MENU

Arête du Diable, een van twee klassiekers

De zomer en het alpine seizoen komen weer dichterbij. In een tweeluik aan blogs kijken we terug op beklimmingen van de Expeditie Academie van vorige zomer.

Gletsjerbivakkeerders

Na twee weken vol hoog alpiene avonturen lopen onze zomertrainingsweken op hun einde. Het weerbericht is goed, dus er is nog net genoeg tijd voor een groots avontuur. Jan en ik laten ons oog laten vallen op twee echte Chamonix-klassiekers: de Arête du Diable op Mont Blanc du Tacul (4218m) en de Kuffner Arête van de Mont Maudit (4465m). Eerlijk gezegd bladerde ik voorheen altijd voorbij deze pagina's, omdat deze lange tochten te lastig voelden en flinke commitment vereisen. De Arête du Diable is een van de steilste graatbeklimmingen in de Alpen en overschrijdt vijf vierduizenders, daarnaast is de Kuffnergraat een gevarieerde route is die een breed scala aan technieken vereist. Aan het einde van ons eerste trainingsjaar heb ik veel nieuwe sneeuw-, ijs- en rotsklimtechnieken geleerd, en bovendien ben ik inmiddels goed ingespeeld op mijn teamgenoot Jan. Dit betekent dat deze tochten nu wél binnen mijn bereik liggen, al zal de combinatie van beide tochten een uitdaging worden.

We besluiten aan de Italiaanse kant omhoog te gaan. De korte aanloop betekent ook dat we wat luxer kunnen inpakken, na een paar minimalistische bivaks voelt dat als een nachtje in een hotel. We lopen tien minuten vanaf het liftstation en vinden een ideale kampeerplek. We stampen de sneeuw plat, in bewegingen die lijken als een soort dans van twee pinguins, en zetten onze tenten op. Het is hier prachtig, ik geniet van de rust en schoonheid om ons heen. Terwijl we rustig ons avondeten voorbereiden, arriveren ook de andere gletsjerbivakkeerders. Het lijkt zowaar op een kleine camping. Voordat we de slaapzakken in kruipen, nemen we met een gespannen maar enthousiast gevoel nog een laatste keer de route door, ons bewust van het avontuur dat voor ons ligt. Nu zijn we zelfverzekerd dat het gaat lukken.

Tijd in het donker

In het thema van deze ‘vakantie’ gaat de wekker weer vroeg, om precies te zijn om 01:35. Jan wil namelijk nog graag die extra vijf minuten slaap. Nog half in onze slaapzakken eet ik met de nodige moeite snel wat droge hartkeks (het enige wat ik midden in de nacht wegkrijg) en drinken een kop thee om op te warmen. Ik stap de tent uit en hoor de sneeuw onder mijn schoenen knisperen, alsof de berg ons begroet met een goedkeurende knipoog. Het is een heldere nacht geweest, de sneeuw is perfect bevroren, de slaap verdwijnt en maakt plaats voor enthousiasme.

We lopen anderhalf uur naar de instap van het couloir. Hier begint het echte werk: een steile klim omhoog, gehuld in het mysterie van het donker. Het gebrek aan licht heeft zo zijn voordelen; ik ervaar die eerste uren als een soort gratis tijd. Voor mijn gevoel lijkt de tijd versneld te gaan tot het eerste licht aanbreekt. In het donker lijken alle stappen op elkaar, en voelt het alsof 100 stappen er maar één is. Daarnaast is het voordeel van het donker dat we niet kunnen zien hoe steil het sneeuw couloir eigenlijk is, we hoeven ons alleen te focussen op onze kleine bubbel van licht.

Terugkijkend naar het couloir

Vijf toppen estafette

We zijn de eerste touwgroep die het zadel bereikt. Terwijl we ons klimmateriaal organiseren, komt een ander duo aan. Het is krap, en eigenlijk staan ze in de weg. Ik stap over ze heen en zit bijna op één van hun hoofden. De klimmer moet erom lachen. Het wordt al snel drukker en ik klim gehaast het eerste torentje op. De sfeer is wat jolig, maar vlak na mijn eerste zekering glijdt mijn voet weg, shit! Gelukkig zit mijn handjam bomber, waardoor ik blijf hangen. Ik haal 3 keer diep adem om me weer te kunnen concentreren en klim nu gefocust verder.

De route van de Arête du Diable kenmerkt zich door vijf toppen, waar we telkens overheen klimmen en daarna weer moeten abseilen. Hoewel sommige klimmers ervoor kiezen de toppen over te slaan en meteen door te gaan, nemen wij de tijd om elke top te bereiken. Bij de klim naar de derde toren zit een fantastische traverse: ik sta op een slab passage en hang met rechts aan een zijgreep, ik twijfel hoe ik verder moet. Plots zie ik het voor me: ik maak een kruispas naar een volgend randje. Wauw, wat een pas! Een mooie sportklimpassage in een alpine route, onze sportklimmerhartjes maken een sprongetje van blijdschap. Het leukste torentje is de Pointe Médiane, vanuit een brievenbus tussen twee grote rotsen in, moet je jezelf afsteunend omhoog worstelen in een soort schoorsteenpassage.

Karlijn in een van de technische passages van de route

Het is druk op de route, waardoor we snel door moeten klimmen en jammer genoeg weinig tijd hebben om van de omgeving te genieten. Genieten van de bewegingen, de omgeving en de uitputtingsslag is voor mij de reden om te alpineren. Aan de ene kant voelt het fijn dat we een goede flow te pakken hebben. Maar tegelijkertijd gaat alles daardoor helaas te snel aan mij voorbij en neem ik niet genoeg tijd om de indrukken echt tot me te nemen. Bij de abseils kijken we weinig om ons heen, bouwen we zo snel mogelijk om, Jan laat mij zakken en volgt hij daarna op contragewicht, alles zodat we zo snel mogelijk gaan en niet in de klimmers file te belanden. Omdat andere klimmers ervoor kiezen niet naar elke top te gaan, worden we halverwege toch ingehaald. Dit betekent dat we achter een luid schreeuwende Italiaan vast komen te zitten bij de beklimming van de laatste toren. Chamonix-klassiekers, hè... Bij de standplaats waar we wachten ruiken we iets vreemds, jakkes… we staan naast een stinkende mensendrol.

Blij op de top aangekomen

We hebben de vijf torens beklommen, en zelfs nog 2 andere pilaren meegenomen om er zeker van te zijn dat we geen enkele mooie pas missen. Om precies twaalf uur staan we na iets minder dan 10 uur klimmen op de top van Mont Blanc du Tacul waar we even van de omgeving kunnen genieten. Als we beginnen aan de afdaling realiseren we ons maar al te goed dat we morgen exact hetzelfde stuk weer naar beneden moeten. Het wordt een lange tocht over de gletsjer, terug naar de Italiaanse kant, met als afsluiter nog eens 300 extra hoogtemeters in het laatste uur. Terug bij de tent zijn we moe maar voldaan, de eerste tocht is gelukt! We besluiten om nog even wat te drinken bij de Torino-hut, waar we in gesprek raken met twee andere Nederlandse klimmers. Het gesprek gaat al snel over de risico's van alpinisme, een onderwerp dat na zo'n intense dag meer dan relevant was.

We zijn flink moe. Om 19:00 wens ik Jan welterusten, ik hoop dat ik vannacht genoeg herstel voor de lange dag van morgen. Deze blog is onderdeel van een tweeluik, lees binnenkort het vervolg van ons avontuur.

De avonturen van expeditie academie worden ondersteund door Scarpa, Rab, Petzl, Julbo, buitensportvoeding.nl, Mountain Network en uiteraard de NKBV

Terug naar overzicht