MENU

Sterk: Boulderhal die uit zijn voegen barst

Wie in Nederland de klimsport wil beoefenen, is aangewezen op één van de tientallen klim- en boulderhallen. In haar hallentour door Nederland interviewt Roanne van Voorst verschillende klim- en boulderhaleigenaren voor een kijkje in de Nederlandse hallenwereld. Nu onder de loep: Sterk

“Ik weet nog goed dat ik me erg zorgen maakte of er wel genoeg mensen zouden komen op de openingsdag”, vertelt Jelmer Pelt (34), een van de twee huidige eigenaars van Boulderhal Sterk. De zorgen bleken ongegrond: “Ik heb nog nooit zoveel mensen bij elkaar gezien in een klimhal.” En ook na die openingsdag is een tekort aan klanten, nooit een probleem geworden: Sterk trekt zelfs zoveel boulderaars, dat Jelmer en zijn compagnon Roberto Ackermann besloten dat ze in de toekomst zullen verhuizen naar een veel grotere locatie.

Toen de van oorsprong Zuid-Limburgse Jelmer het plan opvatte om een boulderhal in Utrecht te starten, was hij er stellig van overtuigd dat daar behoefte aan was. “Maar ik had nooit gedacht dat we zóveel boulderaars zouden trekken!”, zegt hij nu, lachend. Hij houdt niet van borstklopperij, maar desgevraagd vertelt hij het toch: op sommige avonden is het inmiddels zo druk, dat de fanatiekste klimmers er hun schema op aanpassen, zodat ze op minder-druk-bezochte tijdstippen kunnen klimmen. “En dat terwijl we inmiddels niet meer de enige grote boulderhal in Utrecht zijn.” Klanten weigeren, dat wil hij niet, maar in de rij staan voor een boulder is ook niet de bedoeling. En dus is hij in overleg met de gemeente, over een nieuwe locatie die maar liefst twee keer zo groot zal zijn.

Hij had dit succes niet durven dromen, toen hij de hal begon. Samen met twee medeoprichters leende hij het geld voor een hal van 1600 vierkante meter (600m2 klimoppervlak), met een grote groep vrijwilligers en betaalde krachten werden de wandelementen en twaalf bouldercircuits gebouwd. Het was 2013; Sterk zou de vierde grote boulderhal van Nederland worden. “Ik kan me nog herinneren dat ik toen als de dood was dat we met een enorme schuld zouden blijven zitten”, vertelt hij. Maar de hal liep vanaf het begin goed. De afgelopen jaren bleef het bezoekersaantal “explosief” groeien, zeker nu de klim-en bouldersport steeds meer aandacht krijgen in de media. “Inmiddels weten zoveel meer mensen wat boulderen is, dan toen wij startten, dus we zitten met Sterk in de luxepositie dat we altijd meer dan genoeg klimmers mogen verwelkomen. Mensen die nog nooit hebben geklommen, komen uit nieuwsgierigheid. Ervaren klimmers komen voor de sfeer of de manier van bouwen.”

Geen bowlingbaan

Maar dat vereist ook strategie, en keuzes. “We richten ons in het bouwen en het beleid op de fanatieke boulderaar”, vertelt Jelmer. “Beginners zijn ook van harte welkom, maar we willen niet dat dit een soort bowlingbaan wordt” – een groepsuitje, bedoelt hij daarmee, waar mensen eenmalig een beetje lol komen trappen zonder iets van de werkelijke sport te ervaren. “We willen dat zelfs mensen die voor het allereerst boulderen, merken wat dit voor uitdagende sport is.” Dat betekent dat er in Sterk geen “ladders naar boven” worden gebouwd. “Een route mag best toegankelijk zijn, maar het hoeft nu ook weer niet té makkelijk te worden. Ik vind het niet erg als beginners niet altijd bovenkomen. Sommige klanten haken daarom af, maar anderen verliezen hun hart aan de sport – die zien we graag weer terug.”

Jelmer klimt geregeld in andere hallen, en komt weleens gradaties tegen die in zijn optiek, wat te soft zijn ingeschaald. “Ik kan me voorstellen dat dat best leuk is voor klimmers: die denken dan, dat ze heel hard boulderen en gaan misschien met een trots gevoel naar huis”, reflecteert hij. “Maar uiteindelijk is het jezelf voor de gek houden. Ga dan maar eens proberen om wat te klimmen in Fontainebleau, en je wordt direct met je neus op de feiten gedrukt.”

Hal zonder regels

Dat klinkt misschien een beetje streng, maar op andere aspecten is het beleid van de hal juist erg soepel, benadrukt hij. “Sterker nog, het was een wens van ons toen we deze hal oprichtten, dat we een plek met weinig regels wilden worden. Natuurlijk letten we op de veiligheid, maar we doen dat niet zozeer met strikte regelgeving. Meer met gezond verstand.” Dus in boulderhal Sterk zal je geen medewerkers zien rondlopen, die klimmers op de vingers kijken. “We vinden het enorm belangrijk dat klimmers zich hier thuis voelen. Sterk heeft een huiselijke sfeer. Onze klanten komen hier graag om een biertje te drinken, ook op dagen dat ze helemaal niet klimmen.”

Dat is dan een lokaal gebrouwen biertje, want Jelmer en mede-eigenaar Roberto proberen zoveel mogelijk lokale producten aan te bieden. “We hebben hier in Utrecht talloze brouwerijen en koffiebranderijen, en we hebben inmiddels goed contact met die bedrijven. We serveren daarnaast producten die zoveel mogelijk biologisch zijn, en sowieso is alles van de kaart vegetarisch.”

Vaste gasten van Sterk komen dus ook nogal eens langs voor de koffie. “Dan zitten ze hier gerust de hele middag te werken op hun laptop. Dat moedigen we aan; we hebben altijd van Sterk een ontmoetingsplek willen maken. Een hangplek, waar iedereen welkom is.”

Ook kinderen. Want hoewel Sterk formeel afraadt om kinderen jonger dan acht jaar oud, te laten boulderen, knijpen Jelmer en zijn collega’s vaak een oogje toe als klimmende ouders hun kinderen mee willen nemen tijdens een bouldersessie. “Als ze zelf goed op hun kids letten en het niet te druk in de hal is, vind ik het prima om klanten met kinderen tegemoet te komen. Nogmaals: iedereen moet zich thuis voelen in Sterk, dus we proberen flexibel te zijn waar dat kan.”

Muziek-controle

Er mag dan veel in Sterk, 1 ding mag ab-so-luut niet: de muziekstijl veranderen. “Nee, nee, nee!”, roept Jelmer uit, “aan de muziek mag niet worden getornd! Ik heb een playlist die ik zorgvuldig samenstel voor Sterk. Over alle nummers die ik daarvoor selecteer zit een sausje van funky jaren ‘60 en ‘70 muziek, met wat Afrikaanse muziekinvloeden daardoorheen, en daarbij wat modernere varianten van die stijlen. Die muziekstijl past bij de sfeer van deze hal, en ik wil niet dat hier zomaar plaatjes gedraaid worden die teveel buiten de stijl vallen, want dan wordt het een onbestemde mengelmoes.”

Hij geeft het ruiterlijk toe: “ik ben bang dat ik daarin een beetje een control freak ben.” Voor zijn personeel maakte hij een digitale muziekmap, waar ze voorstellen voor nieuwe nummers in mogen zetten; daar luistert hij een keer per maand naar, om te kijken of ze bij de typische Sterk-sfeer passen. “Ik wil voorkomen dat iemand die achter de bar staat en een voorliefde voor death metal heeft, hier een hele middag zijn favoriete tracks opzet.” 

Zolang ze niet aan zijn muziek komen, blijft het gezellig onder het personeel. Niet alleen tijdens het werk, maar ook tijdens teamuitjes. Met name het laatste uitje was een groot succes, grinnikt Jelmer: er werd die dag door 30 Sterk-stafleden deelgenomen aan een cursus ‘sportief paaldansen’. “Het klinkt misschien gek, maar boulderen en paaldansen hebben erg veel overeenkomsten. Je hebt lichaamsspanning nodig om in zo’n paal te blijven hangen, en ook behoorlijk wat kracht – typisch dingen die je in het boulderen traint. De dame die de cursus verzorgde vond het net zo leuk als wij, want veel van onze boulderaars bleken opmerkelijk goed te zijn in het paaldansen!”

Boulderen

Maar boulderen blijft nog net een tikkie leuker. “We werken sinds een aantal jaar samen met hoofdroutebouwer Jeroen Nepveu, die ook hoofdroutebouwer was bij het NK 2018. In mijn optiek zijn onze routes, mede dankzij zijn invloed, steeds interessanter geworden. Vroeger stonden we een beetje bekend om de krachtige routes, maar tegenwoordig richten we ons steeds meer op het new school boulderen – routes waar je met name een goede coördinatie voor nodig hebt. Ook zorgen we ervoor dat we in elk circuit één running jump hebben, en één dyno. Zo kun je op ieder niveau oefenen met dat soort bewegingen. En in het bouwteam zitten een aantal enthousiaste Fontainebleau-gangers, die boulders bouwen die veel aan die stijl doen denken. Zo houden we het gevarieerd.”

Dat sprak onder meer het Nederlandse team aan, dat een keer per week traint in Sterk. “We proberen rekening met ze te houden: als zij bijvoorbeeld graag willen oefenen in een bepaalde beweging of stijl, dan kijken wij of we die kunnen bouwen. Is voor hun fijn, en voor onze klanten ook inspirerend: die zien die goede klimmers keihard trainen in ons trainingshok, of door de moeilijkste circuits wandelen.”

Elke keer als hij een andere boulderhal bezoekt, is hij weer benieuwd naar hun boulders. “En ik zie een hoop goede hallen en mooie routes, zeker nu er steeds meer te boulderen valt in Nederland.” Maar de boulders in Sterk, die blijven toch het best, vindt hij: “Het zal er vast mee te maken hebben dat onze bouwstijl me inmiddels zo vertrouwd is, maar ik kan niet anders zeggen: hier in Sterk boulder ik toch het lekkerst.”