt over hoe een stuwdam werkt.

Als we opstaan lossen de laatste wolken op en knispert de ochtendkou ons tegemoet. Het belooft een geweldige dag te worden. Voor ons ligt een berglandschap vol kobaltblauwe meren en bergen tot bijna 3000 meter. We volgen de Sentiero Cristallina die onderlangs de 2912 meter hoge Cristallina loopt. Het pad is niet altijd even duidelijk en door de stevige hoogteverschillen wordt er zeker bergwandelervaring van je verwacht. Eenmaal de Passo Cristallina over zien we de opvallende, rechthoekige Capanna Cristallina (2568 m) aan het kleine Lago Cristallina al liggen. Natuurlijk drinken we op het terras eerst een koel glas bier of Gazosa; een alcoholvrije, gezoete, koolzuurhoudende citroenlimonade. Vanaf de ecologisch gerunde hut hebben we zicht op de Basòdino gletsjer; de grootste gletsjer van Ticino. Mocht je nog wat kracht over hebben, kun je voor het avondeten omhooglopen naar de Cima di Lago op 2833 meter. Eenmaal terug in de hut, staat de huisgemaakte pasta al op tafel te dampen. Buon appetito.

Aan de voet van de Gotthardpas

Voor onze derde en laatste wandeldag, dalen we eerst af door het Val Torta richting de bewoonde wereld. Maar voor we het eindpunt Airolo bereiken, genieten we nog van een machtige wandeldag. Eerst door de imposante granietrotsen op de flanken van de Piz Gararesc, daarna langs het murmelende water van de Cristallina beek en uiteindelijk verlaten we het hooggebergte en wandelen we door groene almen en de lariksbossen het Valle Bedretto in. Misschien kunnen we ergens nog een glas verse, romige alpenmelk krijgen en met een grasspriet in de mond tussen de bloemen naar de strakblauwe lucht staren.

Uiteindelijk komen we uit bij Pesciüm waar we twee keuzes hebben: verder lopen via een fraai wandelpad of de gondelbaan nemen. Wat we ook kiezen, we eindigen in Airolo aan de voet van de beroemde Gotthardpas. De autopas vormde vroeger al de poort van de noordkant naar de zuidkant van de Alpen en is nog altijd in gebruik. Sinds 1980 maakt het autoverkeer vooral gebruik van een bijna 17 km lange autotunnel die naast de treintunnel ligt. Natuurlijk drinken we wat in Airolo of eten we ergens een pizza! Kijk nog één keer terug naar waar je vandaan komt. Wedden dat je zegt: Arriverdeci, ik kom terug!