MENU

De boom op Vlieland

“Er stond vroeger een enorme boom, waar alle kinderen altijd in klommen. Één meisje kon dat duidelijk beter dan de rest, omdat ze wel eens in een hal klom. Ik was net zeven en wilde net zo goed leren klimmen als zij.” Een interview met Nederlands Team klimmer Mischa Radt.

Door Floor Fortunati

“Hierheen!” Mischa’s hoofd steekt uit het dakraam van een rijtjeshuis in Naarden. Een paar tellen laten opent hij al t-shirt aantrekkend de deur. Zijn ochtendtraining is net afgelopen. “Eigenlijk moet ik nu naar school”, lacht hij, “maar zo lang het met klimmen te maken heeft en ik goede cijfers haal, mag ik lessen missen. Zullen we buiten zitten? Boris (de dertienjarige kat die een poot mist) verliest zijn wintervacht, dus binnen liggen overal haren.“ Aan de tuintafel vertelt hij over zijn liefde voor klimmen.

Die liefde begint op Vlieland. Ieder jaar gaat Mischa (16) met zijn familie op vakantie naar Vlieland. “Er stond vroeger een enorme boom, waar alle kinderen altijd in klommen. Één meisje kon dat duidelijk beter dan de rest, omdat ze wel eens in een hal klom. Ik was net zeven en wilde net zo goed leren klimmen als zij.” Zo begon Mischa met een cursus topropen bij Rocksteady in Bussum. Hij klom twee keer per week, wat naar eigen zeggen toen heel serieus voelde. “Mijn vader zekerde me vroeger veel en hij is door mij ook gaan klimmen.” De rest van zijn familie klom niet. “M’n broertje heeft het een tijdje geprobeerd en hij was ook goed, maar na twee routes was hij het meestal al weer zat, dus hij is gestopt. Mijn zusje vond het ook niets.”

RTC

Mischa wilde het liefst uren trainen en had ook talent. Hij mocht gaan klimmen bij het Regionaal Talentencentrum, wat nu niet meer bestaat. “Ik heb zo’n beetje het hele jeugdtraject doorlopen. Na het Talentencentrum, ging ik bij Te Jong Oranje klimmen, wat ook niet meer bestaat. Dat was een soort opstapje voor Jong Oranje, waar ik inmiddels vijf jaar train. Ik begon met één training per week, die was in Utrecht en dichtbij. Omdat ik nog zo jong was, waren de andere trainingen, in Delft, Eindhoven en Amsterdam, een beetje ver weg. Inmiddels mis ik geen enkele training van het Nederlands Team en train ik daarnaast zelf ook nog.”

In de praktijk betekent dat dat Mischa zeven dagen per week traint. Vijf ochtendtrainingen thuis, vijf middagtrainingen in verschillende klim en bouldercentra in Nederland en twee dagen fitness. Tussendoor gaat hij naar school, waar hij eigenlijk geen tijd voor heeft. Hij mist al jaren zo’n 50 procent van alle lessen. “Zolang ik goede cijfers haal, vindt de school het geen probleem. Ze werken niet echt mee, maar zitten me ook niet in de weg. Ik vind het bovendien veel praktischer om uit een boek te leren dan in de klas te zitten.” Komend schooljaar zit Mischa in 6 vwo en daarna wil hij gaan studeren. “Ik weet nog niet precies wat, maar ik wil sowieso blijven klimmen. Het zal misschien druk worden, met een nieuwe studie. Er zijn veel klimmers die rond deze leeftijd stoppen omdat het te intensief blijkt, maar ik ben ervan overtuigd dat ik het kan.”

Olympische Spelen

Mischa’s leven speelt zich eigenlijk voornamelijk in de klimhal af. Hij traint veel met Nederlands Teamlid Lynn en vindt het heel fijn om allemaal mensen om zich heen te hebben die net zo hard als hij werken om beter te worden en die net als hij alles opzij zetten om hun droom te kunnen waarmaken. In Mischa’s geval is die droom het winnen van de Olympische Spelen. Hij lacht een beetje en zegt dat het eigenlijk een jongesdroom van vroeger is. Maar uiteindelijk zou het natuurlijk fantastisch zijn om mee te doen aan de grootste wedstrijd ter wereld. “De Spelen van 2020 komen nog een beetje vroeg, maar wie weet kan ik meedoen aan de Spelen van 2024. Dat is ook chiller, omdat speedklimmen dan een aparte discipline is geworden.” Tijdens de Olympische Spelen van 2020 moeten alle klimmers zowel boulderen, lead en speedklimmen. Best lastig om voor te trainen. Er is zoveel kritiek op gekomen dat meteen besloten is om het tijdens de Olympische spelen van 2024 anders aan te pakken, wat betekent dat Mischa niet hoeft te trainen voor Speedklimmen.

Speedklimmen is echt een andere tak van sport, maar voor lead klimmen en boulderen draait Mischa zijn hand niet om. Als kind is hij begonnen met topropen en leadklimmen, maar gaandeweg is hij steeds meer gaan boulderen. “Eerst voelde dat als iets erbij, een oefening om beter te worden in leadklimmen, maar inmiddels voelt het als volwaardige disicpline van de sport en ben ik net zo goed in boulderen als in klimmen.” Hij is volgens eigen zeggen niet echt goed in bepaalde routes, boulders, of bewegingen maar is snel van begrip en kan de adviezen van zijn trainers vrijwel meteen goed opvolgen. “Ik moet nog wel echt werken aan mijn lenigheid. Daarom rek ik iedere dag mijn spieren. Ik heb ook yoga geprobeerd, maar dat vond ik niet relaxed. Rekken werkt voor mij beter.”

Een klimidool heeft Mischa niet. Hij heeft respect voor alle grote klimmers en voor alles wat ze hebben bereikt, maar hij kijkt eigenlijk nooit naar wedstrijden. Hij traint en klimt liever zelf. Nog steeds gaat hij ieder jaar met zijn familie terug naar Vlieland, waar het allemaal begonnen is. De klimboom staat er alleen niet meer. Die is een paar jaar geleden gekapt omdat hij over een fietspad hing. Toch jammer, maar ook al is de boom gekapt, Mischa’s liefde voor klimmen is niet meer te stoppen.

Volg Mischa en het Nederlands Team via #dutchclimbingteam op Facebook of Instagram.