Staat wandelen in de Bergamasker Alpen al op je wishlist? Misschien niet, want de Bergamasker Alpen in Noord-Italië zijn wat minder bekend dan de omliggende bergen. De Bergamasker Alpen staan ook wel bekend onder de naam Orobische Alpen. Het gebied ligt tussen het Comomeer in het westen en het Iseomeer in het oosten.
In de Bergamasker Alpen of Orobische Alpen kun je naast gewone wandelingen, 16 lange afstands- en 8 pelgrimsroutes maken. De omgeving van Ranzonico leent zich voor mooie bergwandelingen in middelhoog gebergte (tussen ca 1000 en 2000 meter) dat zeker niet minder uitdagend is dan andere gebieden, biken, chillen aan het meer of een dagje Italiaans shoppen en cultuur snuiven in Bergamo.
Aan de ene kant heb je de Adamello en aan de andere kant de stad Bergamo, waar de naam Bergamasker Alpen vandaan komt. De hoogste top is de Pizzo di Coca van 3.052 meter. De wandelomgeving is heel afwisselend, wild, en bovendien nog vrij onontdekt. Veel andere wandelaars kom je hier dus niet tegen. Wel zijn er genoeg berghutten in de regio, zowel voor een pauze met koffie en huisgemaakte taart, als een goede maaltijd, of om te overnachten.
Ben je iemand die graag het ene hoogtepunt aan het andere rijgt? Ga dan toppen scoren. In ongeveer zeven uur kun je vanaf de Fonteno (608m) richting Monte Boario (1.231m), Monte Sicolo (1.273m) en Monte Torrezzo (1.378m). Daarna daal je weer af via Il Colleto (1.296m), Punta del Bert (1.105m) en Monte Creo (1.106m) naar Fonteno.
De Orobische Alpen is een hooggebergte, al komen de bergen soms maar net boven de 3.000 meter. Toch zijn de wandelingen hier uitdagend, want de paden zijn geregeld erg steil. Een goede basisconditie, goede schoenen en voldoende ervaring met bergwandelen is dan ook een must om te genieten van de Orobische Alpen.
De natuur is prachtig en je ziet veel verschillende planten en bloemen tijdens je wandeling. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door de verschillende grondsoorten. In het gebergte komt namelijk zowel kalksteen, dolomiet, als zandsteen en graniet voor. De weelderige flora, maar ook de vele dieren huizen met name in het natuurpark Parco Orobie Bergamasche. Je hebt daar een goede kans om steenbokken tegen te komen tijdens je wandeling.
Wil je de verscheidenheid van het gebied ontdekken, dan kun je het beste een aantal etappes doen van een langeafstandswandelroute. Bijvoorbeeld de Sentiero delle Orobie Occidentale, een zesdaagse huttentocht door de ruige Orobische Alpen, langs de Valle Brembana. Je loopt door het Parco Regionale delle Alpi Orobie, waar marmotten, gemzen en steenbokken leven. Daarnaast geniet je van prachtige vergezichten op de ruige bergtoppen en paden door dichte bossen. Bereid je ook voor op flink wat hoogtemeters en soms zie je nog restanten van oude handels- of smokkelwegen en overblijfselen uit de Eerste Wereldoorlog.
Ben je op zoek naar een meer ontspannen wandeling? Dan is de Sentiero dei Fiori iets voor jou. Deze Bloemenwandelroute loopt over de berg de Arera rond de top en is – de naam geeft het al weg – gericht op de meer dan 200 unieke plantensoorten die op de berg voorkomen. Juist op deze berg zijn zoveel planten aanwezig, omdat de top in de laatste ijstijd ijsvrij is gebleven. Bloemen en planten hebben al die tijd vrij spel gehad.
Voluit heet de wandeling Sentiero dei Fiori Claudio Brissoni, vernoemd naar botanicus Claudio Brissoni (1923-2003), die zich heeft verdiept in de bijzondere planten in de Orobische Alpen.
Naast bossen en bergen lopen veel wandelingen ook langs meren, stuwmeren en beken. De hoge bergen in het noorden zijn vaak boven de 3.000 meter, waardoor je daar gletsjers kunt bezoeken.
Ga je juist wat vroeger in het seizoen, of in de herfst? Dan kun je beter een wandeling maken rond de Valle Brembana. De bergen zijn daar wat lager dan in het noorden, waardoor de kans op onverwachte sneeuw kleiner is. In de buurt van het Iseomeer zijn verschillende mogelijkheden om te klettersteigen. Perfect als je op zoek bent naar een tocht met nog meer uitdaging.