Nationale Parken hebben een zweem van magie om zich heen hangen. Een Nationaal Park is toch een ruig gebied, vol dieren en niets dan geluiden van stromend water of het ruisen van de wind?
Denk aan Nationaal Park Yellowstone en Krugerpark. Grote parken die zijn opgericht om de natuur te beschermen en recreanten daarbinnen ook de ruimte te geven. Parken vol olifanten, leeuwen, beren en bizons. De Nederlandse Nationale Parken spreken misschien iets minder tot de verbeelding. Minder ruig en minder groot. Geen bergen, maar heuvels. Geen vulkanen, maar Wad. Geen woestijnen, maar duinen. Onze Nationale Parken zijn wel de bijzondere plekken binnen Nederland. Ze hebben niet voor niets een beschermingsstatus gekregen. Er zijn 21 Nationale Parken in Nederland. En de meeste zijn ook hele mooie wandelgebieden en wilde dieren leven er ook. Ben jij al in alle Nationale Parken geweest?
Het Nationaal Park Veluwezoom is in 1930 opgericht en het oudste Nationale park. Deze plek is bij veel mensen vooral bekend onder de naam de Posbank, de bekendste top en ook drukste top van het gebied. Bossen, heides en stuifzand vind je hier. Maar bovenal: de uitzichten die je hebt vanaf deze stuwwal naar de Rijndelta zijn spectaculair.
Nationaal Park Hoge Veluwe is vijf jaar jaar later opgericht en omsluit het jachtgebied en het museum Kröller-Müller. Dit park is omsloten door een hek en je moet betalen om hier te wandelen. In het park leven veel dieren, zoals herten, moeflons en wilde zwijnen. Vlak voor sluitingstijd of juist heel vroeg in de ochtend heb je de meeste kans ze te zien. Naast wandelen kun je hier naar het museum en je kunt gebruik maken van de witte fietsen. Deze fietsen mag je gratis gebruiken. Daardoor kun je een lange wandeling maken en weer met de fiets terug.
Dit waddeneiland is heerlijk om te wandelen. Mijn favorieten zijn de Hors in het zuiden en de Slufter verder naar het noorden. De Hors is een grote zandplaat, terwijl de Slufter uniek is door de kreken en kwelders. Bij hoogwater stroomt het zeewater hier naar binnen. Op Texel is het goed vogels spotten. Denk bijvoorbeeld aan de lepelaar en dwergstern.
Schiermonnikoog staat voor mij gelijk met struinen. Dit eiland is niet bereikbaar met de auto en de natuur gaat hier zijn gang. Schiermonnikoog is natuurlijk ook bekend van de doorwadingen vanaf het vasteland naar het eiland. Wil je graag een lange wadloop ondernemen, dan is het bijzonder om naar dit eiland toe te lopen.
Dit grote bosgebied ligt op de grens van Friesland en Drenthe. Naast bos zijn er grote heidevelden en stuifzandgebieden. Echt een fijn gebied om doorheen te dwalen. Als je hier in de herfst komt staat het er vol paddenstoelen.
In de buurt bij Assen ligt de Drentsche AA. De beek stroomt door weiden en bossen. Een landschap waar je je even terug in de tijd waant. Met oude boerderijen rond een knusse brink en hunebedden van nog langer geleden.
Het Dwingelderveld is het grootste natte heidegebied van West-Europa. Hier vind je glooiende heidevelden, met vennen en plassen. In het Nationaal Park grazen twee schaapskuddes er vrolijk op los, zodat het heideveld open blijft. Tijdens een wandeling duik je door jeneverbesstruiken, loop je langs orchideeën en als je mazzel hebt, schrik je van een adder.
De Sallandse Heuvelrug ken ik zelf het best van de Holterberg. Rijdend in de trein vormt deze heuvel een duidelijke markering van dit landschap van bossen, vennen en heide. IJstijden hebben het land hier omhoog geduwd. Vanaf de Koningsbelt, met 75 m de hoogste top van het Sallandse Heuvelrug heb je hier weids uitzicht over de vlaktes er omheen.
Een grote stuwwal in de voorlaatste ijstijd heeft de Utrechtse Heuvelrug op gestuwd. Een grote lang rug vol bossen, heidevelden, maar ook uiterwaarden langs de rivier. Langs de hele Utrechtse Heuvelrug zijn talloze wandelingen te maken. Bijvoorbeeld bij de Kaapse Bossen kun je veel hoogtemeters maken.
Zuid-Kennemerland is een druk bezocht Nationaal Park. Dat heeft te maken met de ligging vlak achter Haarlem, bij de Randstad. Je wandelt hier over losse zandduinen met veel hoogteverschil. Of ga struinen in het gebied net ten zuiden van IJmuiden. Tussen de bunkers is een bijzonder gebied ontstaan.
In Zuid-Holland ligt Nationaal Park Hollandse Duinen. Een duinlandschap waarbij niet alleen het landschap belangrijk is, maar ook de manier waarop de landgoederen, zeedorpen en steden aan dit landschap liggen. Dit park is het jongste van het stel, het is momenteel nog in oprichting.
De Loonse en Drunense Duinen zijn vooral bekend van de grote stuifduinen. In dit gebied kun je dan heerlijk struinen en het mulle zand beloofd zware wandelingen. Het heeft een bijzonder microklimaat, het kan dan ook erg warm worden op een zonnige dag.
Deze stuifduinen zijn ontstaan langs de rivier de Maas. In het gebied vind je kastelen en grafheuvels. Bijzonder tussen de bomen, stuifzand heuvels, heide en vennen is ook het Gerldernsch-Nierskanaal. Dit stroompje veranderd in een razende beek als het flink regent.
De Groote Peel ligt op de grens van Brabant en Limburg. Het is een hoogveengebied waar veel turf is gestoken. Herkenbaar zijn de peelbanen, dit zijn de paden waar de turf werd afgevoerd. Bijzonder is het lopen over de knuppelbruggen. Houten vlonders die boven de natte ondergrond loopt. Het is alsof je in Noord-Zweden loopt.
Bijzonder aan dit gebied is dat het een terrassenlandschap is. Door breuken in de ondergrond zijn drie sprongen van zo’n 50 meter ontstaan. Dwars daar doorheen hebben de Bosch- en Roode Beek twee beekdalen uitgesleten. Wandelingen vanuit dit park lopen veelal door tot in Duitsland. De steile overgangen zorgen voor flinke kuitenbijters.
Dit park ligt op de grens van Nederland en België. De landen werken samen om de natuur te beschermen. Enorme heidevelden zijn afgewisseld met duinen, bossen en vennen.
Tenslotte heeft Nederland nog een aardig stel nationale parken die voor een wandelaar minder interessant zijn. Dit zijn de gebieden die vooral rond open water liggen. Je kunt hier prachtig omheen fietsen en vanaf het water kun je veel plekken bereiken. Voor wandelaars zijn de routes vaak kort.
Het Lauwersmeer ten noorden van Groningen is een wetland. Een natuurgebied waar water en land nauw verbonden zijn. Je vind er runderen, paarden en zeldzame vogels.
In dit gebied vlakbij Dordrecht stroomt het land onder water door getijden van het zoete water. Een bijzondere plek om met boot of kano te verkennen. Vooral de schemering is bijzonder. Het plonsen in het water is misschien wel een bever?
De Oosterschelde is het grootste Nationaal Park. Het water, de wind en de getijde bepalen hier het landschap. In dit gebied kun je goed op zoek naar mosselen, oesters of op zeehondensafari. Wandelen kan bij Neeltje Jans, het Krekengebied Ouwerkerk en de Schelphoek.
Dit park in Friesland bestaat uit laagveen. Deze plek is ideaal om met de kano te verkennen. Grote vaarten en kleine doorgangen wisselen elkaar af. Tussen het trilveen, het riet, de moerasbossen en de dotters vind je ook zeker volop plompebladeren in het water.
De Weerribben zien er op een topografische kaart heel bijzonder uit. Een grote vaart in het midden vormt een soort ruggengraat van alle ribben die daaruit steken; de sloten waar het veen is gestoken. Ideaal om te varen, wandelend biedt het gebied iets minder mogelijkheden.