MENU

Kungsleden: een koninklijke huttentocht

In het hoge noorden, rond de poolcirkel, vind je het magische Lapland. Perfect voor mensen die van sneeuw en ijs houden. In deze uithoek van Europa wonen waarschijnlijk meer rendieren dan mensen. Dat is niet gek, want je waant je aan het einde van de wereld. Op dit verlaten stukje aarde ligt de Kungsleden, het Koningspad. Dit langeafstandspad telt meer dan 400 kilometer en leent zich goed voor een avontuurlijke huttentocht.

Ruig Lapland

Het Zweedse Lapland kenmerkt zich door een groot, ruim en kaal landschap. Je loopt wellicht de hele dag door hetzelfde dal, maar vervelen doet het nooit. Zo heb je vlakke pieken en uitgestrekte steppen met heide, meertjes en berkenbossen. Zo noordelijk zijn de berken klein en ligt de boomgrens laag. Ga je in de zomer op pad? Dan zijn de dagen zo lang dat je kunt verdwalen in de tijd. Hierdoor wandel je wanneer je maar wilt. Of dat nou ’s ochtends vroeg of laat in de middag is.

Carl-Johan Utsi-imagebank.sweden.se Foto: Carl-Johan Utsi |imagebank.sweden.se

Koninklijk op weg

De Kungsleden loopt van Abisko naar Hemavan en is 425 kilometer lang. Het pad werd in het begin van de 20e eeuw door de Zweedse wandelclub Svenska Turistföreningen (STF) aangelegd. De STF wilde mensen Lapland laten ontdekken. Tijdens het wandelen doorkruis je maar liefst vier nationale parken: Abisko, Stora Sjöfallet, Sarek en Pieljekaise. Het Koningspad is populair onder ervaren wandelaars, maar ook beginners. Ondanks de woestheid van Lapland loop je tijdens de Kungsleden niet over het hooggebergte. Je bewondert de bergen van onder- of veraf en loopt langs grote dalen, lage passen en hoogvlaktes. Wat het pad technisch niet lastig maakt. Daarnaast zijn de dagafstanden tussen de hutten goed te doen.

Olifantenpaden of rendierenpaden?

De Svenska Turistföreningen heeft niet zomaar een traject uitgezet. Nee, er lagen al paden. Olifantenpaden, of rendieren paden is misschien meer op zijn plaats, waar de STF één lange aaneengesloten route van heeft gemaakt. De paden zijn uitgesleten door de Sami, de oorspronkelijke bewoners in dit gebied. Zij leven van de verkoop van huiden en vlees van rendieren. Als je geluk hebt, kom je hele kuddes tegen. Soms worden ze bijvoorbeeld bijeengedreven om de kalveren te brandmerken. Soms worden ze bijeengedreven om bijvoorbeeld kalveren te brandmerken. Vroeger trokken de rendierhouders mee met de dieren, waardoor ze in tipi’s leefden. Tegenwoordig wonen ze deels in dorpen.

Foto: Michael Jönsson | Scandinav Bildbyrå |imagebank.sweden.se

Dagwandelingen

Geen tijd om de hele Kungsleden te wandelen? Kies dan voor een deeltraject. Start in Abisko, Vakkotavare, Saltoluokta, Kvikkjokk, Ammarnäs, Hemavan of Nikkaluokta. Als je in Nikkaluokta start, loop je eerst twee dagen over een ander pad voor je op de Kungsleden terecht komt. Maar gezien het gros van de mensen van Abisko naar Nikkaluokta (of andersom) loopt, hoort dit traject toch ook bij de Kungsleden. Iets verderop vind je Kebnekaise, de hoogste berg van Zweden. Dit traject heeft het meest alpiene karakter, doordat de omliggende bergen hoog zijn. De Tjäkte pas is het hoogste punt van de Kungsleden.

Hut naar hut

Elke dag wandel je zo’n 10-20 kilometer. Langs (bijna) de hele Kungsleden vind je berghutten van de STF, waar je kunt overnachten. Liever in je eigen tent slapen? Je mag wildkamperen of kampeert vlak bij de hut, zodat je tegen betaling gebruik kunt maken van de voorzieningen. Sommige hutten hebben zelfs een klein winkeltje, waar je je essentiële zaken aanvult. Let op, dit hebben ze lang niet allemaal. Je betaalt hier vaak contant. Dit kun je het best van te voren, per hut, uitzoeken. Ook heeft elke hut een noodtelefoon.

Foto: Tomas Utsi | imagebank.sweden.se

Alles over bergwandelen

Alles over bergwandelen

De NKBV is er om jou alles te laten halen uit je bergwandelactiviteiten. We helpen je alvast goed voor te bereiden voor je komende bergwandelingen.

Bergwandelen

Elk seizoen anders

Het pad zelf is goed aangegeven. De winterroute is gemarkeerd met rode kruizen op een hoge paal. Deze route is in de zomer voor een groot deel te volgen, maar een aantal meren en rivieren kun je dan niet oversteken. De zomerroute is gemarkeerd met rode stippen op bomen of stenen. Soms staat er een steenmannetje en er zijn veel spectaculaire bruggen. Kenmerkend zijn de vele vlonders, die een eindeloos spoor vormen. Daarnaast steek je zo nu en dan een meer over met een roeiboot of motorbootje.

Terug naar de basis

Water nodig? Er zijn onderweg genoeg beken en rivieren waar je water uit kan halen. Zo hoef je zelf niet veel mee te slepen. Elektriciteit is er niet, dus zorg voor een opgeladen powerbank. Daarnaast vind je droogtoiletten bij de hutten. Vuilnisbakken kom je onderweg niet tegen, dus neem zelf je afval mee. In de winter sjezen sneeuwscooters met aanhangers vol met gasflessen over het besneeuwde landschap om de hutten te bevoorraden. Als die voorraad op is, zetten ze in de zomer helikopters in.

Kebnekaise beklimmen

Vanaf het Kebnekaise Fjällstation kun je de Kebnekaise beklimmen. De zuidtop van sneeuw en ijs is zo’n 2.100 meter hoog. Deze top bereik je via een uitdagende wandelroute. In totaal trotseer je in 10-14 uur zo’n 18 kilometer en 1800 hoogtemeters. De noordtop van vast gesteente is 2.097 meter hoog. Hiervoor is gletsjerervaring nodig.