MENU

Omdat de rotsen me sterk maken

Je hoeft niet perse te kunnen klimmen of de snelste wandelaar te zijn om er te werken. Maar de slogan, We Are the Mountainpeople, is onlosmakelijk verbonden met Rab. Het bedrijf dat allang groen was, voor het hip werd.

Door Roanne van Voorst

“Sommigen van ons zitten per vandaag pas op LinkedIn"

Op het aanrecht van de bedrijfskantine staan vegan cupcakes: die zijn voor straks, tijdens tea-time. Aan de muur hangen polaroids van medewerkers die aan het klimmen zijn, met daaronder hun eigen, handgeschreven uitleg over hun waardering voor de sport: ‘omdat ik zo houd van buiten zijn.’ ‘Omdat de rotsen me sterk maken.’ ‘Omdat ik mijn angsten overwin.’ “Maar je hoeft niet per se te kunnen klimmen om bij Rab te werken, hoor”, relativeert Pr-medewerker Jen Scotney. “Ik doe bijvoorbeeld met name aan trailrunning, en onze duurzaamheidsmanager Debbie Read mountainbiket graag door de heuvels. Dat mag hier ook gewoon.”

Hier, dat is bij RAB: inmiddels een van de grootste outdoor-merken van Groot-Brittannië, opgericht in de jaren tachtig door alpinist Rab Carrington. Die trok zich inmiddels terug uit het bedrijf; hij vertrouwt de dagelijkse leiding toe aan zijn staf. Het hoofdkantoor van die medewerkers bevindt zich in Alfreton, een dorpje aan de Zuidkant van het Peak District, waar het nogal vaak regent, maar de afgelopen dagen niet, melden verschillende medewerkers enthousiast: het was perfect weer om naar buiten te gaan, de bergen in.

De slogan van RAB is al sinds het begin: We Are the Mountainpeople, en dat bericht lijkt kloppend. Want een goede klimmer hoef je niet te zijn; een snelle wandelaar ook niet; maar zonder de hardnekkige neiging om op vrije uren de bergen in te trekken wordt het lastig om een baan te krijgen bij RAB. En gelukkig maar, vinden Jen Scotney en Debbie Read: “Anders begrijp je niet waarom het belangrijk is dat je slaapzak je perfect warm houdt tijdens een bergtocht, waarom een jas niet alleen waterdicht maar ook comfortabel moet zijn, of waarom het cruciaal is dat we met onze spullen, zo min mogelijk schade aan het milieu toebrengen.”

Duurzaam avant la lettre

De beide vrouwen zitten naast elkaar aan een langwerpige tafel in een showroom. Om ons heen hangen, aan rekken, slaapzakken, truien en rugzakken. Soms staat een van hen op, om een product te pakken en het van dichtbij te laten zien. Er wordt gewezen naar ritsen, gevoeld aan stofjes: “Hier, zie je, dit zijn de nieuwste slaapzakken, gemaakt van gerecycled dons. Want we hadden al wel een ‘verantwoordelijk dons’ keurmerk waaraan onze slaapzakken voldeden, maar dit is nog een stap verder richting duurzaamheid. En hier, kijk, dit is onze meest populaire jas, de Microlight, tegenwoordig wordt deze helemaal gemaakt van gerecycled materiaal.”

Ze vertellen met zoveel gemak en enthousiasme over de technische kwaliteiten van de producten dat het lijkt alsof ze er al decennia werken, maar dat blijkt niet het geval: Scotney, die onder andere verantwoordelijk is voor de invulling van de social media berichtjes, werkt er sinds anderhalf jaar, en Read zelfs pas sinds een aantal maanden. Allebei werden ze aangenomen om het publiek te informeren dat het thema ‘duurzaamheid’ voor het merk Rab, wel degelijk belangrijk is – ook al is dat nog geen bekend gegeven.

Niet omdat Rab nog niet duurzaam produceert, benadrukken ze, eerder omdat de relatief duurzame werkwijzen van het bedrijf amper genoemd werden in externe communicatie. En dat ging opvallen, in een tijd waarin steeds meer bedrijven zich – om allerlei redenen – als ‘groen’, ‘eco’, of ‘duurzaam’ presenteren.

Read: “We zien om ons heen allerlei andere bedrijven pronken met hun zogenaamd milieuvriendelijke manier van produceren; soms is dat greenwashing, soms is het inderdaad een groene manier van werken. Een werkwijze die wij in zo’n geval met die bedrijven gemeen hebben, maar waarover wij amper communiceerden met onze klanten. Duurzaamheid was geen gespreksonderwerp, in die zin, omdat het voor onze oprichter altijd volstrekt logisch is geweest om dingen te maken die lang goed bleven en die zo min mogelijk vervuilend waren. Natuurlijk wilde Rab dat. Hij was een klimmer zonder geld, en iemand die ontzettend veel tijd doorbracht in de bergen: hij maakte producten die hij zelf wilde gebruiken.”

LinkedIn

En hergebruiken. Zo werkt er al dertig jaar een groepje medewerkers in een atelier, aan het repareren van Rab-artikelen. Zodat je, als de rits van je slaapzak het niet meer doet of als er een scheur in je jas zit, dat product niet weggooit maar het opstuurt en laat repareren voor een volgende ronde van gebruik. Alleen wisten niet zoveel mensen van hun atelier-service, verzucht Scotney: “De atelier medewerkers zijn namelijk enorm verlegen. En niet erg gewend aan het inzetten van hun sociale media. Nota bene vandaag pas ging de foto van een van die medewerkers online op LinkedIn! En heel recent stuurden we een eerste, formeel bericht aan onze klanten over wat we zoal doen op het gebied van duurzaamheid. Bijvoorbeeld het nieuws dat we onze energiedoelen allang gehaald hebben voor dit jaar, en dat onze kantoren klimaatneutraal zijn. Nu ik erover nadenk moeten we dat soort boodschappen hier eigenlijk ook laten zien, in deze showroom en in andere winkels, zodat klanten snappen hoe belangrijk het thema voor ons is. Snap je nu wat een inhaalwerk wij hier te doen hebben?”

Daarvoor werd haar collega Read dan ook benoemd tot manager Corporate Social Responsibility. Ze verontschuldigt zich voor de ‘belachelijk lange titel’ op haar visitekaartje, vertelt lachend dat veel oudere medewerkers van Rab in eerste instantie geen idee hadden wat haar baan eigenlijk inhoudt. Ze vertelde hen, wat ze nu ook herhaalt: zij zal er niet alleen voor zorgen dat er steeds ambitieuzere doelstellingen worden gesteld en behaald op het gebied van duurzaamheid, maar ook dat er heldere informatie beschikbaar komt voor klanten en partners over de al-bestaande duurzame werkwijzen en productielijn van Rab.

Bestuur

Onder andere over het feit dat Rab in principe niks weggooit: alle kapotte of niet meer-verkoopbare producten worden gedoneerd aan Sherpastichtingen in Nepal of aan thuislozen in Sheffield. Zelfs voor stukjes stof of oude ritsen is een plek: “Daar zijn ze op basisscholen bijvoorbeeld nog heel blij mee, daar wordt ermee geknutseld.” En over het feit dat Rab binnenkort lid wordt van het internationale ‘microfiber bestuur’, waar ze zullen pleiten voor meer onderzoek over schadelijke stoffen. “Er wordt veel gesproken over hoe schadelijk microfibers zijn, maar er is nog ontzettend weinig bekend over die stofjes – waar komen ze nu eigenlijk uit, wat zou een oplossing zijn als we ze gaan vervangen. Een van de onderzoekers die voor ons materiaal ontwikkelt, gaat zich nu met dat soort vragen bezighouden. We zijn er best trots op dat Rab in het bestuur komt, naast grotere merken als Adidas, en zo een bijdrage kan leveren.”

Wat ze daarnaast doet in haar baan, is ingewikkelde zaken aan het publiek uitleggen: dat de gerecylcede dons-slaapzakken bijvoorbeeld niet meer het ‘verantwoordelijke dons’ label mogen dragen, omdat je van hergebruikt dons nooit zeker kunt zeggen waar het vandaan komt. “Dat vinden veel klanten verwarrend, en terecht. Steeds meer mensen letten erop dat outdoor-merken duurzaam produceren, dus dan worden dat soort labels belangrijk. Dan is het vervolgens aan ons, om klanten te informeren over producten die wellicht nog geen herkenbaar label dragen, maar die eigenlijk nog veel duurzamer zijn.”

Nog zo’n ingewikkeld verhaal dat ze poogt uit te leggen: de reden dat ze niet alle flurocarbon – een milieuonvriendelijk coating materiaal - uit alle producten hebben gehaald. Read: “Wel uit de binnenkanten van slaapzakken, maar niet uit de extreem-technische kleding, jassen bijvoorbeeld. Omdat we nog geen alternatief vonden dat even goed werkt, en we vrezen dat gebruikers de spullen dan weg gaan gooien uit ontevredenheid – dat zou een nieuw afvalprobleem veroorzaken, en dat is het laatste wat we willen. Maar leg zo’n gecompliceerde afweging maar eens uit aan een publiek dat steeds bezorgder raakt om het milieu – en toch de bergen in wil.” Scotney: “Zie je, we hebben hier echt nog heel veel werk te doen.”

Bergsportdag

Bezoek het RAB Lab tijdens de Bergsportdag op 9 februari en kom vanalles te weten over de productie van Rab kleding. Het lab is te vinden naast de stand van Rab.