Het ene moment word ik omringd door de scherpe kartels van de pieken van de Brenta Dolomieten, het andere moment wandel ik door lommerrijke bossen op de Paganella. Welkom in de Dolomiti Paganella in de noord-italiaanse provincie Trentino.
Weet je waar het Gardameer ligt? Net iets ten noorden daarvan en ten westen van Trento vind je de Dolomiti Paganella. Het gebied is een walhalla voor klimmers, want er liggen talloze klimroutes en klettersteigs.
Foto: Malga Andalo refuge
Precies tussen de groep Brenta Dolomieten en de berg Paganella ligt het bergdorp Andalo. Het lijkt me op het eerste gezicht een verzameling hotels, maar oorspronkelijk blijken het een paar dorpjes, die inmiddels aan elkaar gegroeid zijn. Het is hier vooral druk tijdens de wintersportperiode, maar in de zomer is Andalo een prima uitvalsbasis voor tochten in Dolomiti Paganella.
Wie voor een adembenemende en stevige klim gaat, kan zijn hart ophalen in de Brenta Dolomieten, wie een wat meer relaxte wandeling wil met prachtige uitzichten op de Brenta-pieken en op het Gardameer, zal met plezier op de Paganella lopen.
De Brenta Dolomieten zijn gelegen in het natuurpark Adamello Brenta. Het park draagt de titel Unesco Geopark. Dat wil zeggen dat de geologische geschiedenis, de cultuurhistorie en de landschappen van internationale waarde zijn. In dit gebied draait het dan ook om het behoud en om duurzame ontwikkeling. Verder is de flora en fauna indrukwekkend. Met een beetje geluk kom je hier reeën, steenbokken, steenarenden en marmotten tegen.
Vandaag zijn we bijtijds opgestaan. Na een heerlijk ontbijt trekken we onze wandelschoenen aan, want er staat een mooie dagtocht door de Brenta Dolomieten op de planning. De wandeling start vanaf Rifugio al Cacciatore (1.821 m) waarna je naar Rifugio Tosa Pedrotti (2.491 m) wandelt. Daarvandaan lopen we weer naar beneden richting Rifugio Croz Altissimo (1.480 m).
Je kunt ook met eigen vervoer gaan. Dan zul je de auto kort na het dorpje San Lorenzo Dorsino moeten laten staan, op een parkeerplaats bij een bruggetje. Vanaf daar moet je namelijk een vergunning hebben om door te mogen rijden. Maar je kunt ook met de taxi-jeep gaan in plaats van met je eigen auto: chauffeur Tiziano rijdt je naar allerlei plekken in de bergen waar je zonder vergunning niet komt (en haalt je ook weer op).
Het uitzicht dat we hebben vanaf Rifugio al Cacciatore is ronduit spectaculair: aan de ene kant kijk je door het dal naar beneden, aan de andere kant naar een halve cirkel van steile pieken die recht omhoog steken, waaronder de Cima Tosa (3.173 m), de hoogste top van de Brenta. Ik kijk mijn ogen uit en blijf iets langer zitten om dit uitzicht in mijn geheugen te griffen. Na een welverdiende pauze loopt het pad na de berghut meteen steil omhoog via route 325B. Na een korte klim volg ik het pad naar rechts, richting de Forcolotta di Noghera.
Via deze overgang, waar meerdere wandelpaden samenkomen, verlaat ik Val d'Ambiez en kom ik in het Val di Ceda aan. Tip: loop niet door het dal naar beneden, maar wandel via route 320 onder de Cima Ceda richting Rifugio Pedrotti. De route wordt niet alleen aangegeven door wegwijzers, maar ook door roodwitte markeringen en stapels stenen.
Foto: Rifugio Tomasso Pedrotti
Onderaan de berghut Pedrotti loop je langs steile, grijze pieken over een rotsplateau waar opvallend veel breuken en kloven in zitten. Dit komt doordat dolomia, de steensoort van de Dolomieten, relatief zacht is. In de loop van de eeuwen hebben sneeuw en regen ervoor gezorgd dat er stukken van het gesteente zijn weggesleten.
Rifugio Pedrotti, gerund door een familie van doorgewinterde alpinisten, is perfect voor een lange pauze. Het uitzicht is fenomenaal, het eten goed. Houd er rekening mee dat ook de afdaling van Rifugio Pedrotti naar Rifugio Croz Altissimo flink steil kan zijn.
Een veelgemaakte vergissing is dat alle bergen in de regio Trentino tot de Dolomieten behoren. Maar de Dolomieten vormen geen aparte bergketen. Ze zijn onderdeel van de Alpen, en of een berg bij de Dolomieten hoort, hangt ervan af of hij bestaat uit dolomia. Het gesteente kreeg zijn naam dankzij de Franse geoloog Déodat de Dolomieu, die hier eind 18e eeuw een nieuw soort kalkgesteente ontdekte. De fossielen die je in de rotsen vindt, getuigen ervan dat hier tientallen miljoenen jaren geleden geen pieken met gletsjers, maar tropische zeeën waren.
En dat is met Paganella dus het geval. Deze berg bestaat uit een ander, nog zachter gesteente, en hoort daarom niet bij de Dolomieten. Deze langgerekte berg, ten oosten van Andalo, laat weer een heel andere kant van de regio zien. De hoogste top is Cima Paganella (2.125 m) en de meeste wandelingen op de berg zijn relatief makkelijk. Als je met de kabelbaan Paganella 2001 vanuit Andalo omhoog gaat, kan je kiezen uit verschillende tochten door lieflijke bossen en over glooiende hellingen.
Zo loop je voor een rondwandeling met mooie panorama's bijvoorbeeld langs het restaurant Malga Terlaga eerst een stukje over een betonnen pad omhoog naar de passo San Antonio (1.893 m). Vanaf daar begint de wandeling eigenlijk pas echt, tussen de blauwe jeneverbesstruikjes en alpenweides door. Af en toe siert ook een kardoen het pad. Deze distelbloem heeft de bijzondere eigenschap dat de bloemen dicht gaan als er vocht in de lucht zit.
Bij de passo di San Giacomo, vlakbij de Canfedin (2.034 m), heb je een geweldig uitzicht over het Valle dei Laghi, een dal met vier meren waar veel lichte witte wijn en vin santo wordt verbouwd. Helemaal aan het einde is het Gardameer zichtbaar. Een goede stopplek na ongeveer anderhalf uur is Bait del Germano, waar je traditionele pastagerechten kunt eten, onder andere met wilde paddenstoelen uit de bossen op de Paganella (pluk deze vooral niet zelf). Bij mooi weer heb je hier een prachtig uitzicht op de Brenta Dolomieten.
Vanuit Nederland zijn er prima treinverbindingen naar Trentino. En in het gebied zelf zijn er allerlei mogelijkheden om je te verplaatsen zonder eigen auto. Mocht je tijdens je wandeling graag meer weten over het gebied, de geologie of flora en fauna, dan staan er bij Trentino Activity terecht.