In het voorjaar van 2013 klommen Mike van Berkel, Cas van de Gevel, Frank Chargois en Jelle Staleman het West Couloir op Mount Huntington in Alaska. Deze 1200 meter hoge route krijgt een moeilijkheidswaardering van Alaska V, WI4+ M4. Het was de eerste maal dat Nederlanders op de top stonden van Huntington.
Mount Huntington (3731m) is een opvallende rots- en ijspiramide in de centrale Alaska Range, ongeveer 13 kilometer ten zuidoosten van Denali en 10 kilometer ten oosten van Mount Hunter. Hoewel Huntington in absolute hoogte wordt overschaduwd door Denali, de hoogste berg van Noord-Amerika, is Huntington minstens zo indrukwekkend vanwege de zeer steile wanden. Huntington wordt ook wel ‘de Matterhorn van Alaska’ genoemd.
Mount Huntington werd voor het eerst beklommen in 1964 door een Franse expeditie onder leiding van de beroemde alpinist Lionel Terray, via de noordwestgraat (vanaf dat moment ook wel de French Ridge genoemd). Het West Couloir, de route die door de Nederlanders werd geklommen, werd in 1987 geopend door Dave Nettle and James Quirk.
In 2010 klommen de Nederlanders Leopold Roessingh en Mark Heine de Harvard Route op Mount Huntington, maar wegens slecht konden zij na het uitklimmen van de route niet doorgaan naar de top.
Omdat Mount Huntington ‘maar’ 3700 meter hoog is hoeven de Nederlanders niet te acclimatiseren en willen ze na aankomst in basiskamp vrijwel meteen op pad. Het eerste deel van de route bestond uit een sneeuwhelling van 45/50º. Door de goede condities gaan de Nederlanders hier vlot doorheen. Na een steile ijsgoot, een korte traverse en nog wat sneeuwstampen stonden ze direct onder de crux van de route: een passage van 80º keihard ijs die soms zelfs ‘overhangend’ aanvoelt.
De Nederlanders klommen in een viermanstouwgroep: één voorklimmer, twee naklimmers aan elk een halftouw, en de vierde klimmer stond een standplaats lager en werd door een van de eerdere naklimmers omhoog gezekerd. Omdat ze door deze strategie ijsboren nodig hadden voor drie standplaatsen, bleven er weinig boren over voor de tussenzekeringen. Dit zorgde voor 10 meter lange runouts, niet fijn was in combinatie met 75º bikkelhard ijs. Na deze lastige passages neemt de steilheid af en maken de mannen meer vaart.
Na twee traverselengtes verscheen er boven de klimmers een enorme grot. Het was nog niet al te laat op de dag, maar omdat deze grot ligplaats bood aan vier man besluit het team er te overnachten. De volgende ochtend is het koud en hebben de mannen even nodig om in beweging te komen. Het blijkt nog zes lengtes klimmen tot de graat te zijn.
De graat was in eerste instantie vlak en breed, maar aan de noordkant hingen gigantische sneeuwluifels en voor spleten was het ook nog oppassen geblazen. In eerdere jaren was het regelmatig voorgekomen dat de condities van de topgraat het niet toelieten de top te beklimmen. De Nederlanders hebben geluk. Door een meter of 10 in slechte steile sneeuw naar rechts te traverseren konden we de overhang omzeilen. Het laatste stukje naar de graat was daarna niet moeilijk meer en bracht de vier klimmers naar de top van Mount Huntington. Ze stonden er slechts 7 dagen na hun vertrek uit Nederland.
Aankomst op de gletsjer.
Basiskamp aan de voet van de wand.
De eerste steile passage in het West Couloir.
De viermanstouwgroep.
Het ijs vlakt iets uit.
Traverseren.
Omhoog naar de grot.
Bivak in de grot.
Cas van de Gevel in de route.
Zonsopkomst.
Cas van de Gevel in de route.
Verder omhoog.
Verder omhoog.
Traverseren.
Route uitklimmen naar de graat.
Route uitklimmen naar de graat.
Bijna op de top.
Mike, Jelle, Frank en Cas op de top van Mount Hunter.
Afdalen.
Zicht op Denali.
Vul het formulier in en upload de documenten waarmee je dit artikel wilt aanvullen.