Jaarlijks zetten honderden vrijwilligers zich in op allerlei vlakken binnen de NKBV. Ook voor Bergsportreizen, de reisorganisatie van de NKBV, zijn deze vrijwilligers actief om bergwandeltochten, alpiene- cursussen en tochten, workshops en sportklimcursussen te begeleiden. We zijn heel blij met al deze vrijwilligers en om jou met een aantal van hen kennis te laten maken, zetten we de komende tijd deze vrijwilligers in de schijnwerper.
Naam: Peter Boogaard
Leeftijd: 60
Licentie: AIZ-3.2; SKI-OV (Trad, MP); PB; LC (Regio Rijnland)
Waar kom je vandaan? Ik woon aan de rand van Oegstgeest, aan de trekvaart, op nog geen 100 m van de Klinkenbergerplas. Daar ren ik m’n rondjes omheen en zomers zwem ik ‘m elke dag een keertje heen en weer. Verder is het natuurlijk vlak bij de kust. Ik werk in Den Haag en fiets nu elke dag zo’n 50 km door de duinen heen en weer naar m’n werk.
In welk gebied ben je actief? Als Seven Summitteer kan ik met enige trots zeggen dat ik letterlijk overal ter wereld geklommen heb, maar ik klim het meeste in de Alpen en de Himalaya. In de Alpen sowieso om dat ik daar elk jaar een cursus begeleid en ik, als het even kan, mee ga met de Alpiene Week van de Regio Rijnland. Afgelopen jaar begeleidde ik een J2 in het Ötztal en dit jaar ga ik mee met de J2 in Wallis.
Hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit als je een cursus leidt voor Bergsportreizen? Het liefste geef ik cursussen “sneeuw en ijs” en die hebben min of meer een vast stramien. ’s Avonds na het eten wordt het plan voor de volgende dag doorgenomen en bepaald welke twee cursisten de volgende dag de dag-leiders worden. Die kunnen dan de rest van de avond de tocht voorbereiden. Met me doornemen, vragen stellen en zo. De volgende ochtend vroeg op, ontbijten, checken of iedereen alles bij zich heeft, de touwdragers benoemen en gaan. Dan zijn we de hele dag bezig. Afhankelijk van wat we doen, komen we dan om een uur of 3 of 4 weer terug op de hut. Als het nodig is, kunnen we dan nog touwtechnieken oefenen. Of de cursisten kunnen gaan luieren of rondstruinen. Verder komen aan het einde van de middag of ’s avonds nog wat technische zaken aan bod zoals kaart & kompas en weerkunde. Het liefste een beetje vroeg in de week zodat we de rest van de week onderweg kunnen oefenen. Vroeg naar bed gaan zit er met tieners zelden in: ’s avonds worden er tot de Hüttenruhe eindeloos spelletjes gedaan.
Wat vind je leuk aan het leiden van (jeugd)cursussen? Ik heb uiteraard wel eens een volwassenencursus begeleid, maar de jeugdcursussen hebben m’n hart. De tieners zijn altijd de hele week lang enthousiast en vrijwel zonder uitzondering heel leergierig en gemotiveerd. Kortom, het is altijd de hele week leuk en gezellig!
Wat vind jij het mooist aan de cursus? Ik vind het altijd erg mooi als de cursisten in de loop van de week zichtbaar meer zelfvertrouwen krijgen. Ook erg mooi is het als de tieners in de loop van de week een hechte groep gaan vormen en dan aan het einde van de week vragen of je volgend jaar weer met ze meegaat als instructeur – dat is het leukste compliment dat je kunt krijgen.
Welke reis/gebeurtenis (als instructeur) zal je nooit vergeten? Wat ik niet snel zal vergeten is wat er een paar jaar geleden op een cursus in het Ötztal gebeurde. We beklommen vanuit het Ramolhaus de Mittlere Ramolkogel via de zuidgraat en vervolgens de Großer Ramolkogel via de oostgraat. Eén van de cursisten mocht het graatje voorklimmen en ik zat als laatste aan het touw. Op een vrij steil stuk zag ik dat ze zich in een haak hadden ingeklikt, ik trek me vervolgens op en trek een enorm stuk rots uit de graat en bungel meteen een paar meter lager … we hingen met z’n allen aan die ene haak die gelukkig goed vast zat.
Wat hoop je deelnemers tijdens een jeugdcursus mee te geven? Dat je bergklimt voor je plezier – dat betekent natuurlijk niet dat je er nooit eens doorheen zit of nooit hoeft af te zien. Het gaat er niet om de top te halen, maar om van de poging die te bereiken te genieten. Je mag jezelf best tegenkomen, maar uiteindelijk moet het je voldoening geven.
Wat is jouw lievelingsplek en waarom? Lastige vraag, er zijn zoveel mooie bergen… maar als ik één plek mocht uitkiezen om nog een keer naar terug te gaan, is het wel de Ellsworth mountain range op Antarctica. Zóveel sneeuw en ijs, zó ongerept en uitgestrekt, zó onwaarschijnlijk mooi… en als je dan de hele dag geklommen hebt, kun je nog eindeloos in de zon zitten. Maar als het echt om klimmen gaat, misschien de Carstenszpyramide op Papua-Nieuw Guinea, de meest technische berg van de Seven Summits – fantastisch klimmen… deze vraag is te moeilijk !
Welke tip is volgens jou belangrijk in de bergen? Goede voorbereiding: weet wat je gaat doen, en bedenk van tevoren of je het ook fysiek en technisch aankan als het allemaal niet mee zit tijdens je tocht.
Welke berg staat nog op jouw verlanglijstje? Dat is een gemakkelijke vraag: de Kangchenjunga, met 8586 m de op twee na (namelijk Everest en K2) hoogste berg ter wereld en nog nooit succesvol door een Nederlander beklommen. Ik zou ‘m dit jaar beklimmen, maar de corona-crisis gooide roet in het eten. Hopelijk gaat het volgend jaar lukken…
Benieuwd wat je gaat doen tijdens een J1 cursus?
Toon van de Griendt maakte in 2017 een video over zijn J2 cursus in Otztaler Alpen
Lees hier de blog van Peter: Ten reasons for not climbing Kangchenjunga
Zin om op pad te gaan? Het zomerprogramma van Bergsportreizen staat nu online
Ben jij, net als Peter, gek op de bergen en wil je groepen NKBV-leden leiden bij alpiene cursussen?
Dan is de opleiding tot alpiene Instructeur (AI) en daarop volgend Alpiene Hoofdinstructeur (HI) iets voor jou.