Terwijl Jeffrey zijn gepatenteerde bicepverklemming uittestte op de bigwalls van Yosemite, bereidde de rest van het Expeditie Academieteam zich voor op de eerste trainingsstage: een week tradklimmen.
Afgekort van ‘traditioneel klimmen’ is tradklimmen rotsklimmen op zijn puurst, waarbij je alles zelf afzekert, zonder voorgeboorde haken te gebruiken. Noodzakelijke skills voor elke alpinist dus, zeker wanneer je op expeditie een first ascent wilt maken!
Door Martin Platteschor
Foto: Bas Visscher
Om zeker te zijn van mooi weer was het plan aanvankelijk om naar het Italiaanse Cadarese of Orco af te reizen. Vaste prik in de aanloop naar zo’n klimweek is natuurlijk elke dag drie keer het weerbericht checken en vast uitzoeken waar je het beste Italiaanse ijs kunt kopen. Helaas werd het dromen over zon en ijs ons snel ontnomen toen bleek dat het weer er helemaal niet goed uitzag. Tradklimmen in Italië zou uitdraaien op een verticaal waterballet. Maar door één slecht weerbericht lieten we ons niet uit het veld slaan. Na een nauwkeurige zoektocht in de weersystemen van Europa besloten we op donderdagavond niet naar Italië, maar naar de geboorteplaats van onze sponsor Rab af te reizen. Klimmen op het befaamde gritstone in Peak District in Engeland. Klassieker krijg je het bijna niet! En zo gezegd, zo gedaan: krap twee dagen later zetten we ons basiskamp neer op een camping vlakbij Sheffield, op loopafstand van de rotsen.
Foto: Noor van der Veen
In Engeland is klimethiek heel belangrijk: de rots is er heilig en haken boren is dus uit den boze. Dat is ook niet nodig: de rotsen in Peak District hebben van nature spleten die het mogelijk maken om zelf mobiele tussenzekeringen als cams, nuts en schlinges te plaatsen. En als er geen plek is om iets te plaatsen, dan vinden de Britten dat je maar gewoon niet moet vallen. Een route die relatief eenvoudig te klimmen is kan daardoor mentaal een stuk moeilijker worden, omdat je niet zomaar overal haken kunt klippen.
Om recht te doen aan dat gevoel hebben de Britten hun eigen routewaardering in het leven geroepen die afwijkt van het ons bekende Franse of UIAA-waarderingssysteem. Dat zorgde in het begin voor de nodige verwarring binnen de groep. Want welke route stap je dan in? Gelukkig werden we gecoacht door Niek de Jonge, een doorgewinterde tradklimmer die al veel vaker in Engeland is geweest. Zijn advies: ‘Ga gewoon klimmen en probeer niet te veel aan de getalletjes te denken.’ Tijd om meters te maken dus!
Foto: Bas Visscher
Het gritstone, dat erg lijkt op zandsteen maar harder is, kenmerkt zich door de vele spleten, offwidths en chimneys (en hier leggen we uit wat dat zijn). Een combinatie die je gegarandeerd helemaal sloopt. De eerste dag was voor iedereen dan ook nog even wennen, maar al snel kwam het team op stoom en werden de ledenmaten zonder enige twijfel overal in de rots gestoken.
Foto: Bas Visscher
Het duurde dan ook niet lang voordat de eerste klassieke routes eraan moesten geloven. Michiel wist zijn hoofd cool te houden en klom in The Roaches als eerste de route Elegy (E2 5c), een route met een uitklim over een slecht af te zekeren, bijna tredeloze plaat. De toon was hiermee gezet en al snel volgden andere klassiekers. Iedereen wilde natuurlijk voelen hoe het was door het dak van The Sloth (HVS 5a) te klimmen, al was het maar voor de foto’s. Natuurlijk kon Valkyrie (VS 4c) niet ontbreken, waarbij in de tweede lengte traverserend een spleet op hand- en vuistverklemmingen afgeklommen werd, gevolgd door een interessante balanspas. Respect voor de mannen die deze routes geopend hebben zonder cams, zonder klimschoenen en met alleen een henneptouw om hun middel geknoopt!
Foto: Bas Visscher
Tijdens de week sliepen we vier nachten in de Don Whillans Memorial hut. Deze idyllische hut, vernoemd naar de Britse klimlegende Don Whillans is half in een rots gebouwd en staat aan de voet van het klimgebied The Roaches. De riante woonkeuken in een grot fungeerde als epicentrum voor het team. Aan de grote twaalfpersoonseettafel werden plannen gesmeed, lief en leed gedeeld en liepen de gemoederen dikwijls hoog op tijdens een potje Regenwormen of Rummikub. In de avonduren werden hier onder het genot van een biertje de eerste stappen gezet richting de organisatie van onze expeditie in 2021 gezet. We brainstormden over onze doelen en wensen en hebben een hoop uitgangspunten om de komende weken verder mee aan de slag te gaan.
Foto: Noor van der Veen
Ongelooflijk maar waar: de eerste vijf dagen van de week kon er volop geklommen worden. Af en toe werden we getrakteerd een lichte Britse drizzle (een soort laffe miezerbui) en elke dag stond er een fris briesje. Maar beter ga je het niet krijgen in Engeland, dus we mochten in onze handen knijpen. Het weer was zelfs zo goed dat we, tot groot ongenoegen van een niet nader te noemen coach, na vijf dagen nog geen pub van de binnenkant hadden gezien. Toen de meeste teamleden aan het eind van de week het vel al van de handen hadden geklommen, werden we dan toch nog getrakteerd op het ‘echte’ Britse weer. Ondanks een degelijk tentenkamp, liepen de meeste mensen na een halve dag rond als drenkelingen. Zo werden we op het laatst toch in de richting van de pub gedwongen, waar we met een Guinness konden proosten op een geslaagde en leerzame klimweek, waarin we als team grote stappen hebben gemaakt. Cheers!
Foto: Bas Visscher