De eerste stap naar zelfstandig klimmen in de rotsen is vaak het volgen van een cursus buitenklimmen bij een van de NKBV-Regio’s. Bij de regio Rotterdam geeft kliminstructeur Marijn van der Kruijt zulke cursussen, zoals afgelopen zomer aan vijf klimmers die het buitenklimmen wilden ontdekken. De regio heeft er nu, na een uitdagende en verbindende cursus, vijf enthousiaste buitenklimmers – en misschien wel toekomstige kliminstructeurs – bij.
Tekst: Marijn van der Kruijt
Jaarlijks geeft onze regio 4 cursussen outdoor voorklimmen, waarvan twee cursussen gericht zijn op de volwassen indoor voorklimmer, die buiten wil gaan klimmen. De cursus is opgebouwd uit 1,5 dag in Nederland, en twee weekenden in de Belgische Ardennen. Als regio hebben we daarbij het geluk dat we gebruik kunnen maken van de artificiële klimberg, Monte Cervino in Bergschenhoek waar we veel touwtechnieken al kunnen oefenen. Zo stond er, op een mooie woensdagavond in augustus, weer een nieuwe, relatief kleine groep van vijf personen bij Monte Cervino te popelen om de cursus te volgen.
Het verlaten van de stoffige klimhal voor het klimmen in de rotsen is de volgende stap in de Nederlandse klimcarrière van de deelnemer. Hiervoor behandelen we altijd een beetje theorie. Onmisbaar bij het zetten van de stap naar buiten; wij als buitenmensen geven het die avond lekker buiten in het gras.
En uiteraard niet te missen, bestaat het tweede deel van de avond uit, jawel, klimmen! Omdat we de deelnemers nog niet kennen en er vaak wel wat slordigheden insluipen bij het voorklimmen (met name de positie van de zekeraar die weer in ‘standje toprope’ staat) spijkeren we dit eerst bij. Zo weten we dat er een goede basis is voor de volgende keer.
De cursisten
Marijn van der Kruijt
De opvolgende zondag is de eerste dag die echt in het thema staat van outdoor voorklimmen. Voorafgaande aan deze dag hebben we als instructeurs de (goede) gewoonte het programma even door te nemen zonder de cursisten erbij. We besluiten de cursisten te leren ombouwen op de klassieke manier en deze zelfde volgorde van handelingen te gebruiken bij het ombouwen tot abseil.
Nadat iedereen z'n pet en zonnebril op heeft, - ik bedoel - z'n gordel aan- en helm opheeft, start de instructeur - nu nog met twee voeten op de grond - met de uitleg hoe je kan ombouwen tot 'laten zakken'.
‘s Middags is het abseilen aan de beurt, wat een stuk pittigere materie is. De instructeur laat in een paar heldere stappen zien hoe je een abseil kan inrichten en daarop naar beneden kan abseilen. Sommige cursisten, vaak met wat meer achtergrond, zien al snel dat het opbouwen van de abseil sneller of anders kan. Dit geeft voor de instructeur de uitdaging sommige vragen te pareren om de cursisten voor wie alles nieuw is, niet meteen te verwarren met extra details.
Zo verschuift ook de uitdaging voor de instructeurs, die ook ooit beginners zijn geweest; van het beheersen van de stof tot het tactisch overbrengen van de juiste stof en het alleen beantwoorden van de juiste vragen. Tot misschien nog wel een stap verder, het opleiden van instructeurs. Stopt deze leercurve ooit?
Wanneer iedereen voldoende heeft geoefend, is het tijd om te oefenen op hoogte. Waar je op de grond denkt, ‘o, dat is een makkie’ moet de gemiddelde cursist op hoogte toch 2x nadenken hoe het ook alweer moest.
De leukste positie tijdens het oefenen op hoogte is bovenop de rots. Omdat we als instructeur de aandacht moeten verdelen over de touwgroepen, krijgen de cursisten de instructie om eerste de zelfzekering vast te maken, waarna de cursist zelfstandig veilig kan beginnen met het ombouwen tot abseil. Pas na controle door de instructeur mag de cursist de zelfzekering weer losmaken.
Doordat de cursist leert van zijn/haar fouten is deze de stof snel te baas. En een touw niet door het de standplaats halen voordat deze naar beneden wordt gegooid, doen ze maar één keer fout (want je moet dan helemaal opnieuw beginnen)!
Wanneer de abseil helemaal klaar is, komt het spannendste stuk. Gaan hangen in de eerste abseil zelf gemaakt ooit! De (gezonde) spanning, maar ook trots, is in deze fase van de gezichten te lezen. En juist dat maakt het voor ons zo leuk om dit te doen!
Doordat het een kleine groep is, en we om 9.00 uur al zijn gestart (sorry voor de avondmensen), vliegen we door de stof. Om 14.00 uur zijn we al 'klaar'. Klaar zijn we nooit, maar de cursisten zitten vol genoeg met nieuwe stof en moeten vooral herhalen. Hier is de rest van de dag gelegenheid voor.
Omdat ook wij als instructeurs onze scherpte verliezen en we toch met best risicovolle handelingen bezig zijn, stoppen we om 16.00 uur en sluiten we de dag af met een evaluatie onder het genot van een welverdiend drankje.
Klaar zijn we dus nooit, maar nu zeker nog niet want de cursus gaat verder met twee weekenden buitenklimmen. Het eerste weekend gaan we naar klimgebieden Mozet en Durnal. Dit staat in het teken van de eerste ervaring in de rots en we proberen alle stof die de cursist moet beheersen er dit weekend in te stampen. Het tweede weekend kan dan gericht zijn op finetunen en examens afnemen.
We moeten dus aan de bak in Mozet en Durnal. Voor sommige deelnemers is dit de allereerste buitenklimervaring. We zoeken daarom een makkelijk stuk rots uit, maar ook een plek waar wij als instructeurs goed zicht hebben op de handelingen van de deelnemers. Voor zowel de cursisten als voor de instructeurs is het heerlijk om buiten te zijn, te kunnen focussen op de rots, wat je beetpakt en waar je op staat, en daarmee de rest even te kunnen laten voor wat het is.
Na deze lekkere dag ‘buitenspelen voor volwassenen’, is het tijd voor een nachtje ‘buiten slapen voor volwassenen’ en zoeken we een camping op in de buurt waar we nog heerlijk kunnen genieten van het warme weer, een koel stroompje en een koud biertje. Voor sommige cursisten echter, was de leergierigheid onverzadigbaar en stonden ’s avonds alweer te oefenen met een oefenbord.
Tijdens weekend 2 zijn we gestationeerd in Hotton (met ook goed weer - want slecht weer bestaat niet, wel slechte kleding). Bij de deelnemers die het aandurven, worden al op zaterdag de examens afgenomen. De andere cursisten die nog even willen oefenen, volgen zondag. Soms kiezen we voor een andere aanpak, bijvoorbeeld voor klimmers die te veel last hebben van examenstress. Hun examens nemen we af terwijl ze het niet doorhebben.
Op wat kleine foutjes door nervositeit, aangewakkerd door een strenge doch rechtvaardige meekijkende instructeur na, verlopen de examens vlekkeloos en slagen alle cursisten! Een van de leukste momenten van de cursus om dat mede te delen aan de cursisten!
Als instructeur vond ik het super tof om te zien dat het overbrengen van het enthousiasme is gelukt! De regio Rotterdam is dus weer 5 enthousiaste buitenklimmers rijker en we hopen dat de kersverse buitenklimmers enthousiast blijven en betrokken blijven bij de regio. Wellicht (en hopelijk) groeien ze ook door en zijn zij straks de enthousiaste instructeur die een volgende groep staat te vertellen hoe je veilig kunt klimmen. Zo blijven de sport en de vereniging bloeien, groeien we als mens en ontstaat er verbinding tussen mensen met dezelfde passie.