MENU

Verdon trainingsweek Expeditie Academie

Met slecht weer in de Alpen, verplaatste de Expeditie Academie IV haar voorjaarstrainingsweek van de Alpen naar de Gorges du Verdon in Frankrijk. Dit klassieke multi-pitchgebied staat bekend om zijn lange veeleisende routes op prachtige rots. De trainingsweek leverde mooie beklimmingen en veel teamgevoel.

Tekst: Folke Drost, Maël Durand, en Karlijn de Wit

Klimmen in de Verdon

Beteuterd kijken we naar ons scherm. Tijdens onze maandelijkse vergadering laat Karlijn zien dat het weerbericht voor de hele Alpen slecht is en de lawine-situatie nog lastiger is. Op aanraden van de coaches besluiten we het hooggebergte links te laten liggen. Na onze wintertrainingsweken leefden we toe naar voorjaarsalpinisme: we werkten hard aan onze conditie en dagelijks groeide het verlanglijstje met imposante alpiene routes. Dit voelt als een teleurstelling. Voor onze derde trainingsweek verkassen we naar de imposante kalkwanden van de Franse Verdon.

Een paar dagen later brandt de felle Zuid-Franse lentezon in onze bleke nekken. Maël: "Voorzichtig verplaats ik mijn voet naar een minuscule trede. Twintig meter onder me schreeuwt coach Niek iets naar me, daaronder is vierhonderd meter lucht tot aan de bodem van de kloof. Het uitzicht is betoverend, de rots vlijmscherp en de teleurstelling verleden tijd".

's Avonds op de camping is het onrustig. We kunnen niet kiezen wat we de volgende dag willen doen: er zijn zó veel routes en alles lijkt geweldig. De campingbaas, een vriendelijke, pezige en zongekleurde man van niet te schatten leeftijd, blijkt een halve Verdon legende te zijn die elke route tot in detail kent en ons altijd helpt met suggesties en tips. Zo vertelt hij, tot grote vreugde van Niek, dat in veel klassieke routes de haken verwijderd zijn.

De daaropvolgende dagen klimmen we veel. Het zou zonde zijn om al onze routes kort te beschrijven in deze blog. Dat doet tekort aan onze belevenissen. Daarom nemen we je mee in een paar avonturen: klimmen door de gierenkak in Gueule d'Amour, spleet- en schoorsteenklimmen in la Demanda en ULA, offwidth klimmen in l'Estamporanée en technisch klimmen in Barbapoupon.

Foto’s 1 en 2. Overal waar je kijkt gaan de wanden loodrecht naar beneden.

La merde du vautour

De super scherpe randjes, de mooie pockets die ontstaan zijn door druppelend water, en de andere bijzondere ruwe formaties die in de Verdon te vinden zijn beginnen na twee dagen klimmen hun sporen na te laten. De huid op onze vingertoppen transformeert snel naar een roodachtige kleur die indiceert dat er nog maar weinig van over is. Wanneer het op vrijdagavond weer tijd wordt om plannen te maken, gaan Joris, Jules en ik (Maël) dus op zoek naar iets waar we de dag erop dat laatste laagje huid kunnen sparen. Zo komen we uit op de Gueule d’Amour, een van de vele door de Remy broers, Yves en Claude, geopende routes. De route is zo’n beleving dat hij volgens de topo gebruikt kan worden om het type klimmers in het gebied in tweeën op te splitsen: iedereen die de Gueule d’Amour geklommen heeft, en iedereen die hem niet geklommen heeft.

Zaterdagochtend doen we lekker rustig aan. De route is relatief kort, dus er is geen haast. Na de gebruikelijke zoektocht naar de abseilpiste kunnen we gaan beginnen. We seilen ab, schieten snel de touwen op en nemen die op onze rug mee in de eerste tweedegraads lengte van de route. In de eerste paar meters wurmen we onszelf door een soort half liggende schoorsteen omhoog. We gaan recht op het doel af, een enorme scheur die de hele 100 meter hoge wand opsplitst. Boven ons zien we de tweede (4b) en derde (5c) touwlengte, beiden ergens diep in de scheur naar boven en leiden naar een erg overhangende 6c die er vanaf beneden al indrukwekkend uitziet.

Om bij het begin van de 4b te komen, lopen we eerst nog een meter of 10 de spleet in. Hoofdlampjes zijn hier nu essentieel om iets te kunnen zien. We gaan aan touw maar hadden van tevoren al gelezen dat de eerste lengte niet echt af te zekeren was. De zenuwen beginnen op te lopen.

Geconcentreerd begin ik aan de eerste lengte. Met je voeten aan de ene kant van de wand duw je je rug tegen de andere kant aan. Zo schuifel je langzaam omhoog. Gelukkig voelt het klimmen erg zeker. Minder zeker is waar ik heen moet, of nog dieper de spleet in, of recht omhoog waar uiteindelijk ook licht zichtbaar is, of traverserend weer richting de buitenkant van de spleet. Ik ga voor de laatste optie, maar zie plotseling beide kanten van de rots vol zitten met gierenkak. Even later zeker ik Joris en Jules omhoog en kan ik genieten van hoe zij ook langzaam steeds meer beginnen te mopperen over hoe vies het allemaal is. In de tweede lengte is de situatie weinig verbeterd, maar zijn er gelukkig wel haken. Zonder al die gierenpoep is het waarschijnlijk super leuk klimmen, bedenk ik me, maar ik kan er ondertussen ook wel van genieten.

Strijden in spleten

Claartje, Karlijn, Laura en Jules storten zich op de ultra klassieker la Demande, een jam-festijn van 12 touwlengtes en sinds een paar jaar gestript van haken. De 6a gradatie is hier verraderlijk, want 300 meter geëxposeerd trad klimmen laat zich moeilijk vergelijken met moderne 6a routes. Het gerucht gaat echter dat je ook té goed kan jammen (een onderdeel van je lichaam verklemmen in de spleet) en je met helm en al vast komt te zitten in een smalle schoorsteen. Het zou dan zomaar kunnen dat je even je helm af moet doen om verder te komen en je dan de volgende dag moet gaan trailrunnen om deze onder aan de route terug te vinden…

Ondanks dat ze twee aan twee klimmen, wordt het een echt team effort. Mentaal kan het heel zwaar worden in een moeilijk af te zekeren schoorsteen, maar door aanmoedigingen, tips en elkaar helpen komt de hele groep vlot boven. De enthousiaste ontlading op de camping is zó aanstekelijk dat bijna de hele groep deze route later ook klimt.

Foto 3. La Demande tijdens de klim. Foto 4. La Demande na de klim; een prachtige en vermoeiende dag.

Alex en Bas klimmen ULA, een andere magnifieke 6b spleet van 300 meter. Ook deze route bevat bijna geen haken, maar is erg goed af te zekeren met cams. Ze besluiten een 'haulbag' mee te nemen, zodat ze beiden comfortabel zonder rugzak kunnen klimmen. Een haulbag is een stevige tas die je langs de wand omhoog takelt. Na enig heen en weer geklim om de haulbag te redden van de nodige boompjes en struikgewas, bereiken ze de prachtige hoek waardoor ULA in zes touwlengtes recht omhoog loopt. Vanaf hier is het fantastisch jammen, waarbij je vaak goede voetjes in of buiten de spleet kan vinden. Wederom een terechte klassieker!

Foto 5. Alex klimt voor in ULA

Valsspelen is geen optie

Voor Jan en Niek is het na drie dagen inklimmen, al wel tijd voor iets uitdagenders. Ze kiezen voor l'Estamporanée, een dwingende 6c off-width: de ingewikkelde breedte spleet die te breed is voor je vuist, maar te smal voor je hele lichaam. Dwingend, dus valsspelen met kleine randjes om jezelf aan vast te houden is geen optie. Voor Niek geen probleem. Hij heeft zelf meerdere off-width routes geopend en was lange tijd vaste gast in Yosemite. Jan is iets zenuwachtiger van tevoren, iets wat we gezien zijn klimniveau niet vaak meemaken.

Toch is, zoals altijd, het enthousiasme dominant en wanneer ze later op de dag terugkomen van de 200 meter lange route, is dat enthousiasme alleen maar toegenomen. Ze hebben hem beiden vrij geklommen, dus zonder te vallen of te blokken, en dat terwijil dat de bovenste lengtes ook nog eens nat waren. Niek ziet dat niet als een probleem, maar als goede training voor het alpinisme: "In de Alpen is de rots ook niet altijd droog!", zegt hij ‘s avonds met een grijns op z’n gezicht.

Foto 6. Jan in een steile lengte van l’Estamporanée.

Klassiek Verdon klimmen

Hoewel er hier toch verrassend veel spleetgeklommen kan worden, staat de Verdon bekend om zijn loodrechte en spiegelgladde platen. Jan en ik (Folke) kiezen er daarom voor om ook een dag ons (laten we eerlijk zijn, vooral mijn eigen) niveau te testen in een technische route op deze platen. We kiezen de route Barbapoupon, een 6b+ op de 'hoofd'wand, recent opnieuw behaakt door de campingbaas die ons wederom enthousiast vertelt over de verschillende touwlengtes.

Tijdens de zoals altijd kaarsrechte of overhangende abseils kan ik me al een beetje inlezen in de lijn die we gaan klimmen. Van een afstandje zie je hier en daar een glinsterende haak op gladde rots, maar dichterbij zie je gelukkig de typische scherpe randjes en pockets verschijnen. Ik begin te begrijpen waarom de campingbaas, iemand die volgens mij nooit iets 'moeilijk' of 'ingewikkeld' zou noemen, ons had verteld dat je wel een beetje moet opletten welke lijn je kiest.

Er zijn zoveel potentiële grepen en treetjes te zien dat het heel goed zoeken wordt naar de makkelijkste lijn van haak naar haak. Ik begin na een laatste pendelende abseil aan de eerste 5c+ traverse lengte. Prachtig klimmen, waar je goed balans en druk moet houden. We klimmen in blokken, dus ik klim ook de volgende 6b lengte voor. Volgens de campingbaas is dit de moeilijkste lengte, maar de crux blijkt alleen een paar boulderige pasjes over een buikje te zijn. Niet makkelijk, maar deze stijl oefenen we in de hal genoeg.

We kloppen onszelf al bijna op de rug, maar dan begint Jan aan de 6b+ lengte. Ik zie hoe dit klimkanon hier alles behalve doorheen wandelt en pas na een dik half uur op de volgende standplaats is. Nu mag ik de bijna 50 meter, met voor mijn gevoel crux na crux na crux, klimmen. Links, rechts, midden, nooit weet je of je nu echt langs de makkelijkste weg klimt en moet je weer een flink aantal passen committen voordat je weer een beetje goed kan staan om het zuur uit je armen te laten lopen. Na voor mijn gevoel een oneindigheid te hebben gestreden, kom ik, moe en voldaan, bij Jan op de standplaats aan. Wat een prachtige lengte! Na een high-five en te hebben ‘gebloksload’ (het snel en schandalig veel eten van suikerrijke, vierkante ‘bloks’ snoepjes) komt de energie weer terug en klimmen we vol genietend de laatste paar touwlengtes.

Foto 7. Laura klimt voor op een technische plaat in Voyage au gré du gris.

Ruimte voor teambuilding

Tijdens de twee weken blijven we zoeken naar mogelijkheden om toch nog naar de Alpen te gaan. Coaches Bas en Niek zetten al hun lokale contacten in om te blijven zoeken naar opties om het klassieke voorjaarsalpinisme toch mogelijk te maken. De weergoden blijven helaas té dicht bij onze zijde en zorgen voor prachtig weer in de Verdon, maar te veel neerslag en het bijbehorende lawinegevaar in de Alpen.

Halverwege de trainingsstage wordt er toch een dagje regen voorspeld. We besluiten deze dag onze vingers rust te geven en te vullen met praktische zaken, zoals de agenda voor het verdere traject op orde te brengen en de week tot nu te bespreken. Heel nuttig is de door Claartje opgezette teambuilding sessie. Na een week samen te hebben geklommen, kunnen we prachtige complimenten voor elkaar opschrijven voor de ‘complimentenregen’ en de groep open vertellen over onze ‘persoonlijke handleiding’.

Ondanks dat het anders liep dan de oorspronkelijke planning, hebben deze twee weken ons in staat gesteld om onze grenzen verder te verleggen, onze technieken te verfijnen en ons weer een hechter en beter op elkaar ingespeeld team te maken. We duimen voor goed weer deze zomer om dit verder in de praktijk te brengen in de Alpen.

De Expeditie Academie IV wordt gesteund door Scarpa, Petzl, Rab, Mountain Network, Julbo en Buitensportvoeding.nl.

Expeditie Academie IV pagina