Renate ging voor het eerst mee met een alpiene week georganiseerd door Regio Amsterdam naar Saasdal, Zwitserland. Ze was vooral gekomen om te bergwandelen, maar al snel werd ze ondergedompeld in de wereld van klimjargon, verschillende soorten bergsporters en klimmateriaal. Lees er alles over in deze blog.
Tekst: Renate de Boer. Foto’s: Anna van Rietschoten, Chantal Christis, Joke van Bemmel, Norbert Groen en Balint Vagvolgyi
"Waarom heb ik me in vredesnaam hiervoor aangemeld? Ik ken helemaal niemand en ik heb alleen maar ervaring met bergwandelen," schiet door mijn hoofd terwijl ik Interlaken uitrijd. Hier heb ik met mijn twee zonen gewandeld, die ik net op de trein naar Amsterdam heb gezet. "Nou ja, ik ben in ieder geval geacclimatiseerd."
Ik neem de autotrein in Kandersteg – een verrassende ervaring – op weg naar camping Am Kapellenweg in Saas Grund, onze uitvalsbasis voor de komende week. Bij aankomst zet ik mijn tentje op in een speciaal voor de regiogroep gereserveerd stuk van de camping. Het contrast met het chique Interlaken is opvallend; hier hangt een heel andere sfeer. Eén voor één druppelen de deelnemers binnen. Sommigen hebben al wat tijd in de bergen doorgebracht, anderen komen rechtstreeks uit Nederland.
’s Avonds verzamelen we ons bij de tent van coördinator Mark Leon voor een kennismakingsrondje. We zijn met z’n twintigen. Janine stelt voor dat ik de volgende dag meega met een groepje dat routes gaat klimmen op de Jegihorn. Zelf kan ik nog niet klimmen, maar het lijkt me leuk om te zien. En dat blijkt ook zo te zijn. Terwijl ik wacht, doe ik onderzoek op de website van Bergsportreizen. Ik zie cijfer- en lettercombinaties en termen als single-pitch en multi-pitch voorbijkomen. Wat betekenen die precies? En wat is een C1-cursus? Maarten vertelde daar gisteren over. Misschien is dat wel iets voor mij?
Later op de dag besluit Frans, een ervaren bergsporter, iets eerder dan de rest terug te gaan. Samen lopen we in hoog tempo richting de lift. Ik vraag me af of ik hem bijhoud, of dat hij zich voor mij inhoudt. Hoe dan ook, het voelt alsof ik het eerste ‘examen’ heb gehaald.
Tijdens mijn verblijf ontdek ik verschillende subtypes onder de bergsporters. Zo heb je rotsklimmers die graag moeilijke routes klimmen, zoals Flavia. Dan zijn er de fanatieke 4000-meterbedwingers en daarnaast de mensen die beide activiteiten combineren. Tot slot is er een enkeling die, door een blessure beperkt, vooral wandelt, een voormalig wereldkampioene wielrennen die nu ook mountainbiket, en een gezin met een 6- en 9-jarige dat op zoek is naar geschikte uitjes, zoals een eerste klettersteig en een bezoek aan marmotten. En niet te vergeten: Meneer Pastoor en Pluis, de katten van Norbert. Hoewel ze op de camping blijven, maken ze echt deel uit van de groep.
De volgende dag nodigt Anna me uit om samen naar de Brittaniahut (3030 m) te gaan. Er is een groepje dat vandaaruit de Strahlhorn (4190 m) wil beklimmen. Onderweg ontmoeten we Boudy en Arnold, die het door hun leeftijd nu rustiger aan doen en koffie gaan drinken met Janine, die me zorgzaam spikes leent. Wij gaan door; de spikes blijken niet nodig, de route is met een enkele aanwijzing en een zetje op een lastig punt goed te doen.
Bij de hut aangekomen loop ik naar de top van de 50 meter hoger gelegen kleine Allalinhorn, vanwaar je een magnifiek uitzicht hebt. Balint, Anna, Frans en Erik turen ondertussen naar de gletsjer en de Strahlhorn. Ze maken een plan voor morgen: ontbijt om 03:00 (ja, echt waar!), vertrek om 03:30, en bespreken wie waar aan touw zal lopen. Uiteindelijk besluiten ze om nog een nacht te blijven, zodat ze niet hoeven te haasten om de laatste gondel naar beneden te halen. De Strahlhorn blijkt, hoewel het geen bijzonder moeilijke 4000’er is, wel een erg lange aanloop over de gletsjer te hebben. Hierdoor wordt deze berg veel minder vaak beklommen dan de bekende Allalinhorn in de buurt.
Ik vind het jammer dat ik niet mee kan gaan, maar slapen tot 7 uur is ook best fijn. Na een check bij de huttenwaard maak ik een wandeling richting het stuwmeer Mattmark. Ik ben op tijd terug om de anderen te verwelkomen. Ze hebben de top bereikt na een tocht van zo’n 12 uur! We vieren het op het zonnige terras. De cider en het bier smaken uitstekend.
Terug op de camping horen we over de belevenissen van de anderen en maken we nieuwe plannen. Janine heeft een excursie georganiseerd naar de bergreddingsdienst van Zermatt, en ik meld me meteen aan. Daarnaast blijkt er ook een groep te zijn die naar de Mischabelhut (3340 m) zal gaan om vandaaruit de volgende dag de Nadelhorn (4327 m) te bedwingen. Ik besluit zowel de excursie als de tocht naar de hut te doen. Ik raadpleeg MeteoSwiss: in de middag mogelijk regen en onweer. We zullen het morgen opnieuw bekijken.
De rondleiding is zeer de moeite waard en drukt ons met de neus op de feiten; we zien een helikopter die is uitgerust als mini-hospitaal, waar je van geluk mag spreken als je erin kunt worden vervoerd. Bij een berging gebeurt dat namelijk niet...
Daarna vertrekken we zo snel mogelijk naar Saas Fee, vanwaar we de lift nemen naar Hannig. Balint, die al boven is, meldt in de groepsapp dat de route pittig is en een alpien karakter heeft. Hoewel er nieten en kabels zijn, is het niet prettig bij regen en helemaal niet bij onweer. Volgens de weersvoorspelling zou de regen moeten stoppen voordat we vertrekken, dus het lijkt verantwoord om mee te gaan.
Toch begint het te regenen tijdens de laatste 400 hoogtemeters. Stefanie, die onlangs haar eerste NKBV-tocht heeft begeleid, vraagt of ik bezwaar heb tegen het dragen van een gordel. Natuurlijk vind ik dat prima! Ze gaat me zekeren bij de lastige passages. We klimmen flink door. Het helpt dat Norbert, die achter me klimt, af en toe aanwijzingen geeft. Gelukkig blijven we gespaard van onweer en tegen half zes komen we nat en moe aan in de warme hut, waar de rest van de groep ons opgelucht verwelkomt.
Ik bedank Stefanie en Norbert uit de grond van mijn hart. We eten met z’n twaalven gezellig en lekker in de door vrouwen gerunde, gastvrije hut. De volgende dag vertrekken in alle vroegte twee touwgroepen, waarvan er een vrij snel rechtsomkeert maakt. De kans op regen tijdens de afdaling is hun te groot. De andere touwgroep bereikt de top en heeft het geluk dat de regen uitblijft.
We sluiten de dag en de week af met een gezellige maaltijd in een pizzeria. Daarna vertrekt iedereen op zijn eigen manier naar de volgende bestemming: sommigen gaan de Spaghettiroute in Italië (met 14 vierduizenders) aan, anderen kiezen voor klimmen of mountainbiken op andere plekken, en sommigen keren direct naar huis terug. Zelf rijd ik door naar Venetië, terugkijkend op een heel leuke en leerzame week. C1-cursus en NKBV-klimweekend Ardennen, ik kom eraan!
Elke NKBV-Regio biedt een leuk en divers aanbod aan activiteiten. Of het nu gaat om klimweekenden en -cursussen, wandelingen, gezellige BBQ's, of boulderuitjes, er is voor ieder wat wils. In de activiteitenagenda kun je vinden wat er allemaal te doen is in jouw Regio.