Na onze eerste trainingsweek in Orco, waarin spleetklimmen en tradklimmen centraal stond in onze tweede trainingsweek ijsklimmen, mixed klimmen en drytoolen centraal.
Na afloop van een ontzettend gezellige en leerzame eerste trainingsweek in Orco keken we allemaal gelijk al uit naar de volgende trainingsstage: ijsklimmen. Dit keer niet met korte mouwen in het zonnetje klimmen, maar ingepakt in onze nieuwe Rab kleding de kou trotseren. Althans, koud was het niet bepaald. Temperaturen ruim boven nul maakten het lastig om een locatie te vinden waar we nog veilig konden ijsklimmen. Bevroren watervallen namen hun zomerse vorm weer aan, het ijs was op veel plekken verdwenen. Gelukkig hadden we een troef achter de hand, coach Boris woont en werkt als berggids in Oostenrijk en is daardoor goed op de hoogte van de condities.
We begonnen de week met een relaxte skitour. Tijdens de skitour zijn we regelmatig gestopt voor het bekijken van het sneeuwprofiel en om kenmerken van de lawinesituatie in het terrein te bespreken. Als bergsporter in de winter is het belangrijk om zulke kenmerken te kunnen herkennen en daarop te anticiperen. Eenmaal terug bij ons verblijf in het Jugendhaus in Obernberg gaf Boris ons de eerste presentatie van de week over lawinekunde. Die theoretische kennis leerden we gedurende de week steeds meer toe te passen in de praktijk door soms even stil te staan en te observeren in het terrein.
De tweede dag konden we eindelijk onze bijlen in het ijs slaan. Voor Karlijn was het de allereerste keer dat ze ging ijsklimmen. Best wel anders dan sportklimmen, maar al snel liet ze het lijken alsof ze het al veel vaker had gedaan. Rechts van haar waagden coach Niek en deelnemer Alexander zich aan een prachtige maar behoorlijk steile ijspilaar (WI5). ‘WI’ is een speciale gradering voor ijsklimmen wat staat voor Waterval IJs, en de schaal loopt van 1 tot 7. Niek klom hem beheerst voor, en toen het hek van de dam was wilden de anderen in de groep natuurlijk ook deze gave pilaar klimmen. Jan, die vandaag zijn vierde ijsklimdag ooit had, liet zien dat al zijn harde trainen in Nederland niet voor niets is: hij klom deze steile zuil in één keer voor. Eenmaal weer beneden kreeg hij high fives van de anderen, het is gaaf om te zien als je teamgenoten zo vooruit gaan.
De volgende ochtend gaat de wekker vroeg, we gaan namelijk klimmen in het land dat bekend staat om zijn goede ijs maar dan om op te eten: Italië! In een adembenemende omgeving lopen we naar de watervallen, want we klimmen in de betoverend mooie Dolomieten. Omdat er zo weinig watervallen in conditie zijn is het extra druk op de plekken waar er wel ijs is, dus eenmaal bij het klimgebied stonden we met twintig klimmers klaar om onze bijlen in het ijs te slaan. Gelukkig verspreidden de verschillende groepen zich over de beschikbare watervallen en was er genoeg ruimte om veilig te kunnen klimmen. De ijskwaliteit verschilde van keihard en spiegelglad ijs tot zachter uitgehakt ijs, afhankelijk van waar je in het klimgebied was. In het spiegelgladde ijs moet je een stuk harder werken om je ijsbijlen erin te slaan, terwijl je in het uitgehakte ijs je bijl er eigenlijk alleen maar in moet hangen. Dat laatste kost vanzelfsprekend een stuk minder energie.
De huidige condities opende ook nieuwe deuren voor ons, we konden misschien niet elke dag een waterval beklimmen, maar wel een, voor velen van ons, nieuwe tak van de klimsport ontdekken: mixed klimmen. De naam “mixed klimmen” volgt eigenlijk letterlijk uit de activiteit: het klimmen van een mix van rots, ijs en sneeuw, meestal met je ijsbijlen en stijgijzers aan. De coaches hadden een doel voorgesteld dat best intimiderend leek, namelijk de Zwölferkogel noordwand. Op zich niet extreem lang en best makkelijk, maar omdat we allemaal nieuw waren in het mixed klimmen wisten we niet wat we konden verwachten en vonden we het allemaal best spannend. In touwgroepen van drie stapten we de noordwand in, en toen bleek het allemaal mee te vallen. In het begin was het nog een beetje onwennig om met stijgijzers en bijlen over de rots te schrapen, maar uiteindelijk zagen we de voordelen er wel van in. Zo kan je dus met stijgijzers op de allerkleinste kristallen staan. En kan je je bijl in super smalle spleetjes stoppen en zit ‘ie muurvast. We mochten ook nog eens onze eigen lijn door de wand kiezen: dubbele pret! Tijdens de klim waren we allemaal gefascineerd door hoe goed klimmen met stijgijzers en bijlen eigenlijk werkt, en waren we al aan het fantaseren over wat er allemaal hierdoor mogelijk is.
Op de vijfde dag beginnen we aan weer een andere discipline: ‘drytoolen’. Heeft er iemand al een discipline-bingo? Drytoolen is eigenlijk gewoon sportklimmen met bijlen en stijgijzers in speciaal daarvoor ingerichte klimgebieden. Zelfs als het regent kun je dit nog doen en daarmee een perfecte activiteit voor deze regenachtige dag. In het gebied waar wij zijn, de “Drachenfels”, oftewel de drakenrots, bij Innsbruck, zijn gaatjes in de rots geboord die gemarkeerd zijn met een kleur, net zoals in de klimhal staat elke kleur voor een route. Het is genieten om als groep de hele dag samen te zijn en elkaar aan te moedigen in de gave overhangende routes.
Op de laatste dag klimmen we met vier touwgroepen drie mooie, vrij korte mixed lijnen op de Burgschrofen: “Schall und Rauch", “Dornröschen” en “Rumperstilzchen”. Deze mixed lijnen hebben een vergelijkbare moeilijkheid, maar uiteindelijk bleek “Dornröschen” een stuk moeilijker te zijn dan de anderen. Deze route was namelijk niet helemaal in conditie, wat in dit geval betekende dat delen gladde rots eigenlijk bedekt horen te zijn met ijs maar dat niet waren.
Later als we met z’n allen weer warm in een alm zitten, met een theetje of een biertje, vertellen Jan, Jules en Niek levendig over hun avontuur in deze route. Hoe ze aan minuscule randjes moesten hangen met hun bijlen, en over platige rots zonder structuur moesten schrapen met hun stijgijzers. Alle vaardigheden die ze afgelopen week hebben geleerd, kwamen voorbij.
Voor de meeste van ons was het de eerste keer dat we onze nieuwe D-schoenen konden gebruiken; de Scarpa Phantom Tech. In de wisselende condities van de week kwamen de schoenen echt tot hun recht. De schoenen zijn voorzien van ingebouwde gamaschen, waardoor ze weer en wind buiten houden terwijl ze toch zeer ademend en licht zijn.
Hierdoor hielden ze niet alleen onze voeten droog toen we op smeltende watervallen klommen, maar konden we ook zonder zweetvoeten de routes op de Zwölferkogel instappen na een lange, warme aanloop, waardoor onze voeten ook warm bleven in de koude noordwand. Wat ook meteen opviel, was het verbazingwekkend lage gewicht. Elke schoen weegt slechts 800 gram, wat vergelijkbaar is met veel van de schoenen die we 's zomers gebruiken. Hier krijg je echter een zeer weersbestendige, extreem stijve en verbazingwekkend warme schoen voor terug.
De expeditie academie wordt gesteund door Scarpa, Petzl, Rab, Mountain Network, Julbo en Buitensportvoeding.nl