Steeds hoger de bergen in, verder van de bewoonde wereld af, terwijl je longen zich vullen met kruidige berglucht. Elke stap dichter bij de volgende berghut, waar een warme maaltijd, slaapplek en zonsondergang op je wacht. Zodat je de volgende morgen weer verder kunt, dieper de natuur in. En het mooie is: je hoeft geen doorgewinterde alpinist te zijn om de majestueuze bergwereld en haar hutten te verkennen. In samenwerking met SNP Natuurreizen hebben wij vijf huttentochten voor beginners een rij gezet.
© Wim Sneller
Deze spannende meerdaagse tocht gaat over onverharde, goed gemarkeerde wandelpaden door de indrukwekkende Dolomieten, in de richting van de imposante Peitlerkofel. Dit eigenwijze bergmassief zie je in de verte liggen en rijst vanuit het niets op uit het vruchtbare graslandschap. Je wandelt over uitgestrekte alpenweiden met sierlijke bloemetjes en nieuwsgierige grazers, langs ansichtkaartmeertjes waarin de lucht, de pieken en je bezwete gezicht weerspiegeld worden. Maar een berghuttentocht in de Dolomieten is niet alleen een onvergetelijke belevenis vanwege de natuurschoon, vooral ook vanwege de ernst waarmee ze het eten hier klaarmaken, zélfs op 2.000 meter hoogte. Na een lange dag wandelen kun je ervan uitgaan dat het met het avondeten in de berghutten, vaak gelegen op de meest schitterende plekken, wel goed zit: gnocchi, risotti, polenta of stevige knödel.
© FooTToo
Een paar dagen lang zijn de ruige Kalkalpen van het Karwendelgebergte, op het grensgebied van Tirol en Duitsland, jouw universum. Vanuit het hotel in Hinteriss begin je aan een wandelavontuur naar de Falkenhütte en de Plumsjochhütte, door bossen van geurende lariksen en bergdennen en over de almen met de eeuwenoude esdoorns van de Kleine en Grosse Ahornboden. In de Karwendel word je omringd door de markante gruizige toppen van de Birkkarspitze, Lalidererspitze, Lamenspitze en Kompar, het leefgebied van de grootste populatie steenarenden van de Alpen. Kers op de taart is de laatste dagetappe, die je gerust een koninginnenbergtocht mag noemen. Om over de toppen van de Grasberg, Hölzelstalljoch en Fleischbank te komen zul je 1.000 meter moeten klimmen en bijna het dubbele aantal moeten dalen. Die hoogtemeters maken de tocht soms pittig, maar het terrein is niet al te ruig en de paden zijn goed gemarkeerd en netjes onderhouden.
© Jan en Marjan Kuipers
Neem je de definitie van een hut iets ruimer, dan mag de Mare e Monti ook gewoon op het lijstje. Deze waanzinnige wandeltocht van vijf etappes, een van de mooiste van het eiland, gaat door de hoge bergen van noordwest Corsica, van het op 400 meter hoogte gelegen Piana naar de bekende 13de-eeuwse citadel van Calvi. Aan het einde van de dag breng je de nacht niet door in een op een piek gelegen berghut, maar in een hotel of gîtes d’etape in een bergdorp of badplaats, dicht genoeg bij de Middellandse Zee om de dag af te sluiten of te starten met een duik. De etappes zijn niet uitputtend lang – zo’n 4,5 tot 6 uur – maar vanwege de beklimmingen van toppen als de Bocca di Fuata (459m) en de Capu San Petru (914 meter) soms wel uitdagend. Je volgt het kustgebergte in noordelijke richting waarbij de zee, haar ruige rotsformaties, de kustdorpen, baaitjes en riviermondingen nooit je (linker)zij verlaten.
© Coen Weesjes
Samen met een Nederlandse berggids ga je op ontdekkingstocht in het Oostenrijkse Dachsteingebergte. Dat wandelavontuur gaat soms over gemakkelijke, maar regelmatig over middelzware paden, steil, smal en rotsachtig. Tochten van soms wel 8 uur, met stijgingen en dalingen tot wel 1.400 meter, maar in het gezelschap dus van een ervaren, enthousiaste bergkenner. Via de zuidkant van de Gosaukamm wandel je naar de Hofpürglhütte en op de Sulzenschneid sta je oog in oog met de woeste rotspartijen van de Torstein en de Hohe Dachstein. Via een geprepareerde weg steek je een gletsjer over, waar aan de andere kant weer een heel nieuw landschap wacht: het ‘Am Stein’, een karstplateau dat uit een kalkstenen vloerkleed bestaat en waar vegetatie geen schijn van kans heeft. Doel is het Guttenberghaus, een meer dan honderd jaar oude berghut op 2.147 meter hoogte, als een adelaarsnest op een rotsplateau.
© Jan Mark Moquette
Langs de oevers van het Vierwoudstedenmeer, ook wel het meer van Luzern, liggen langgerekte almen en opeengepakte bossen. Daarboven de zilvergrijze bergtoppen die over het gladgestreken meer uitkijken. TIjdens deze reis volg je de Nidwaldner Höhenweg hoog boven de oevers van dit grillig gevormde meer en wandel je op het grensgebied van bossen en alpenweides, waarbij je nooit echt tot grote hoogtes klimt. Meer dan eens kom je ijskoude bergmeertjes tegen, of een gezellige boerderij of gasthaus. Op de eerste dag wandel je rustig naar de top van de Walegg (1.943m), gevolgd door een afdaling in de richting van de hut aan de Bannalpsee (1.586m). Een andere berghut waar je de nacht doorbrengt is Brisenhaus, die je bereikt door het gelijknamige massief te doorkruisen. De volgende dag daal je langs de Heitliberg af en laat het Vierwoudstedenmeer, dat van boven net een fjordenlandschap lijkt, zijn gladgestreken gezicht steeds vaker zien.