MENU

Geëmigreerd naar de bergen, deel 2

Nederlanders zijn reislustig. Maar meestal komen we na een aantal dagen of weken gewoon weer terug naar huis. Op een enkeling na. Voor sommigen is terug naar huis, juist weg uit Nederland. Is thuis dan dichtbij of juist ver weg?

In Hoogtelijn aandacht voor Nederlanders die voor een leven in de bergen kozen. Omdat zij veel meer te vertellen hadden dan er ruimte was in het magazine, hier hun hele verhaal. Het is een lange blog, deze linkt onderaan door naar deel 1.

Tekst in Hoogtelijn en blog door Mirte van Dijk

Emigreren is een ingrijpend proces

Iedereen die emigreert komt voor moeilijke keuzes, ingewikkelde sociale situaties en maatschappelijke problemen te staan. Of je nu wel of niet de taal spreekt, direct aan het werk kan of een dak oven je hoofd hebt, het gaat erom dat je uiteindelijk je doel bereikt. Wat dat betreft niet veel anders dan in Nederland. Het kan een jaar duren, of misschien wel twee voordat je alles op de rit hebt. En het kan gepaard gaan met veel lachen of juist huilen. Misschien is het motiverend of juist energievretend. Hoe je het ook bekijkt, emigreren is een ingrijpend proces maar voor velen een groot avontuur en de beste keuze die ze ooit gemaakt hebben.

Albert-Jan (48) en Mireille (47) van Lennep

  • Waar? Montreux, Vaud, Zwitserland
  • Wat? Albert Jan (Workplace Services), Mireille (Data Analyst)
  • Vertrokken in: 2003

Mireille wilde liever in het buitenland wonen en werken dan ik. Maar uiteindelijk wilde ik eigenlijk ook nooit in Nederland blijven. Het kwam op ons pad, omdat Mireille een baan aangeboden kreeg in Zwitserland. Voor het sollicitatiegesprek vlogen we even op en neer en plakten er een dagje skiën aan vast, ja, we waren er nu toch! Ze zat met een enorme goggle face in het sollicitatiegesprek, maar gelukkig had degene die het afnam er zelf ook een! In maart dit jaar is ze gestopt bij die werkgever.

We wonen nu hier, wat enigszins toeval was, maar het is nu moeilijk voor te stellen waar we anders willen wonen. We hadden nooit gedacht dat we hier terecht zouden komen, van stad naar dorp, maar we hebben geen moment heimwee gehad. Ook hadden we geen enkele moeite om sociale contacten te leggen, maar dat kwam voort uit het werk van Mireille. Het team waar ze onderdeel van was bestond uit allemaal sportieve mensen. Iedereen, alle collega’s, waren elk weekend in de bergen, mountainbiken, klimmen, skiën. Er waren heel veel mensen van overal uit de wereld, allemaal expats, die hier al dan niet tijdelijk woonden. Het was erg makkelijk aansluiting te vinden. Met het thuisfront was het soms wel lastig, maar het was niet moeilijk. In Nederland hadden we ook veel vrienden die aan buitensport deden, dus het voelde heel natuurlijk voor iedereen.

Voor haar werk hoefde Mireille geen Frans te leren, alles was in het Engels. “Ik had echt hoofdpijn en ze maakten er altijd grapjes over. Mijn Engels was ook niet zo goed en vond het heel spannend. We spreken nu beiden Frans, Albert Jan had al een aardige basis, hij vond taal juist leuk. Maar omdat we lang deel uitmaakte van een expat-cultuur leerden we vele verschillende mensen kennen. We hebben ons eigenlijk nooit eerder zo Nederlands gevoeld als hier!”

Toen we nog in Nederland woonden gingen we altijd op vakantie in de bergen om de vrijheid en de connectie met de natuur te zoeken. Het maakt niet uit wat voor weer het is, het is altijd interessant. We zijn wel dankbaar dat we hier mogen wonen. Mensen zeggen dat het uitzicht gaat wennen, maar wij genieten er elke dag van. We stappen de deur uit en kunnen meteen beginnen met mountainbiken of wandelen. We hoeven niet eens in de auto te stappen!

Emigreren is een proces van jaren, dat moet je snappen. Het is makkelijker als je eerst een baan hebt, dan loopt alles wat soepeler. En het is handig voor jezelf als je iets meebrengt, zoals kennis en ervaring. Wij zijn vertrokken zonder einddatum, maar het is handig om voor jezelf te bepalen of je langer wil blijven of dat je op een gegeven moment terug wil gaan.

Monique Stuut (50)

  • Waar? Troistorrents, Valais, Zwitserland
  • Wat? Matroos Lac Leman
  • Vertrokken in: 2011

Ik had geen werk in Nederland. Toen iemand me vroeg of ik als chalet-girl in de Franse Alpen wilde werken, leek me dat wel een goed idee. Ik heb uiteindelijk heel erg veel verschillende baantjes gehad, de meeste als seizoensarbeider. Assistent manager op een camping, skilerares, taxichauffeur, serveerster. Als je vaker terug komt op dezelfde plek dan wordt je vanzelf opgenomen in de groep. Op een gegeven moment werd het lastiger de tijd tussen al die seizoensbaantjes te overbruggen. Toen zei iemand dat ze op de boten op het Lac Leman nog matrozen zochten en dat hij me daar wel kon introduceren. Dat zette me aan het denken: ik moest een echte baan vinden of definitief terug naar Nederland. ‘Matroos?’ dacht ik, ‘waarom ook niet, ik heb bijna alles al gedaan maar dat nog niet.’ Ik deed de matrozenopleiding en kreeg daarna een contract, een vaste baan. Dat was alweer acht jaar geleden. Pas toen kon ik officieel verhuizen, want pas met een vast contract kon ik al het papierwerk om officieel in Zwitserland te mogen wonen in orde maken.

Als ik niet blijf waar ik nu zit dan heeft dat met werk te maken, met de reistijd en de files. Ik moet net iets meer dan een uur rijden. Maar eigenlijk wil ik hier niet weg. Troistorrents is maar een heel klein dorpje, aan de voet van Portes de Soleil. Hier vind je geen skiliften of toeristen, in tegenstelling tot alle omringende dorpen. Ik ben omringd door mensen die er het hele jaar wonen en ik ben niet de enige uit Nederland of België. Ik kom uit Groningenen ben daardoor misschien erg nuchter, maar ik kan heel erg genieten van de mooie dingen. Lekker eten, lekker drinken, mooie omgeving, het Zwitserse leven heeft een bepaalde kwaliteit. En hier zit ik centraal, dichtbij alles: skigebied, hooggebergte, de stad (Lausanne), het meer, treinstations, de grens voor een vakantie naar Frankrijk of Italië etcetera.

Ik woon nu in de bergen, maar ik kom niet uit een berggezin. Wij waren bootjesmensen, varen door Nederland. Maar ik las altijd bergboeken, de spannendste verhalen. En tijdens mijn studie ging ik ook altijd naar de bergen of sportklimmen in Nederland. Die ijle lucht, klimmen, de geur van tijm bijvoorbeeld of alle mooie bloemetjes; fantastisch vind ik dat. Ik heb nu uitzicht op de Dents du Midi. Ik heb dat echt nodig, die afwisseling tussen boot en bergen.

Ik woonde voorheen aan de Franse kant van dit gebied, maar het is vele makkelijk rom in Zwitserland te wonen. Frankrijk is erg bureaucratisch en minder service gericht, in Zwitserland is alles zo voor elkaar. Alsnog wel veel papierwerk, maar er waren overzichtelijke lijstjes en als je iemand belde waren ze vriendelijk en ze hielpen je echt. Als je niet goed Frans spreekt in Frankrijk, dan ben je echt de buitenlander. Hier, in Valais, is dat niet zo.

Als het echt je wens is om te emigreren er zijn wel randvoorwaarden. Een baan is wel handig, maar ik zou niet teveel dingen willen regelen en ook gewoon gaan. Niet teveel succes willen hebben zonder het eerst te doen. Als je na een jaar of twee jaar terug wil, dan blijft het een mooie ervaring.

Maurice Paasschens (43) en Karen Wanders (42)

  • Waar? Molveno, Trentino, Italië
  • Wat? Eigenaren Hotel Lory
  • Vertrokken in: Maurice 1997, Karen 1999
  • Web: www.dolomieten-hotel.com

We deden allebei seizoenswerk, aan de Spaanse Costa, op Aruba en in Azië. Vanaf 2003 werkten we samen in Hotel La Douce Montagne in de Franse Alpen en na enkele jaren groeide de wens om iets voor ons zelf te beginnen. Eerst hebben we vier jaar rondom het Italiaanse Sella Ronda-massief gewoond en gewerkt, maar daar was het vinden van een chalet of hotel erg moeilijk, sommige plekken waren zelfs alleen voor lokale bewoners beschikbaar. In 2010 kwamen we in het voor ons (en vele andere Nederlanders) onbekende Molveno terecht.

Vooral de Italianen kwamen hier als toerist, Nederlanders niet. Ze hebben ook nooit geïnvesteerd in internationaal toerisme. Maar wat is het hier mooi! Het uitzicht dat we nu hebben, vanuit ons hotel, is elke dag anders. Hier kun je relaxen aan het meer en actief zijn in de bergen. Toen we begonnen met Hotel Lory, kregen we als advies om ons te richten op senioren, maar wij wilden ons graag richten op een actieve markt, de wandelaars, klimmers en fietsers. Gelukkig is het toerisme de laatste tien jaar zo gegroeid en veranderd, dat de doelgroep is verschoven. Het is hier veel levendiger en actiever geworden. Maar het is erg seizoensgebonden, zodra het zomer- of winterseizoen begint dan stort iedereen zich op het toerisme, iedereen heeft dan minder tijd. Het is een valkuil voor vriendschappen. Je begint weer opnieuw met investeren in sociale activiteiten in het tussenseizoen, maar wij gaan dan vaak naar Nederland en bouwen hier dus maar langzaam een sociaal netwerk op. We kennen veel mensen en hebben leuk contact met hen, echter met de meesten is dat oppervlakkig. Doordat onze tweeling nu naar school gaat worden de contacten wel sterker en kunnen we van enkele vriendschappen spreken.

Het eerste jaar kwamen we bijna de deur niet uit, we moesten echt keihard werken aan het hotel. Na een jaar wisten we dat we hier wilden blijven. Achteraf gezien hadden we liever eerst een jaar de tijd genomen om de omgeving te ontdekken en een sociaal leven te creëren. Dat kon nu niet. We vonden dit hotel online. Toen we hier kwamen moesten we meteen beslissen of we het wilden huren, die kans kregen we en wilden we dus graag met beide handen aangrijpen. We zijn dat eerste jaar meteen in de praktijk gedoken, deden alles met ons tweetjes, plus de hulp van een goede vriend. De eerste zomer draaiden we met maar drie man personeel.

We hielden op de eerste plaats heel erg van het werk. De liefde voor de bergen is ontstaan in de Franse Alpen en we zijn daarna echt van de bergen gaan houden. We hebben heel bewust voor de Dolomieten gekozen toen we naar Italië gingen.

Nu wandelen we veel, zijn we begonnen met klimmen en fietsen we elke dag met de kinderen. Echte wintersporters zijn we ook. We hebben als Nederlanders de luxe dat we naar het buitenland kunnen verhuizen zonder al te veel moeilijkheden. Om economische redenen, sociale redenen of gewoon voor persoonlijk genot. Als je in het buitenland wil wonen en in de horeca wil werken dan zouden we wel adviseren dat je al eerder minimaal een jaar van huis bent geweest, horeca-ervaring hebt en dat je de taal spreekt. Wil je dat proberen? Dan willen we je best helpen.

Hoogtelijn 4/2021

Hoogtelijn 4/2021

Veel bergsporters kregen de liefde voor de bergen van hun ouders, sommigen gaan nog steeds het liefst samen de hoogte in omdat het zo vertrouwd is. In deze editie: aandacht voor familie.

Lees Hoogtelijn hier online

Irina Overeem (49)

  • Waar? Boulder, Colorado, United States
  • Wat? Wetenschapper geomorfologische processen
  • Vertrokken in: 2001

Ik was voor het eerst in Boulder om onderzoek te doen als uitwisselingsstudent vanuit Delft. Ik doe onderzoek naar geomorfologische processes in deltas, kust- en riviergebieden. Hoe veranderen deltas als de zeespiegel stijgt? Hoe reageren rivieren in het poolgebied als het klimaat opwarmt? Wat gebeurt er met de sedimenten in rivieren als gletsjers smelten? Ik doe veldonderzoek, maar probeer ook de inzichten te vangen in computermodellen. De onderzoeksgroep hier in Boulder werkte aan vergelijkbare rivier- en kustmodellen. Omdat ik altijd al van klimmen heb gehouden, kon ik mijn geluk niet op toen ik uitvond dat je dit rondom Boulder overal kunt doen.

Na de stage kreeg ik een echte onderzoeksbaan. Lange internationale stages was niets nieuws en ik had altijd wel gedacht een tijd in het buitenland te wonen en werken, maar de Verenigde Staten stond niet op mijn lijstje. Ik wil dichtbij de rotsen, bergen en ruige natuur wonen enerzijds, ambitieus onderzoekswerk kunnen doen anderzijds. Dat kan nu. Rots, alpine, ijs: het is allemaal op een uurtje rijden (of zelfs op 15 minuten) afstand.

De bergen zijn een plek om te kunnen focussen, te focussen op de natuur: rots, het weer, de vogels. Om terug te gaan naar de basis, waar het gemakkelijk is om je gelukkig te voelen. Om jezelf uit te dagen en samen met een klimmaatje iets lastigs te doen en daarin succesvol te zijn. Soms mis ik mijn familie en ook mijn Nederlandse klimmaatjes, maar mijn man Albert en ik zijn samen verhuisd, dat maakt alles gemakkelijker. Het voelde soms onzeker of we konden blijven, jarenlang hadden we visa’s. Ook nu is er wel eens twijfel, als de politiek echt te gek begint te worden. Maar ik woon nu al meer dan vijftien jaar in de VS en deze bergen om me heen is ook wel een levensstijl geworden.

Als ik nu in Nederland ben dan geniet ik van de vertrouwdheid met oude vrienden en voel ik de waardering voor de fietscultuur, voor de bossen en rivieren (hier is het zoveel droger), voor de langere geschiedenis van Europa. Ik denk dat ik wel weer zou moeten wennen aan de drukte, maar ook hier is het drukker geworden en neemt de druk op de natuur hard toe. Ik ben onderdeel van een klim-gemeenschap en help met natuurbeschermings-initiatieven. Ik denk dat ik me zelfs meer bewust ben van hoe de drukte de natuur kan verdrukken en dat we daar over moeten nadenken, ook in onze aanpassingen als klimmer, omdat ik uit een land met veel inwoners kom. Woeste leegte is niet eindeloos. Maar het is hier prachtig: de bergen zijn dichtbij, elke week zie ik wel bijzondere vogels of dieren zoals visarenden, oehoes. Beren en lynxen komen gewoon in onze buurt nestelen of rondwandelen.

Jan Bakker (45)

  • Waar? Kampala, Oeganda
  • Wat? Trektochtleider, auteur wandelgidsen en consultant in bergtoerisme
  • Vertrokken in: 2009
  • Web: www.pamirtrail.org

Als trektochtleider of bergtoerist bezoek je een plek waar je slechts een fractie van leert kennen. Nu we dichter bij de bergen wonen zien we pas echt wat bepaalde valleien te bieden hebben. Het is een verdieping van je relatie met de berg. Ik merkte dat ik tijdens mijn werk als trektochtleider een beetje blasé werd omdat je snel de bergen in en uit gaat. Het bouwen van die relaties ben ik steeds belangrijker gaan vinden. Hoewel het erg makkelijk was om Nederland te verlaten, ik was toch altijd al onderweg, vind ik het nu toch wel fijn om minimaal drie jaar op dezelfde plek te wonen. En aan de voet van deze bergen is het het hele jaar door tussen de vijfentwintig en dertig graden. Dat is stiekem toch wel heel aangenaam.

In het eerste decennium van deze eeuw was ik continue op pad. Ik was full-time op reis en financierde mijn levensstijl met werk als trektochtleider en buitensportinstructeur. Ik had geen vaste verblijfplaats in Nederland. In 2009 besloten mijn vriendin Carrie (die ook als nomade leefde) en ik om in Edinburgh te gaan samenwonen. Carrie werkt in de ontwikkelingshulp en voor haar was het vrij eenvoudig om wereldwijd werk te vinden. Sindsdien hebben we in Tunesië en Libanon gewoond. In Tunesië heb ik een bergfilmfestival opgezet en meegeholpen een nieuw sportklimgebied te ontwikkelen. In Libanon organiseerde en ontwikkelende ik wandelreizen op de Lebanon Mountain Trail. En nu zitten we dus in Oeganda. Hier werk ik met de lokale (reis)organisaties die wandelreizen aanbieden in de bergen van Oeganda. De focus ligt op training en het ontwikkelen van nieuwe wandelroutes en -reizen.

In Oeganda is het ritme en de manier van denken erg verschillend. Er wordt hier wat anders naar het concept tijd gekeken. En als je dan als Nederlander een beetje gestresst bent, dan zitten ze je allemaal aan te kijken waar je je druk over maakt. Soms werkt dat wel verfrissend. Ook de Hollandse directheid wordt hier soms wat bot gevonden. In Oeganda wordt vaak heel indirect gecommuniceerd over gevoelige zaken. Dan is het moeilijk om de kern van een problem of de ware gevoelens van iemand te achterhalen.

Voor mij zijn de bergen een speeltuin waar ik ontelbare mogelijkheden zie. Ik hike, klim en mountainbike en in het landschap zie ik altijd nieuwe lijnen, routes en connecties om op plekken te komen waar weinig tot geen andere mensen komen. Mijn focus zal dan ook altijd op obscure, weinig bekende berggebieden zijn waar nog veel te ontdekken is. Ik was laatst in Nederland na anderhalf jaar (vanwege Covid) in Oeganda geweest te zijn. Ik vond het fantastisch om terug te zijn. Heerlijk om in de bossen en duinen te fietsen en te rennen. Maar als het voor langere tijd zou zijn, zou ik toch dat ongerepte van een gebergte als de Rwenzoris missen. Ik woon nu in de hoofdstad van Oeganda, Kampala. Het is een drukke stad, maar het is hier wel heel groen, een boottripje van slechts vijftien minuten brengt je in de heuvels aan de rand van het Victoria Meer waar weinig tot geen auto’s rijden. Met een enorm netwerk aan paden is het hier een waar paradijs om te trailrunnen, mountainbiken en suppen.

Eelco Jansen (45)

  • Waar? Brig, Valais, Zwitserland
  • Wat? Hoofd Intermediate Care
  • Vertrokken in: 1999

Ik was jong, was solo aan het klimmen en toen ik terug kwam van een noordwand, wilde ik terug naar het dal liften. Ik stapte in de auto bij een vrouw die nu mijn vrouw is. Dat ik hier zou blijven was eigenlijk een logische vervolgstap. De bergen zijn altijd een soort tweede thuis geweest, om te klimmen. Ik klim nog steeds veel, heb veel expedities gedaan en hou van toerskiën. Nu werk ik als leidinggevend van de Intermediate Care Unit in het ziekenhuis in Brig. In het weekend geef ik soms seminars, clinics, interviews, trainingen en cursussen onder klimmers. Ik ben ook ‘Tourenleiter' van de SAC (Schweizer Alpenclub).

Hoewel ik al tweeëntwintig jaar uit Nederland weg ben, ben ik nog steeds een Nederlander. De Zwitsers staan vooral in het begin niet zo open voor mensen die uit een andere regio of ander land komen, maar ik ben net als de meeste Nederlanders sociaal en dat was voor mij een voordeel toen ik emigreerde. Ik werkte in de weekenden in een kroeg en leerde daar veel Einheimischen kennen. In de bergen was ik meestal met vrienden onderweg, niet met mensen uit de regio. Veel Zwitsers kijken graag naar de bergen, maar er bovenop klimmen dat deden er niet veel. Nu wel en mijn leven is écht hier. Ik had wel een beetje heimwee in het begin, maar ik dacht nooit aan hoe lang ik wilde blijven, carpe diem was meer mijn levensmotto.

Natuurlijk heb ik wel bepaalde doelen en het is ook belangrijk om die te hebben, maar het is niet zo dat ik zeg als ik zestig ben ga ik terug naar Nederland. Nu ben ik helemaal geïntegreerd, het enige echte Nederlandse aan mij is dat ik in tegenstelling tot alle Zwitsers wél een gesprekje met iedereen aanknoop. In deze regio hebben mensen geen ambitie om ergens anders te wonen, ze zijn gelukkig waar ze zitten. En dat begrijp ik heel goed. Vanuit huis kan ik alles doen wat ik leuk vind en is alles makkelijk bereikbaar: werk, vrienden, joggen, hiken, klimmen: ik zit heel centraal. En als ik een keer ergens anders heen wil dan ben ik zo in Frankrijk of Italië. Ik zit hier goed. Al tweeëntwintig jaar.

Marique Goos (38)

  • Waar? Suils, Huesca, Spanje
  • Wat? Arbeidsongeschikt
  • Vertrokken in: 2019

Sinds ik acht maanden oud ben, heb ik astma. Als kind was ik heel vaak ziek. Als puber ging het beter, maar doordat ik mijn astma toen een beetje genegeerd heb (pubergedrag) kreeg ik later de rekening gepresenteerd. In 2014 kreeg ik vijf keer een longsteking. Hulpverleners zeiden: dit gaat niet goed. Ik werd toen aangemeld om te revalideren, er was geen enkele andere optie. Die vijfde longontsteking was zo’n enorme aanslag op mijn lijf dat ik naar de astmakliniek in Davos (Zwitserland) moest. Ik zat er drie maanden. Hoewel het in de eerste paar dagen daar ook slecht ging, kon ik na een week of vier alweer stukjes lopen. Na tien weken deed ik een dagtocht van zes uur. Ik had nooit gedacht dat zoiets weer mogelijk zou zijn.

Toen ik weer terug kwam in Nederland bleek mijn enige optie een leven lang zware medicatie slikken en op de bank blijven zitten. Toen ben ik gaan nadenken over alternatieven. Ga ik mijn familie en vrienden hier achterlaten omdat ik ergens anders mogelijk een beter leven kan krijgen? Mijn lichaam was niet stuk, maar mijn lichaam ging letterlijk kapot in Nederland vanwege onder andere de slechte luchtkwaliteit.

Ik las een artikel in de krant over een astma-patent die hetzelfde als ik had meegemaakt en legde contact met haar. Toen ik haar opzocht ervaarde ik dat het stukken beter met me ging. Nu zijn we ‘buren’, ze woont een dorpje verder. Via haar ben ik dus terecht gekomen in Suils in de provincie Huesca in Spanje. De lucht is hier niet alleen schoner, maar ook droger. Op 1500 meter heb ik ook minder last van al mijn allergieën. Wonen tussen de 1500 en 1800 meter is ideaal voor mij. Kom ik hoger dan voel ik dat de lucht ijler wordt, ga ik naar beneden dan wordt de lucht zwaarder, dikker.

Het voelt niet alsof ik gedwongen ben te verhuizen, maar het is een gruwelijke keuze: kies je voor je vrienden en familie of voor je kwaliteit van leven? Ik koos letterlijk voor mijn leven achteraf gezien. In Nederland kon ik niets ondernemen, niets doen. Als ik een uurtje visite kreeg moest ik de dag ervoor rust nemen en de dag erna herstellen. Praten was vermoeiend en douchen en koken op dezelfde dag onmogelijk. Toen ik net ik Spanje kwam wonen kende ik natuurlijk nauwelijks mensen, maar in Nederland zag ik ook nauwelijks iemand omdat het me te veel energie kostte. Het enige dat wel positief veranderde was dat ik me beter voelde, ik kreeg energie. Nu kon ik eindelijk met mijn vrienden afspreken, maar ja, die zaten dus in Nederland. Het was erg lastig.

Ik ben van de bergen gaan houden. Als kind gingen we niet zo vaak op vakantie, af en toe naar Frankrijk. Mijn vader hield wel van de bergen en nam ons mee naar de heuvels van de Jura. Maar ik had liever de zee. Dat veranderde pas in Zwitserland, ik had nog nooit zulke ruwe bergen gezien. Als ik nu voor een bezoekje aan Nederland de bergen langzaam aan de horizon zie verdwijnen dan heb ik meteen heimwee.

Ik kan wandelen, heb zelfs voor het eerst op ski’s gestaan, kan praten, koken en douchen op één dag: maar 100% functioneren zeker niet. Ik ben snel moe en dat zal zo blijven. Voor mezelf heb ik een doel gesteld: ik wil graag de berg waar ik uitzicht op heb vanuit mijn raam beklimmen, de Turbón (2495m). Dat zou voor mij echt een enorme prestatie zijn. En hoewel ik daar waarschijnlijk enkele dagen van moet herstellen kijk ik erg uit naar het gevoel dat het me zal geven als het me lukt.

*Het is Mariquegelukt de Turbón te beklimmen. “Het was emotioneel. Drie jaar geleden bevond mijn wereld zich nog thuis rondom de bank. Nu stond ik op de top van een berg. Op mijn 38e, terwijl ik altijd bang ben geweest nooit ouder te worden dan 36. Op de top vierde ik driedubbel het leven dat ik nooit gedacht had ooit te hebben.”

Nog meer mooie verhalen?

Lees hier verder voor Geëmigreerd naar de bergen, deel 1.

Deel 1