MENU

Leerlingen klimles geven

Hoeveel leerlingen kun je als docent per keer begeleiden?

Deze vraag wordt vaak gesteld, zowel door docenten als door directies van scholen. Het antwoord is duidelijk, maar biedt ruimte voor interpretatie. 

Sportklimbegeleider 

Wie sportklimbegeleider, sportklimbegeleider in het onderwijs of sportkliminstructeur is, is gekwalificeerd om aan 3 touwgroepen les te geven. Vanuit die basis-kwalificatie kun je, als je veel ervaring hebt, je verder ontwikkelen en mogelijk meer touwgroepen onder je hoede nemen. Voor deze mogelijkheid zijn evenwel geen harde criteria opgesteld. De belangrijkste reden hiervoor is dat veel namelijk afhangt van de specifieke situatie. In een drukke, onoverzichtelijke klimhal is het bijvoorbeeld verstandiger je te beperken tot drie touwgroepen. In een rustige overzichtelijke klimhal kun je wellicht makkelijker met 4 of zelfs 5 touwgroepen werken.

Een touwgroep bestaat over het algemeen uit groepjes van 2 of 3 mensen. Bij beginners zijn dit 3 mensen omdat je dan per groepje iemand als back-up kunt laten functioneren. Uiteraard spelen nog veel meer factoren een rol. Denk hierbij aan zaken, als leeftijd/cognitieve ontwikkeling, oplettendheid, het ervaringsniveau van de leerlingen, de inrichting van de wand, het soort zekeringsapparaat en het al dan niet voorhanden zijn van specifieke zekeringssystemen die het mogelijk maken meer leerlingen te begeleiden. 

Advies

Docenten die aan een complete klas van 25 à 30 leerlingen een klimles willen geven  lopen vaak tegen 2 problemen aan. Enerzijds is de wand te klein om zo veel leerlingen tegelijkertijd te laten klimmen en/of zijn er onvoldoende gordels en zekeringsapapraten beschikbaar. Anderzijds is het niet mogelijk om zo veel leerlingen tegelijkertijd te managen als docent. Het algemene advies vand e NKBV Academie voor een dergelijke situatie is om als docent maximaal 9 klimmende/zekerende kinderen per keer te begeleiden. dan moeten de andere 20 leerlingen volledig zelfstandig aan het werk kunnen zijn elders in de gymzaal. Dat vraagt om gedisciplineerde leerlingen en strakke orde. De 9 kinderen vormen (maximaal) 3 touwgroepen waarbij je heldere, maar dwingende regels opstelt over wanneer men mag gaan klimmen (na controle) en wie er laat zakken. De regels moet je laten afhangen van de groepsvaardigheden, individuele vaardigheden, je eigen vaardigheden etc. En de overige 20 leerlingen moeten goed in staat zijn hun eigen programma nagenoeg zelfstandig te draaien. Als een incident in de groep van 20 gebeurt, bijvoorbeeld als iemand zijn enkelbanden scheurt, kun je dan de klimles beheerst in pak 'm beet 20 seconden stopzetten? Pas als iedereen op de grond staat kun je immers naar de leerling met de gescheurde enkelbanden toe. De enige die goed kan beoordelen of dat kan, ben jij als docent. Jij kent de leerlingen, de situatie, en je eigen vakbekwaamheid het best. 

Resumerend is ons advies naar docenten om primair te luisteren naar wat jij als docent een beheersbare situatie acht. De basis voor lesgeven gaat uit van maximaal 3 groepjes van 3. Meer is alleen mogelijk in uitzonderingssituaties op aangeven van de docent.  

Lees meer over: