Uiteraard kan je zelf bepalen tot hoe ver je gaat. Voor de meeste mensen zijn behaakte single-pitch of multi-pitch routes al meer dan uitdagend genoeg, maar misschien wil jij je grenzen daarna nog verder verleggen. In deze blog geeft Bas een stappenplan hoe je van een binnenklimmer een buitenklimmer wordt. Daarnaast geeft hij een aantal tips op het gebied van veiligheid en gebiedskeuze.
De stappen:
- Indoor boulderen (kan je ook overslaan)
- Indoor toprope
- Leren voorklimmen (indoor of outdoor)
- Multipitch
- Single pitch trad
- Alpinisme in alpien basisterrein
- Alpien rotsklimmen
- Bigwall klimmen
- Expeditie klimmen
NB: De volgorde van de stappen staat natuurlijk niet 100% vast en je kan natuurlijk je ontwikkeltraject inrichten naar eigen behoefte.
Veel klimmers starten tegenwoordig met indoor klimmen of boulderen, net zoals deze studenten van de ASAC die in het USC in Amsterdam hebben leren klimmen. Foto: Bas Visscher
Na de nodige oefening kun je zelfs in dit soort alpiene rotsklimterrein gaan klimmen. Op deze foto klimt Danny na in de mooie spleetklimroute Bettembourg-Thivierge (6b, 300m) op de Pic Adolphe Rey in het Mont Blanc gebied. Deze route moet grotendeels zelf gezekerd worden met mobiele tussenzekeringen en start vanaf een gletsjer.
Een expeditie is een gave belevenis. Hierboven zie je mij in Kirgizië tijdens het openen van onze nieuwe route Zigzag into the Night (800m, 6a+). Foto: Anniek Verschuur
Stap 1: Starten in de boulderhal
Nederland heeft geen rotsen en daarom is het logisch dat de meeste Nederlanders tegenwoordig in de boulderhal voor het eerst in aanraking komen met de klimsport. Binnen boulderen is laagdrempelig en al gauw leuk - of zelfs verslavend. Door regelmatig te boulderen ontwikkel je techniek, kracht en probleemoplossend vermogen. En dat is een hele goede basis als je later buiten wilt gaan rotsklimmen.
Tips van Bas:
- Probeer goed te worden in verschillende klimstijlen, van plaat tot overhang. In de rots kom je immers ook alle stijlen tegen en als allround boulderaar heb je het dan makkelijker dan wanneer je maar in één specifieke stijl goed bent.
- Verdiep je vanaf het eerste moment in warming-up en blessurepreventie, want boulderen is echt blessure gevoelig. Wees je daarnaast bewust van je eigen kunnen en leer in te schatten of je de boulder veilig kan uitvoeren.
- Wil je ook starten met buiten boulderen? Onderschat niet het verschil in risico tussen binnen en buiten boulderen. Maak een goede risico inschatting van elke boulder en zorg eventueel voor meerdere spotters en crashpads.
Overhangend boulderen is fysiek belastend. Een goede warming-up voorkomt blessures. Foto: Bas Visscher
Stap 2: Starten in de klimhal
De klimhal is (net als de boulderhal) een perfecte plek om je klimcarrière te starten. Je kan zonder enige klimervaring meedoen aan de beginnerscursus en hiermee je klimvaardigheidsbewijs Indoor Toprope halen. Ben je al een ervaren boulderaar? Ook dan start je met de cursus Indoor Toprope. Je leert over klimspecifieke veiligheidszaken zoals zekeren, vallen aan touw, de omgang met hoogte en de Partnercheck. Allemaal essentieel als je de stap naar klimmen in de rots wil zetten.
Tips van Bas:
- Oefen veel op mentaal comfortabel worden met zekeren, klimmen en vallen. Vallen in een touw is 100% veilig, mits je goed vastzit, mits de zekeraar oplet en mits de zekeraar een val goed kan opvangen. Bij het klimmen in toprope heb je overigens ook nog eens minder kans op blessures dan met boulderen, waarbij je op de mat valt.
- Ga na het afronden van je klimcursus wekelijks klimmen zodat je klimtechniek beter wordt, je uithoudingsvermogen krijgt en je gewend raakt aan de stijl van het indoor klimmen aan touw. Er is een duidelijk verschil in klimstijl tussen klimmen en boulderen. Klimmen is gericht op uithouding, flow en efficiëntie, terwijl boulderen draait om het oplossen van uitdagende en explosieve klimproblemen. Vaak zie je dat ervaren boulderaars die starten met toprope klimmen eerst nog moeten leren hoe ze energiezuinig klimmen.
Bij het toprope klimmen is het belangrijk om vertrouwen in het materiaal en in je zekeraar te krijgen. Foto: Bas Visscher.
Stap 3: Leren voorklimmen
De volgende stap bij het klimmen met touw is starten met voorklimmen. Dat doe je het best door een cursus indoor voorklimmen te volgen. Veel klimhallen bieden een dergelijke cursus aan. Je leert onder andere de volgende aspecten:
- setjes clippen
- het zekeren van een voorklimmer
- een val houden,
- het voorkomen van voetfouten,
- omgaan met uitdaging
- risico inschatting.
Daarna kan je een cursus outdoor voorklimmen volgen in een single-pitch klimgebied. Daarmee bedoelen we klimroutes die maximaal de helft van de lengte van een klimtouw zijn, zodat je na het klimmen van de route door de zekeraar naar beneden gelaten kan worden. Zulke routes zijn vaak tussen de 15 en 40 meter lang.
Tips van Bas:
- Sommige mensen onderschatten de stap van het indoor klimmen naar het outdoor klimmen. Doe daarom bij voorkeur een cursus. Het vraagt even tijd om je aan te passen aan de rots en er zijn buiten specifieke elementen die je niet tegenkomt in de klimhal. Bijvoorbeeld:
- Je kan bijvoorbeeld tijdens het rotsklimmen beslist niet altijd overal veilig vallen. Zeker niet in makkelijke routes waar je op plateaus en tegen uitstekende rots kan vallen.
- Rots kan uitbreken. Je moet leren inschatten welke rots betrouwbaar is.
- Er zijn geen gekleurde grepen die aanwijzen waar je moet vasthouden en waar je moet staan. Er is ook geen bouwer geweest die lengtepassen heeft voorkomen. Je moet zelf de rots leren lezen.
- Je moet ook zelf ombouwen naar laten zakken nadat je boven bent gekomen zodat je al je materiaal uit de route kan verwijderen. (een cruciale veiligheidstechniek die je niet leert tijdens een cursus indoor voorklimmen)
- En je hebt je eigen materiaal nodig zoals een touw, touwtas, setjes en een bandlus en schroefkarabiner voor het ombouwen.
- Kies goed behaakte en overzichtelijke gebieden als je voor het eerst zelfstandig buiten gaat voorklimmen. In de NKBV Tochtenwiki vind je veel informatie over de gebieden in de buurt van Nederland. Veel van die gebieden kennen een lange klimtraditie en dat houdt in dat de routes gladgeklommen zijn (slijtage), de haken vaak ver uit elkaar zitten én de moeilijkheidswaardering behoorlijk stevig is. Het beste start je daarom in een modern, goed behaakt en overzichtelijk klimgebied. Durnal, Pont à Lesse, Spontin zijn voorbeelden om te starten. De bekende grote klimgebieden zoals Freyr en Ettringen zijn veel minder geschikt voor beginners, maar na verloop van tijd wel erg mooi om uit te proberen als je soepel 6a klimt. Het enorm populaire Berdorf in Luxemburg is ook erg geschikt, maar niet berekend op de grote hoeveelheden klimmers die er komen. Als je hierheen gaat, ga dan doordeweeks. Er zijn betere gebieden om te starten in België die veel minder ver rijden zijn.
- Koop een klimgidsje als je naar een klimgebied gaat. Er zijn ook apps zoals 27 Crags, maar het oriënteert toch makkelijker met een fysiek gidsje in de hand. De klimgidsjes van alle klimgebieden in de nabije omgeving van Nederland koop je in de webshop van de NKBV.
- In en rondom de Alpen en in Zuid-Europa zijn honderden fantastische sportklimgebieden te vinden. Voor beginners zijn goed behaakte gebieden zoals Orpierre en Arco geliefde bestemmingen. Maar er zijn zoveel meer geschikte plekken waar je voor het eerst kan gaan buiten klimmen. Mijn persoonlijke favoriet is de klimgids Briancon Climbs (Franse Alpen). Gebieden kan je kiezen door middel van websites zoals 27crags.com en UKClimbing.com. Ook is het verstandig om voor je vakantie een klimtopo te bestellen, bijvoorbeeld via de NKBV webshop of Kletterfuehrer.net.
- Denk niet dat je alleen kan klimmen in de zomerperiode. Sterker nog, dan is het vaak te warm om te klimmen. Veel rots is op het zuiden georiënteerd, en als de zon schijnt wordt het snel ondraaglijk warm. In de herfst of het voorjaar en zelfs in de winter heb je vaak veel fijnere condities.
- Na verloop van tijd kan je je sportklimhorizon gaan verbreden en naar meer gevorderde gebieden op zoek gaan. Fantastisch single-pitch klimmen vind je in de mediterrane omgeving zoals Sicilië (San Vito Lo Capo), Griekenland (Leonidio, Kalymnos), Sardinië (Ulussai) en Spanje (Costa Blanca, Chulilla, Siurana). Er zijn duizenden gebieden om te ontdekken. Het nadeel is de verre (vlieg)reis . Gelukkig vind je in Zuid-Fankrijk ook vergelijkbare sportklimpareltjes zoals Saint-Leger du Ventoux, Seynes en Buoux. Deze gebieden zijn prima in één dag met de auto vanuit Nederland te bereiken.
Lieke klimt voor op de buitenwand van Spaarnwoude . Foto: Bas Visscher
Ruby klimt een 7b voor in de omgeving van Briançon. In deze omgeving heb je mooie sportklimroutes op alle niveaus. Foto: Bas Visscher
De wanden van Leonidio in Griekenland zijn fantastisch om te beklimmen. Foto: Bas Visscher
Stap 4: Overgang naar multi-pitch sportklimmen
Multi-pitch klimmen is een logische vervolgstap als je eenmaal bent begonnen met rotsklimmen en langere avonturen zoekt. Ook voor het leren multi-pitchen kan het aan te raden zijn om een cursus te volgen of om met een ervaren klimmer op pad te gaan die je de kneepjes bijbrengt Tijdens een multi-pitch klim je in meerdere touwlengtes door een langere rotswand heen. Je maakt een aantal keer stand, waardoor je elkaar kan zekeren.
Multipitchen is meer complex en avontuurlijk dan single-pitch klimmen: Je moet meestal een stuk lopen naar het begin van de route en het is ook vaak even zoeken naar het begin van de route . Een eventuele terugtocht of redding bij problemen is veel lastiger dan tijdens het single-pitch klimmen Een essentieel onderdeel van multi-pitch klimmen is routemanagement; zoeken, indelen, efficiënt zijn op de standplaats, wat neem je mee/wat niet, etc. Tot slot is abseilen ook een belangrijke techniek die je onder de knie moet krijgen. Start met overzichtelijke (korte aanloop, goede behaking, binnen je niveau) routes en bouw langzaam op.
Zeker aan het begin van je klimcarrière gaat een multi-pitch meer om mooie en flowy klimmeters maken in inspirerend landschap dan om zeer uitdagend te klimmen (dat gaat toch makkelijker in een single-pitch gebied). Multipitchen kan op elk niveau, van derdegraads tot achtste graads. Belangrijk is dat je je van tevoren verdiept in het karakter van de route. Sommige multi-pitches zijn heel kort en overzichtelijk, fantastisch behaakt en hebben een korte aanloop. Andere multi-pitches zijn veel meer serieus: bijvoorbeeld vanwege de matige behaking, losse rots of een ingewikkelde aanloop of afdaling. Er zijn dus multi-pitches die bijna het karakter van een sportklimroute hebben en er zijn multi-pitches die veel alpien karakter hebben - dit zijn echt super avontuurlijke bergtochten. En natuurlijk kan er qua karakter ook van alles tussenin zitten. Zorg dus dat je je goed bewust bent van wat voor soort route je kiest. Dit maakt of breekt je dag.
Tips van Bas:
- Dicht bij huis zijn gebieden zoals Freyr, Sy en Yvoir interessant om voor het eerst korte multi-pitches te doen. Voor een aantal vierdegraads multi-pitches in België heb je een indoor onsight niveau van tenminste 6a en een goed inzicht in de rots lezen en een zekere voorklimmersmentaliteit nodig. Verdiep je dus goed in wat voor route je instapt.
- In de Voor-Alpen kan je fantastische multi-pitches klimmen. Simpelweg omdat hier al wat meer reliëf is wat hogere rotswanden mogelijk maakt zonder dat je in Alpien terrein komt. Gebieden als Orpierre, Arco en de omgeving rondom Ailefroide zijn aanraders voor beginners. Dit zijn gebieden waar je veel goed behaakte multi-pitches vindt in solide rots. Er zijn ook veel leuke single-pitch routes ter afwisseling. Veel van de routes in deze gebieden hebben (relatief gezien) weinig alpien karakter, maar verdiep je altijd goed in de topo, want soms pakt een route toch onverwacht avontuurlijk uit. In de wintermaanden zijn de Calanques bij Marseille een geliefde multi-pitch sportklimbestemming. Gebieden zoals de Verdon, Presles en Cerces zijn nog iets serieuzer en erg aan te raden als je op zoekt bent naar de volgende stap.
- Een geschikte multi-pitch kan je selecteren door gebruik te maken van overzichtstopo’s zoals Rockfax, Topoguide, en Schweiz Plaisir. Daarnaast is het altijd aan te raden om je route te googlen en sites zoals Camptocamp en Bergsteigen.at te gebruiken.
- Investeer in snelheid en efficiëntie als je langere routes wilt gaan klimmen. Dit zit hem zowel in touwhandelingen als in klimtempo. In het begin van je multi-pitch carrière kan de standplaatswissel bijvoorbeeld nog niet zo snel gaan. Bijvoorbeeld route zoeken, materiaal omhangen en wisselen met zekeren. Dat kan zomaar 10 minuten duren. Supersnelle en ervaren klimmers kunnen het tot 10 seconden terugbrengen. Probeer je daarom vaste en efficiënte routines eigen te maken waardoor je geen tijd verspilt. Het tempo van het klimmen is vaak ook erg bepalend voor hoe lang je over een route doet. Als je start met multi-pitchen is het verstandig om te starten met moeilijkheidswaarderingen t die je soepel en snel kan voorklimmen. Voor beginners is een multi-pitch absoluut geen plek om veel te blokken in het touw of vaak te vallen. Een val in makkelijk en liggend terrein kan natuurlijk erg gevaarlijk zijn. Bovendien kost een te moeilijke route je enorm veel tijd.
- Na verloop van tijd kan je meer uitdagende multi-pitches gaan klimmen, waarbij je meer richting je technische limiet gaat. Als je dit soort ambities hebt, is het raadzaam om hier geleidelijk en stapsgewijs naartoe te ontwikkelen . Hou altijd een bepaalde marge in je niveau. Naast de gradatie van de crux (bijvoorbeeld 6b) is het ook verstandig om naar de obligate gradatie te kijken (bijvoorbeeld 5c). Niet elk gidsje vermeldt dat, maar als ze het doen dan vaak op de volgende wijze: 6b, 5c+ obl. Soms wordt gebruikt gemaakt van een E-waardering (‘Ernsthaftigkeit), of een S of R waardering. Met de obligate moeilijkheidsgradatie wordt bedoeld dat je in de 6b lengte minimaal 5c tussen de haken moet kunnen klimmen als je blokkend en setje trekkend toch door de route heen wilt komen . Als de haken dicht op elkaar zitten, krijg je eerder een lage obligate gradatie (bijvoorbeeld 6b crux, 5c obligaat). Als de haken ver uit elkaar zitten krijg je een hogere obligate gradatie (6b crux, 6a+ obligaat).
Freyr in België is een mooi klimgebied met tot 100m hoge wanden. Op deze foto klimt Vincent de Trans Freyrienne, een traverserende multi-pitch van 13 touwlengtes tot en met 6b. In verband met de drukte tijdens weekenden kun je deze route alleen doordeweeks klimmen. Foto: Bas Visscher
Folke klimt een technische 6c traverse met veel lucht onder de voeten voor in de Verdon. Foto: Bas Visscher
Laura klimt één van de lengtes van Bambino (400m, 7a max) in de Verdon. Foto: Bas Visscher
Sophie in de laatste 5b lengte van de Marmotta Impazzita (6c, 230m) op de Tour Termier bij Briançon. Foto: Bas Visscher
Stap 5: Overgang naar single-pitch trad
Als je op zoek bent naar een volgende stap in je klim carrière en eventueel de ambitie hebt om door te groeien naar alpiene rotsklimmen, is het aan te raden om te leren trad klimmen Je plaatst hierbij zelf mobiele zekeringen in gaatjes en spleten in de rots. De zekeringen die je gebruikt kunnen nuts (aluminium blokjes aan een staalkabel, cams (zichzelf vastklemmende apparaten) en touwtjes zijn die je bijv. om blokken legt.
Bij een deel van de trad klimgebieden ligt de focus van de klimstijl op het beklimmen van spleten in de rots. Dat is een klimstijl die je in de klimhal amper kan oefenen. Daarom is het handig om de specifieke klimtechnieken te leren die je nodig hebt om deze spleten soepel te beklimmen. Spleetklimmen vraagt namelijk een andere klimtechniek dan hoe je klimt in de hal. In plaats van dat je een greep vastpakt, verklem je je ledematen in het ‘niets’ tussen de zijwanden van de spleet. Je maakt als het ware je eigen greep of tree. Je verklemt hierbij je handen en voeten in de cracks. Met sportklimmen trek je juist aan randjes met je handen en sta je met je voeten op kleine treedjes. Andere koek dus!
Tips van Bas:
- Dichtbij Nederland zijn er goede mogelijkheden om te leren trad klimmen. Ettringen en de Ith zijn hiervoor perfect. In België zijn er een paar klimgebieden die geschikt zijn om te starten met trad klimmen. Je kan dan tussen de haken door je eigen zekeringen plaatsen. Bijvoorbeeld Dave, Spontin, Sy of Yvoir. Meer avontuurlijke gebieden zijn de Pfalz en de Harz. Zeer avontuurlijke trad gebieden zijn de Elbsandstein of de Seacliffs in de UK.
- Om mobiele zekeringen te kunnen plaatsen heb je gaten of spleten nodig. Spleten zijn er in allerlei soorten en maten. Elke maat spleet vraagt zijn eigen klimtechniek. Het is enorm aan te raden om je te verdiepen in de verschillende klimtechnieken als je wilt leren trad klimmen. Dit kan bijvoorbeeld door het boek van de Pete Witthaker goed te bestuderen.
- Het is slim om te leren trad klimmen tijdens een cursus die zich in single-pitch terrein afspeelt. Tijdens het multi-pitchen spelen veel andere factoren een rol en kan je je minder op het leren klimmen concentreren. Spleetklimmen leer je bij voorkeur op toprope zodat je geen voorklimstress hebt.
Frank klimt de Kosterlitz boulder op toprope in Orco, Italië. Deze highball boulder is een perfecte 7 meter spleet(6b) waar je handjams moet gebruiken. Foto: Bas Visscher
Thijs klimt de tricky spleetroute Seepferchen (8+) in Ettringen. Foto: Bas Visscher
Regien klimt de klassieke trad-route Peapod (HVS) in de UK. Foto: Bas Visscher
Rik in de Incastromania (6a) in Orco. Foto: Bas Visscher
Stap 6: Alpinist worden
Voor gevorderde rotsklimmers met de ambitie om alpiene rotsroutes te gaan klimmen is het aan te raden om eerst cursussen in het klassieke alpinisme te doen. Je leert dan essentiële vaardigheden zoals klimmen op graten, lopen over gletsjers en het maken van risico-inschattingen.
De meeste ongelukken in de bergen gebeuren niet in technisch lastig terrein, maar juist in steil wandel- of klauterterrein waar een klein foutje tot een fatale val kan leiden, juist in eenvoudig alpien terrein. Of als gevolg van onbekendheid met de complexe mix van hoogte, weersomslagen, tijdsplanning en de eigen fysieke en mentale gesteldheid. Als sportklimmer kan je misschien wel heel goed vasthouden aan kleine randjes, maar dit betekent niet dat je zomaar gewend bent aan de specifieke uitdagingen en problemen die alpiene rotsroutes met zich meebrengen. Alpiene rotsroutes zijn absoluut geen plek om zelf te gaan experimenteren - laat je dus trainen tijdens een cursus of huur een gids die je de fijne kneepjes van het vak bij kan brengen.
Er is overigens geen ingangseis om mee te doen aan een C1, dus natuurlijk is het ook prima om je klimcarrière hiermee te starten. Ook na je C1 kan je starten met de cursus indoor toprope of boulderen. Stap 6 kan dus ook stap 1 zijn!
Tips van Bas:
- Lees ook eens mijn blog over de ontwikkeling tot zelfstandig alpinist. Ik heb ook een blog geschreven over het alpiene opleidingstraject. In deze blog leg ik uit wat je in de C1 tot C3 cursus leert. Na je cursus moet je zelfstandig ervaring gaan opdoen. Natuurlijk kan je alpiene tochten ook afwisselen met een leuke, technische multi-pitch of single-pitch sportklimmen.
- Investeer in snel en veilig rotsklimmen in eerste tot derde graads rots op alpiene graten en pijlers. Je komt dit type terrein ook veel tegen in moeilijkere routes, bijvoorbeeld tijdens de afdaling. Voor sportklimmers die de transitie willen maken naar alpiene rotsklimmen kan dit type terrein nieuw of problematisch zijn. Laat je hierin trainen door een gids. Deze kan je alles over de juiste touwtechnieken, efficiënte afzekering en het lezen van het terrein leren. In het eerste tot en met derdegraads terrein klim je vaak op je approach- of bergschoenen aan zogenaamd ‘verkort’ touw om snelheid te maken. Vanaf vierdegraads touwlengtes klim je over het algemeen met dezelfde soort touwtechnieken als tijdens het multi-pitchen . Je kan vanaf deze moeilijkheidsgraad ook voor klimschoenen kiezen om beter op kleine treedjes te staan. Hoe je het precies doet hangt van het terrein en je eigen vaardigheden af.
- Er zijn vele gebieden in de Alpen die geschikt zijn om de basis van het alpiene klimmen te leren. Kijk bijvoorbeeld in het reisprogramma van de NKBV. Binnen dat programma zijn cursussen die meer op ijs, of meer op rots georiënteerd zijn zoals deze cursus in de Dolomieten.
Een klassieke alpinisme foto met Anniek, Majsa, Martin en Robert op de top in de Urner Alpen. Foto: Bas Visscher
Noor klimt ‘Harold en Maud’ (6b, 250m) op de Pointe Lachenal hoog boven de gletsjer . Om hier te komen moet je de technieken voor het lopen en navigeren over de gletsjer kennen. Foto: Bas Visscher
Stap 7: Alpiene rotsklimmer worden
Je bezit nu de vaardigheden om soepel door alpien terrein te gaan. De volgende stap is nu het klimmen van technische rotsroutes in een alpiene omgeving waarbij je zelf regelmatig zekeringen plaatst. Ook hier geldt dat instructie en coaching natuurlijk nuttig zijn, maar het is wel zo dat het aanbod van cursussen best beperkt is. Het beste advies is om een gids te benaderen die een cursus op maat voor jou en je klimmaatjes kan bieden. Ben je nog student? Dan kan je via de NSAC tegenwoordig een dergelijke cursus volgen?.
Voor alpiene rotsbeklimmingen geldt dat je van tevoren goed naar het alpiene karakter van de route moet kijken. Er zijn vele vragen die je kan stellen, bijvoorbeeld:
- Wat is de lengte van de route? (Een 800m route vraagt veel meer conditie dan een route van 200m.)
- Hoe is de rotskwaliteit? (Is het vaste rots of is het juist brokkelig?)
- Hoe is de complexiteit en duur van de aanloop en afdaling? (Bijvoorbeeld 15 minuten aanloop vanaf de kabelbaan of 5 uur navigeren over een spletenrijke gletsjer?)
- Zijn er mogelijkheden om terug te trekken? (Kan je nog veilig abseilen of moet je noodgedwongen de route naar boven afmaken?)
- Zijn er objectieve gevaren (steenslag, gevaarlijk terrein tijdens aanloop/afloop)?
- Hoe vaak wordt de route gedaan? (Er zijn bijvoorbeeld routes die hooguit eens in de tien jaar worden geklommen en er zijn tegelijkertijd ook overpopulaire routes die gevaarlijk druk worden door de tientallen touwgroepen die er per dag in klimmen.)
- Hoe is het routeverloop? (Is dit een logische lijn of niet?)
- Hoe zijn de standplaatsen? Zijn er boorhaken, mephaken of moet je de standplaats zelf verzorgen?)
- Hoe zijn de tussenzekeringen? Wat is de afstand tussen de haken, hoe is de staat van de behaking en hoe goed kan je nog een zekering plaatsen als de haken ver uit elkaar zitten?
- Wat is de hoogte? (Klim je bijvoorbeeld op 2000m of op 4000m?)
- Hoeveel materiaal moet er mee en hoe zwaar is de rugzak? (Een rugzak met bivakuitrusting is uiteraard een heel ander gewicht dan een korte multi-pitch.)
Tips van Bas:
- Alpien rotsklimmen heeft te maken met de effecten van het warmer wordende klimaat. Heel erg hoog gelegen rotswanden bestaan zelden uit een groot compact stuk rots. De meeste rotswanden zijn een blokkendoos die precair op elkaar gestapeld is en die bijeen wordt gehouden door een ‘lijm’ van ijs; de zogenaamde permafrost. Met het dooien van deze lijm komen de blokken los. Met name in juli en augustus, traditioneel dé maanden om hoog in de bergen te gaan klimmen, is er verhoogd gevaar op steenslag, of complete wanden die instorten. De verstandige klimmer mijdt deze maanden, of gaat alleen klimmen als de temperaturen niet al te hoog zijn. Bijkomend voordeel van het mijden van de hoogzomer, is dat je de grootste drukte en de bijbehorend hoge prijzen mijdt.
- In de Alpen zijn er vele schitterende granietgebieden waar je alpiene rotsbeklimmingen kan doen. Het meest populaire gebied is zonder twijfel het Mont Blanc-gebied bij Chamonix. Je vindt hier routes op alle niveaus. Het granietklimmen is van zeer hoge kwaliteit, het uitzicht is fantastisch en de vele kabelbanen brengen je gauw op hoogte. De eenvoudige routes in Chamonix zijn vaak wel enorm druk. Voor beginnende alpiene rotsklimmers is het vaak erg lastig om hier tussen te klimmen. De Aiguilles Rouges boven Chamonix zijn een laagdrempelige plek voor startende alpiene rotsklimmers. Met de Rockfax topo en de Piola topo heb je meer dan genoeg routekeuze. Met meer ervaring en een solide trad-6b niveau kan je je hart ophalen bij rotsklimmekka’s zoals de Envers-hut, Argentiere hut en Cosmiques hut. Er valt misschien wat voor te zeggen om als startende alpiene rotsklimmer eerst ervaring op te doen in meer rustige regio’s dan het Mont Blanc-massief. Veel relaxter dan Chamonix is het in andere granietgebieden zoals de Bergell, Urner Alpen (check bijvoorbeeld de Salbit) en Ailefroide/La Berarde is het vaak druk . Het hoogseizoen vermijden is de beste tip die ik kan geven als je niet van drukte houdt!
- Ook in kalk of in Dolomiet gesteente kan je fantastische alpiene rotsroutes klimmen. De Dolomieten zijn het rotsklim gebied bij uitstek, maar let goed op, want veel klassiekers zijn erg serieus. De routes zijn hier lang, de afzekering vaak alleen op stokoude mephaken en de rotskwaliteit is niet altijd goed. Andere gave gebieden zijn bijvoorbeeld de Wilder Kaiser, Rätikon en Berner Oberland.
- Selectietopo’s zijn boeken waar de mooiste routes uit grote regio’s zoals de gehele Alpen bij elkaar zijn geselecteerd. Ik gebruik dit graag. Voorbeelden zijn de vier boeken van Kletterfuhrer V-VIII van Topoguide.de en de Schweiz Plaisir (3-6b) en Schweiz Plaisir Extrem (6a-9a). Hiermee heb je overzicht over de mooiste gebieden door de Alpen heen. Dit vul ik altijd aan met lokale topo’s en internetbronnen. Online is er enorm veel waardevolle informatie te winnen. Vandaag de dag mag een papieren topo niet meer je enige bron zijn. Doe dus altijd een google actie voordat je op pad gaat.
- Om beter te worden in alpiene rotsklimmen moet je een echte allrounder worden. Denk aan:
- Tientallen multi-pitches klimmen om je ervaring te verbreden.
- Je single-pitch niveau verbeteren zodat je de crux lengtes efficiënt door komt.
- Handig en snel en 100% solide zijn in je technieken op de standplaats en bij het abseilen
- Conditioneel fit worden.
- Goede risico inschattingen maken
- Een goede touwgroep met je klimpartner vormen
- Niet alleen sterk zijn in moeilijke lengtes, maar ook goed zijn in alpien basisterrein en snel zijn in gemiddelde touwlengtes.
- Veel kennis hebben van mooie routes die je in de toekomst wilt doen. Het helpt om veel research te doen.
Sytse in de fantastische alpiene spleetklimroute Versant Satanique (6c, 275m). Foto: Bas Visscher
Nog meer Versant Satanique (6c, 275m). Schitterend spleetklimmen in een hoogalpiene omgeving. Foto: Bas Visscher
Bas van der Ploeg in de Ringo Starr op de Piz Badile (5c, 800m). Foto: Bas Visscher
Boris klimt na in de Lacedelli route op de Cima Scotoni (7a, 400m) in de Dolomieten. Foto: Bas Visscher
Een beklimming waar we blij mee waren! Foto; Bas Visscher
Danny met een echt zware rugzak met bivakspullen in de Dru Noordwand. Foto: Bas Visscher
Stap 8: Bigwaller worden
Jaaaa, dat klinkt cool. Maar wat is nu eigenlijk een bigwall? De definitie is niet geheel duidelijk. Wikipedia geeft verdere uitleg, en dat is nuttig om te checken, want de kaders zijn niet enorm duidelijk. Bigwallen is in ieder geval een hoge, steile, super technische wand die zich lastig laat beklimmen, vaak in meerdere dagen. De term is ontstaan in de VS, waar tamelijk veel niet-alpiene rotswanden te vinden zijn die én hoog, én heel moeilijk zijn. Dat had tot gevolg dat tot aan de jaren ‘90 dergelijke rotswanden niet vrij beklommen konden worden. Men klom daarom artificieel (voortbewegend aan materiaal) én deed daar dan meerdere dagen over. Ergo: de bigwall, een wand die zo moeilijk was dat je er meerdere dagen over deed en/of er een hele materiaalslacht nodig was om boven te komen. Tegenwoordig is de naam bigwall niet heel veelzeggend meer. De moeilijkste wanden worden tegenwoordig vrijgeklommen, maar het kan net zo goed zijn dat iemand maanden besteed aan het klimmen van een moeilijke boulder.
Artificieel klimmen als sport an sich is aan het uitsterven. Vrij klimmen heeft het artificieel klimmen overgenomen. De meeste artificiële routes zijn met de nodige kracht en klim-kunnen vrij te klimmen. Toch is er wel degelijk plaats voor artificieel klimmen anno nu. Artificieel klimmen kan een hele handige techniek zijn voor degene die moeilijke alpiene routes wil klimmen, of eventueel zelfs wil openen. Als je dan beschikt over de artificiële trukendoos, dan kan je dat veel gemak en veiligheid opleveren.
Een big-wall kan zowel een vrije als artificiële beklimming zijn. El Capitan in Yosemite is misschien wel werelds meest bekende bigwall. Spleetklimmen, trad-klimmen en multi-pitchen komen hier samen.
Tips van Bas:
- Oefen eerst onder begeleiding van een instructeur of gids de verschillende losse elementen van het bigwall klimmen in een makkelijke omgeving. Denk aan:
- Artificieel (aid)klimmen (dit kan je bijvoorbeeld leren in Ettringen)
- Hijsen van je haulbag (de zak waar je de niet klimgerelateerde spullen in vervoerd)
- Jumarren (het omhoog klimmen aan touw met behulp van stijgklimmen)
- Opzetten van een portaledge (de ‘stretcher’ waar je op slaapt) en hierin slapen.
- Start met korte artificiële routes in Europa. Artificieel klimmen wordt het meest beoefend in Spanje en Italië. Hier vind je dus ook veel gebieden waar routes zijn die deels of geheel artificieel te klimmen zijn. Meestal wordt dit getraind in steile gebieden zoals de Verdon, Tessin en Val di Mello, maar natuurlijk kan je dit ook op veel andere plekken in de Alpen oefenen.
- Maak niet te vroeg de stap naar serieuze bigwall gebieden zoals Yosemite. Voor veel klimmers die voor het eerst naar Yosemite gaan, blijken de routes erg lastig te zijn. Het beste is om van tevoren een hele goede basis in het spleet- en tradklimmen te leggen en daarnaast de benodigde bigwall touwtechnieken vaak geoefend te hebben. Eenmaal in Yosemite is het verstandig om eerst te oefenen in kortere routes en pas daarna naar El Capitan te kijken.
Bas leert aid-klimmen in Ettringen. Foto: Bas Visscher
Stap 9: Expeditieklimmer worden
En dan de laatste stap. Expedities of eerstbeklimmingen buiten Europa. Het is misschien misleidend dat expeditieklimmen op de laatste positie in dit stappenplan staat, want het is niet per se zo dat je voor een expeditie meer vaardigheden moet bezitten dan voor een bigwall. Op een expeditie kan je bijvoorbeeld ook een eenvoudige vierdegraads route openen, terwijl een big-wall per definitie een veeleisende beklimming is. De voornaamste reden waarom het expeditieklimmen op plaats 9 staat is, is dat er bij deze stijl altijd veel meer commitment en avontuur bij komt kijken. In Yosemite heb je bijvoorbeeld hulpdiensten, vele klimmers die hulp kunnen bieden, perfecte topo’s en goed behaakte standplaatsen.
Op een expeditie heb je veel minder informatie, is het terrein volledig nieuw en heb je veel minder reddingsmogelijkheden. Dat zorgt ervoor dat expeditieklimmen een stap is die je vooral moet zetten als je ruime allround ervaring hebt opgedaan in alle vormen van het tradklimmen en alpiene rotsklimmen.
Tips van Bas:
- Ook over een eerste expeditie organiseren heb ik al eens een blog geschreven. Lees deze zeker eens door als je hier belangstelling voor hebt.
- Voordat je op een “echte” first ascent expeditie gaat naar bijvoorbeeld Pakistan, kan je ook kijken naar een gebied iets meer ontwikkelde gebieden zoals Patagonië in Zuid Amerika, Taghia in Marokko, Bugaboos in Canada of Tsaranoro in Madasgascar. In deze regio’s heb je vele mooie bestaande rotsroutes die heel avontuurlijk zijn. Het voordeel is dat de infrastructuur goed op klimtoerisme is ingericht.
- Als je een specifieke eerstbeklimming wilt plannen, dan is het aan te raden om op zoek te gaan naar gebieden waar de rotskwaliteit echt goed is. Dit is gelukkig zo in vele regio’s in de wereld. Maar mijn waarschuwing is ook dat er vooral veel meer slechte dan goede rots in de wereld te vinden is. De beste tip die ik kan geven is dat je vooral de verslagen van andere klimmers goed bestudeert en contact met hen opneemt. Landen zoals Kirgizië en Groenland hebben fantastische rots en zijn logistiek gezien goed haalbaar.
Anniek en Regien klimmen na in de nieuw geopende route Zigzag through the Night (6a+, 800m) in Kirgizië. De kalk bleek van perfecte kwaliteit en we openden een mooie nieuwe route op 4000m hoogte. Foto: Bas Visscher
Een nieuwe lijn openen is een fantastisch avontuur. Foto: Bas Visscher
Tot slot
Als je het lezen van deze lange blog tot hier hebt volgehouden, dan heb je zeker interesse om multi-pitcher, alpiene rotsklimmer, of expeditieklimmer te worden! En dat bewijst ook dat je lang je aandacht kan vasthouden, iets dat met multi-pitchen ook nodig is…. Wat ik in ieder geval nog wil meegeven is dat de ontwikkeling geen rechtlijnig proces is en dat de volgorde van mijn voorgestelde stappen gewijzigd kan worden. Doe dit naar je eigen behoefte. Natuurlijk is het verstandig om je eigen ontwikkelingstraject met ervaren klimmers te overleggen.
Ook wil ik nogmaals benadrukken dat het geen must is om al deze stappen te doorlopen tot je een bigwallende expeditieklimmer bent. Kies de discipline die jou mooi lijkt en ontwikkel je door tot wanneer je dat leuk lijkt. Behaakte single-pitches zijn bijvoorbeeld al fantastisch om te klimmen en niet meer of minder waard dan een grote avontuurlijke expeditie. Je moet vooral kiezen wat je zelf leuk vindt.
Het is ook zo dat het klimmen van veel indoor boulders, sportklimroutes en single-pitch trad routes een enorm goede basis vormt voor lange alpiene rotsklimavonturen. Van dit soort routes verleg je je niveau. Als je een betere sportklimmer wordt, dan heeft dit waarschijnlijk ook effect op de alpiene rotsroutes die je kan klimmen. Voor veel Nederlanders is de boulderhal of klimhal waarschijnlijk de plek waar ze het meeste aantal uren trainen. En dat biedt een hele goede technische en fysieke basis voor het buiten klimmen. En vergeet het ervaringsdeel en het mentale deel zeker niet - maar daarvoor zal je toch Nederland moeten verlaten en naar de rotsen gaan.
Daarnaast kan je als multi-disciplinaire rotsklimmer waarschijnlijk goed profiteren van de vaardigheden die je in een andere discipline hebt geleerd. Hoe vaak ik nu al niet een super fijne rustpositie heb gevonden door een handjam te leggen (spleetklimbeweging) tijdens een behaakte sportklimroute…? Of dat ik tijdens spannende plaat multi-pitch terug denk aan hoe ik in de boulderhal op de minuscule treetjes naar boven balanceer? Ik maak mezelf dan wijs dat wat in de boulderhal kan, toch hopelijk ook op deze granieten plaat zou moeten lukken…
Ik hoop dat deze uitgebreide blog de juiste aanknopingspunten geeft om je verder te ontwikkelen in het rotsklimmen. Veel plezier in de rotsen!
Rotsklimmen hoeft niet altijd afzien te zijn. Even bijkomen na een mooie single-pitch tijdens een ontspannen sportklimvakantie op Corsica. Foto: Bas Visscher