MENU

Zonnig multipitchen in de Calanques

Leander van Eekelen (ESAC) ging klimmen in de Calanques, vlakbij Marseille. Hij deed een aantal grote multi-pitch tochten op schitterende zeekliffen. Over zijn ervaringen schreef hij een blog.

Elke winter strijkt de ESAC (Eindhovense Studenten Alpinisten Club) neer op een warme zuidelijke klimbestemming voor de traditionele kerstklimweek: zeven dagen om te ontsnappen aan het koude Nederlandse weer en te genieten van zon en rots. Afgelopen winter was de ESAC in de Calanques; Leander van Eekelen ging mee en hoopt jou met dit blog inspiratie te geven voor je eigen zonnige winterklimreis.

Tekst Leander van Eekelen

Het is twaalf uur rijden, maar de Calanques zijn het waard - zonovergoten zeekliffen zo ver het oog reikt, meestal luttele meters verwijderd van de zee. De Calanques zijn een serie aan grote inhammen bij de kust van Marseille, uitgesleten door de stroom van rivieren. Zo zijn enorme kalksteenformaties bloot komen te liggen. Iedere Calanque heeft zijn eigen karakter, uiteenlopend van ruw en afgelegen, tot pittoresk en toeristisch.

Calanques in zon Blog Calanques Leander

Samen in de Calanques

De ESAC zat samen in verscheidene huisjes op een camping, wat een knus en ietwat huiselijk gevoel gaf. Elke avond trok je van huisje naar huisje op zoek naar gezelligheid en maakten we aan de keukentafel klimmenplannen voor de volgende dag. Het plannen heeft iets weg van onderhandelen - hoe kan ik het beste het gave plekje wat ik in de topo heb gevonden verkopen aan andere mensen? Het is dynamisch proces en soms een beetje hectisch, maar uiteindelijk vindt iedereen altijd een klimpartner voor de volgende dag.

De eerst paar dagen bestonden uit relaxt singlepitchen om in te komen. De Calanques hebben veel aan te bieden qua amfitheaters waar de hele wand van links naar rechts vol zit met klimroutes, met als persoonlijke highlight voor mij Paroi de Toits, een enorme grot met overhangende routes in de zesde en zevende graad. Aan het einde van de dag was het steeds maar een korte wandeling naar het strand voor een verfrissende duik.

Multipitchen op zeekliften

De Calanques zijn samen hét ansichtkaartje voor lange, gave, goed behaakte multipitches. Elk massief heeft minstens een klassieke route van gematigde moeilijkheid, vaak met meerdere variaties er rondom. In ruil voor het duizelingwekkende aanbod aan routes zijn de aanlooptijden typisch dertig minuten tot een uurtje voor de écht gave routes, die typisch afgelegen beginnen en alleen te bereiken zijn via kronkelige grindpaadjes. Ik vond de ambiance op dit soort aanlopen zonder uitzondering schitterend: de inval van het zonlicht van de opkomende winterzon waant alles in een soort sprookjesachtige sfeer.

We deden verschillende grote multipitches door de week heen, waaronder de klassieke Socle de la Candelle en de Grand Candelle (respectievelijk de kandelaar en de kaars), twee op elkaar gestapelde wanden. De Grand Candelle zelf is van kilometers ver aan te wijzen op de skyline van de Calanques. Wat ook niet mocht missen was een zeetraverse, iets waar de Calanques beroemd om staat. Hier klim je horizontale touwlengtes, soms slechts meters boven de zee. Ik ben niet gevallen, maar wist wel dat bij een val een nat pak gegarandeerd was.

Voie du Baou Rouge

Mijn absolute toppunt van de reis was een route genaamd Voie du Baou Rouge (5c, 200 m), gelegen in het indrukwekkende Cirque du Devenson, een massaal amfitheater van meer dan 300 meter in diameter dat 200 meter boven de zee uitsteekt. De eerste keer dat ik de wand zag, kreeg ik de indruk dat een woest zeemonster een hap uit de kliflijn had genomen - zijn beet had glanzend wit kalksteen, oker zandsteen en strepen aan geel aragoniet blootgelegd.

De route begint bovenaan de klifwand, zoals veel routes in de Calanques, met vijf lengtes abseilen tot aan een klein strandje aan de voet van de klif. Deze abseils behoren tot de main event van de route: na de eerste abseil helt de muur 40 graden over en verdwijn je in de leegte. Het was een imposant en haast intimiderend om alle kanten omringd te zijn door lucht. Op het steilste punt van de wand zat er ruim 5 meter tussen mij en de wand, totdat ik neerkwam op een klein uitstekend rotsbandje met het volgende abseilanker.

Klif Blog Calanques Blog Calanques ESAC touw

Tijdens het doorhalen van het touw maakte ik in mijn haast een grote fout: ik had niet de eindknoop uit het touw gehaald en nu bungelde deze ruim vijf meter buiten de macht van mij en m’n klimpartner. De situatie werd alleen maar erger toen ik licht in paniek raakte en daardoor mijn ATC liet vallen. Hij landde op de rots met zijn karakteristieke geklingel, waardoor mijn maag omdraaide. Miraculeus blijf hij compleet ongedeerd liggen op het rotsbandje en kon ik hem snel van de grond af grissen. We hadden ook met de eindknoop mazzel: door herhaaldelijk de touwstreng die nog in onze controle was een flinke zwieper te geven, raakten de twee strengen verstrengeld en konden we als een vishengel de eindknoop naar binnen haspelen.

Mijn fout benadrukt des te meer dat abseilen een gevaarlijk en foutengevoelig onderdeel van klimmen is. Achteraf gezien lag deze vrij technische abseil misschien ook buiten het kunnen van mij en mijn klimpartner, iets waar we niet bij stil hadden gestaan toen we de route uitkozen.

Eenmaal hersteld van de stress van het bijna-ongeluk gingen we verder omlaag en kwamen we aan op het strand. We waren vastberaden om de route af te maken. Vanaf het strand slingert Voie du Baou Rouge zijn weg omhoog rondom een prominente pilaar, met een heerlijke mengeling aan atletische hoekversnijdingen, luchtige traversen boven de zee en een kort boulderig dakje. Saillant detail: de route werd voor het eerst geklommen in 1938, dus het dakje voelde extra speciaal, aangezien de eerste beklimmers ons waren voorgegaan met slechts henneptouw en mephaken. Net voor de top, naast een roestige oude mephaak, vond ik in vervaagde zwarte verf de cijfers ‘1938’.

We topten de route net voor de vroege zonsondergang en werden beloond met een gouden uur. Na kort genoten te hebben van het uitzicht begonnen we aan onze wandeling terug naar de auto. Ik wou eigenlijk niet naar huis, maar ik wist dat het weekje er daarna opzat. Eén ding weet ik zeker: ik ga nog een keertje.